Categorie: Uncategorized

Website kritiekWebsite critique

Website kritiekWebsite critique

Sommige reacties op onze website maakten ons bewust van het feit dat we soms in dezelfde val getuimeld zijn als de media: vooral negatieve dingen rapporteren. Op de een of andere wijze schrijf je de gewone, alledaagse, gelukkige ervaringen minder automatisch op. Komisch. In Ségou stoorden we ons aan de kakafonie van geluiden die ons voortdurend omringden (schapen, ezels, kinderen, vrachtwagens, brommers, luide muziek, …) – dus is ere en uiting daarvan op de website. In Fintiguila, het dorp waar we regelmatig waren, hadden we ook last van mekkerende geiten (vooral ‘s nachts !lach!), maar in het algemeen is het dorp in diepe stilte gehuld, wat ons zeer aangenaam was. Maar daarover vind je niets op de website….

Dus om dit te corrigeren: nee, onze ervaring in Mali was hoegenaamd niet negatief. Om te beginnen waren heel wat dingen die er negatief uit zien tegelijk ook heel interessant – en vaak ook humoristisch! En in ieder geval hadden we de instelling dat we daar leefden en dus de Malinese cultuur, met alles erop en eraan, moesten aanvaarden. Zo ook het klimaat, wat ons niet licht viel, maar het is deel van het land, dus je had het te aanvaarden. Ook manieren van denken of handelen van de mensen ter plekke waren vaak totaal anders dan wat wij uit Europa zagen. Het was iets wat wel verwondering, soms verbijstering, opriep, maar eigenlijk nooit een bron van ergernis, wel een leerproces hoe diep de culturele verschillen tussen ons zijn. Dit process was ontzettend verdiepend en verrijkend.

Daarnaast waren (zijn) er ervaringen die zoveel vreugde gaven en betekenden, dat we er zeker meer aandacht aan hadden moeten besteden. De warmte waarmee we telkens weer ontvangen werden in het dorp Fintiguila, de bijeenkomsten met de vrouwen, het enthousiasme van de kinderen voor de dagelijkse turnoefeningen – en voor de school zelfs nog meer, hun fascinatie voor de spelletjes, de geweldige inzet van de beide leerkrachten, het ongelooflijke werk van de kleuterleidster, de stijgende inzet van onze medewerkster, de systematische medewerking van het dorpshoofd, de vanzelfsprekendheid waarmee we als blanken als deel van hun zwarte gemeenschap werden geïntegreerd, de openheid wanneer we iets nieuws introduceerden, de interesse (vooral van de vrouwen) in alles wat we deden, de openheid voor verandering, enz. enz.

Als we nu terugblikken op ons verblijf in Mali, moeten we zeggen: het was zwaar, soms heel zwaar, maar: het was meer dan de moeite waard. Wij hadden deze ervaring voor geen geld van de wereld willen missen. En nog elke dag galmen de stemmen van de kinderen in Fintiguila door ons hoofd, op die avond toen we op een wit laken dat we tussen twee boomstammen hadden opgehangen, de individuele foto’s van elk van de kinderen op school projecteerden – kinderen die voor het eerst in hun leven een beeld van zichzelf zagen, zichzelf daardoor niet herkenden, maar wel door de anderen herkend werden en op luid gejuich onthaald werden. Nog nooit hebben we zulke begeestering van kinderen meegemaakt. En ondertussen weten we dat ze kunnen groeien, dat ze zich kunnen ontwikkelen, dat ze een eigen identiteit ontwikkelen – elementaire kansen die ze voordien niet hadden.

Dus ook al was het zwaar, het was ongelooflijk mooi. Onvergetelijk.

Gaan we terug? Uiteraard. Maar waarschijnlijk niet meer voor zo’n lange periode: onze gezondheid werd toch behoorlijk getaxeerd. Maar in ieder geval gaan we terug, indien mogelijk zelfs regelmatig. En er zijn al redelijk concrete plannen voor nieuwe projecten! (Maar daarover later meer.)

Dit alles betekent natuurlijk niet dat de huidige situatie in Mali (april 2012) iets is om vrolijk van te worden. Het land dreigt in een chaos te belanden en de gewone Malinezen zullen de grootste slachtoffers zijn. Dit is een situatie om mee te huilen, en iets wat niemand, ook wijzelf niet, hadden verwacht: een land dat eigenlijk een voorbeeld van democratie en tolerantie was, stort nu zichzelf in een onoverzichtelijke chaos waarin geweld straffeloos kan worden gepleegd en waarin alleen al door de hongersnood en de chaotische situatie duizenden slachtoffers zullen vallen. Het is afte wachten hoe de situatie verder evolueert – maar wij blijven ons project in het dorp verder steunen. Daar verandert eigentlijk ook niets: de mensen daar zijn zo arm dat er gewoon niets te halen is. Dit is een trauma waar Mali (en wij) doorheen moeten, en dat heel veel verdriet zal kosten. Maar we hopen op beterschap.Some reactions to our website have made us aware of the fact that we may have felt into the trap of the mass media: report especially negative things. In some way or other, you don’t automatically write down the ordinary everyday experiences – while these are often neutral or even happy. And the unusual things one notices and write down very often have some kind of negative ring about them when looked at from a Western perspective. Strange in a sense. In Ségou we were troubled by the cacophony of sounds that were ringing around us all the time (sheep, goats, donkeys, trucks, motorbikes, loud music,….) – so there is an entry about this on the website. In Fintiguila, the village in the savannah where we worked with the people regularly, we also had sound of bleating goats day and night, but in general daily life there is extremely quiet, which we profoundly enjoyed. But that positive feeling somehow never made it into our website…

So, in order to correct this picture: no, our experience in Mali was not negative at all! To begin with, many things which may look negative from a European point of view were at the same time extremely interesting – and often quite funny. And in any case our life was based on the view that we lived there, and so were prepared to accept all of Malian life and culture. Also the climate and its consequences, which we did not find easy, but it is part of that part of the world, so one has to accept it if one wants to live there. Also ways of thinking and acting by local people were often totally different from what we would expect. This was something that called forward surprise, sometimes even bewilderment, but almost never a source of irritation. On the contrary, they spurred a process in which one was learning the abyss between cultural habits. This process we experienced as extremely deepening and enriching.

Next to those there were experiences that gave us so much joy and meant so much, that we should have devoted more attention to them. The warmth with which each time again we were greeted on arrival in the village of Fintiguila deserved to mentioned more often and more strongly. Also the sessions with the women, the enthusiasm of the children for the daily exercises of physical exercises (in which they took part voluntarily before school began) – and their almost greater zeal for school itself, their fascination for the games I tried to teach them, the fabulous work of our teachers, the incredible work of our kindergarden teacher, the mounting devotion of our assistant, the systematic cooperation of and with the village chief, the obviousness with which we as whites were accepted and integrated as part of their black community, their openness whenever we introduced something new, the interest (especially of the women) in all we did, their candour about change, etc. etc.

When we now look back on our stay in Mali, we must say: it was tough, sometimes really tough, but it was more than worth it. We would not want to have missed this experience – for nothing in the world. And every day still the voiced of the children resonate through our heads, that evening when we projected their individual pictures of each of them on a white blanket we had hung up between two trees – children who for the first time in their lives saw a picture of themselves, usually not recognizing their own image, but recognized by the other children to incredible jeers. Never before have we experienced such enthusiasm of children. And meanwhile we know that their individuality can develop, that they become a person – a chance they hardly possessed before.

So even when it was tough, it was incredibly beautiful. Unforgettable.

Will we go back? Of course. But probably not for such a long period on end: our healths were taxed quite strenuously. But (provided it is safe) we will go back, if possible even regularly. And we already have very concrete plans for new (and considerably larger) programs. (But more about that later.)

All this does not mean, of course, that the current situation in Mali (April 2012) is something to rejoice about. The country may end in chaos and the ordinary Malians will be the first victims. This is a situation that make the tears come to your eyes, and a situation that nobody, us included, had thought possible a couple of years ago: an example of democratic freedom, peace and tolerance, now descending into utter chaos where violence is no longer controlled en in which only through the spreading famine and the chaotic situation thousands of people will suffer and maybe die. It is to be seen how things develop further – but we will go on supporting the projects in our village. Nothing has changed in this respect – and people there are so utterly poor that there is nothing to get there for outsiders. This is a trauma that Malians (and we) have to go through, and which will cause innumerable suffering. But change for the better will come – only: when?ß

De Koran enkel in het Arabisch? Geenszins!The Qur’an only in Arabic? No way!

De Koran enkel in het Arabisch? Geenszins!The Qur’an only in Arabic? No way!

Ik lees de Koran. Nu ik voor de tweede keer in mijn leven in een islamitisch land woon, vind ik dat ik dat aan mezelf verplicht ben. Ik ben daarbij nog slechts in de helft: ben pas bij soera (‘hoofdstuk’) 24 van de 114 (waarbij de hoofdstukken wel steeds korter worden naarmate je naar het einde gaat) en lees hem natuurlijk in vertaling, omdat ik het Arabisch niet machtig ben. Ik gebruik daarbij de vertaling van Ali (2009), maar steeds wanneer ik moeilijkheden heb of iets niet meteen begrijp, of in het algemeen mezelf vragen stel bij de tekst, raadpleeg ik ook de andere 3 vertalingen die ik heb: Abdel Haleem (2005), Arkoun (1970) en Henning (1960), dus ook in drie verschillende vertalingen. Er is ook een Nederlandse vertaling, maar die heb ik hier (in Mali) niet ter beschikking. Er is ook een Nederlandse vertaling online beschikbaar; zie: http://www.koranonline.nl/koran/ (de toegang tot de site wordt echter ernstig bemoeilijkt doordat ook eerst het Arabische schrift moet worden gedownload).

Bij het controleren van tekstpassages valt al meteen iets bijzonders op: dat de inhoudelijke verschillen tussen de vertalingen weinig verschillen. Ja, ze verschillen wel, vooral in idioom, gewoon omdat het drie verschillende talen zijn, maar de bewering (in de hele islamitische wereld ‘bon ton’) dat de tekst van de Koran on-vertaalbaar zou zijn, en dus alleen in het Arabisch kan worden gelezen of geleerd, wordt door mijn ervaring met de teksten radicaal tegengesproken: ik ben op nog geen enkel (inhoudelijk) verschil tussen de drie vertalingen gestoten. Dat een vertaling altijd een ‘interpretatie’ zou zijn, en dus niet authentiek en ook niet betrouwbaar zou zijn, is slechts in een triviale betekenis van het woord ‘interpretatie’ het geval: dat alle vertalingen op essentiële punten van de Arabische tekst zouden afwijken, kan ik in geen geval op grond van mijn lectuur van deze vier (in plaats, taal en tijd uiteenliggende) vertalingen beamen, eerder het tegendeel: alle drie vertalingen zeggen steeds hetzelfde – zij het met andere woorden. Logisch. Het wordt tijd om deze moslim-ideologie te ontmaskeren als wat ze is: een ideologie, meer niet. In geen geval een vaststaand feit! Wie dit wil volhouden, moet dit aan de hand van concrete vertalingen maar eens aantonen!

Op één punt mag de Arabische tekst de lezers van vertalingen wel ontsnappen: volgens kenners zou de tekst van de Koran in het Arabisch ongemeen poëtisch zijn. Dat geloof ik. Maar hoeveel sprekers van het hedendaagse Arabisch zijn dit ‘klassieke’ Arabisch machtig? Ik schat minder dan 5 {e9940e0c02f8d96d21e6f25569fda7b5198e19dfa9031a0585a9ae16fa7c9142} . Trouwens, het argument dat de Koran alleen in het Arabisch kan worden begrepen, kan alleen geldig zijn wanneer men ermee bedoelt: het Arabisch dat ten tijde van Mohammed in de 7de eeuw in de steden Medina en Mekka werd gesproken. Dat is 1.400 jaar geleden. Het Nederlands van 1.400 jaar geleden is ook niet wat wij tegenwoordig spreken….

Maar de inhoud staat daar grotendeels los van en kan worden begrepen. Is het dan niet handig om toch Arabisch te kennen als je de Koran wil lezen? Opnieuw: nee. Twee voorbeelden.

(De lezer die dit soort argumentatie te technisch of te gedetailleerd vindt, kan de voorbeelden overslaan. Maar anderzijds maken deze voorbeelden heel duidelijk wat ik betoog: dat kennis van het Arabisch voor het begrijpen van de Koran totaal overbodig is.

Voorbeeld 1

De Koran bestaat uit hoofdstukken, die soera’s worden genoemd. Soera’s 9, 12, 14 en 15 beginnen alle met de letters A.L.R. Soera 13 begint met de letters A.L.M.R. Wat betekenen deze letters? Niemand weet het. Je kunt hele boekenrekken vullen met geschriften die pogen een verklaring voor deze letters te bieden, maar niemand is er tot op heden in geslaagd een aanvaardbare verklaring te leveren. Heb ik nu Arabisch nodig om dat te weten? Natuurlijk niet, en elke kennis van die taal, hoe nuttig en verrijkend ook in andere opzichten, helpt mij hierbij niet verder.

Dit is overigens niet zo uitzonderlijk, dat in oude teksten cryptische zaken voorkomen, en is zeker niet uniek voor de Koran. Neem bijvoorbeeld de passage over de ‘Veltro’ in Dante’s Inferno, het eerste boek van zijn Divina Commedia. In de eerste zang wordt gesproken over een hond, (‘l veltro) die het wilde beest zal doden dat Dante zijn weg versperd. Talloze speculaties zijn ondernomen om te verklaren wie Dante eigenlijk bedoeld mag hebben met deze ‘verlossersfiguur’. Tot op heden is men er niet in geslaagd een consensus over een verklaring te vinden. Moet ik nu 14de-eeuws Florentijns Italiaans kennen om te begrijpen dat het, net zoals bij de letters aan het begin van de genoemde soera’s in de Koran, eerder om mystieke symbolen dan om werkelijke verwijzingen gaat? Natuurlijk niet. Net zomin als ik Arabisch moet kennen om te weten dat die letters niet eenduidig te begrijpen zijn. Een goede kritische uitgave van de Koran maakt dan in een voetnoot duidelijk.

 

Voorbeeld 2

Maar er zijn andere gevallen. Neem nu het verbod op het drinken van alcohol, bijvoorbeeld in soera 5, vers 90, waar het heet:

90. O ye who believe! Intoxicants and gambling, sacrificing to stones, and (divination by) arrows, are an abomination, – of Satan’s handiwork: eschew such (abomination), that ye may prosper. (Ali, p. 130)

Het gaat hier duidelijk om dingen die voor de vrome moslim afgeraden worden. Let wel: het gaat om een advies, niet om een verbod! Als Allah het al seen verbod had bedoeld, had hij dat wel zo laten opschrijven (tenminste, dat is het beeld dat moslims van de Koran hebben: het zijn mededelingen van Allah aan Mohammed, die ze aan zijn volgelingen heeft doorgegeven.) Bijvoorbeeld in soera 6, vers 151 het het uitdrukkelijk:

151. Say: “Come, I will rehearse what Allah hath (really) prohibited you from”: join not anything with Him: Be good to your parents; kill not your children on a plea of want (…) (Ali, p. 156)

 Het woord ‘intoxicants’ is echter heel algemeen: valt daar ook koffie en thee onder? Het kauwen van qat? Marihuana? Roken van tabak? Hier moet je inderdaad gaan kijken wat er in het Arabisch staat. Dat blijkt ook nodig, want Arkoun vertaalt niet met ‘verdovende middelen’, maar met “le vin” (p. 114, bij hem is dit vers 92) en Henning met “der Wein” (p. 127). Hier zou een strijdpunt kunnen ontstaan: verbiedt de Koran alleen het drinken van alcohol of het gebruik van alle bedwelmende middelen? Het lijkt erop dat om die vraag te beantwoorden men inderdaad Arabisch moet kennen, maar dat is ook in dit voorbeeld nog maar de vraag. Natuurlijk moet je hier weten welk woord er in de Arabische tekst staat waar de Engelse vertaler ‘intoxicants’ heeft gekozen. Maar dat zou ik in een kritische editie te weten kunnen komen.

Of: Ali (2009) is een tweetalige uitgave, met zowel de Arabische tekst als de Engelse vertaling: ik kan een Arabisch sprekend iemand vragen welk woord in vers 90 hier bedoeld is. Dan hoor ik dat dit het woord “khamr” is. Haha! Er gaat ons al meteen een licht op, want ook al ken je geen Arabisch, veel mensen weten dat ‘khamr’ ‘rood’ betekent. Immers, het Alhambra in Granada is het ‘rode’ gebouw’ Al-Khamra! Maar goed, dat zet ons meteen op een spoor: want rood is natuurlijk de kleur van wijn – vandaar die Franse en Duitse vertalingen met ‘le vin’ en ‘der Wein’.

Dus is de vraag eigenlijk opgelost. Alleen, zoals gebruikelijk in zogenaamd ‘heilige’ teksten, is de opsteller ervan tamelijk vaag en onduidelijk. Dus hier ontstaat een reusachtig interpretatie-probleem. Slechts enkele aspecten ervan noem ik hier, zonder aanspraak te willen maken, noch op volledigheid, noch op enige expertise van mijn kant (zij het dan als filoloog): er staat ‘khamr’, rood. Dus mag je witte wijn wel drinken? En sterke drank is evenmin rood van kleur, dus vodka en whisky zijn OK? (Bovendien is dit ook geen ‘wijn’). Kennelijk is dit niet de interpretatie van het advies dat de meeste moslims volgen, ook al is dit in feite geen interpretatie: dat is wat er letterlijk staat! Opmerkelijk is dat ook die moslims die de Koran uitsluitend letterlijk willen begrijpen, dit in feite niet doen – althans niet in dit geval. Voor hen is ALLE alcohol verboden, ook al staat dat er niet en wordt het zelfs alleen maar geadviseerd, niet verboden, een standpunt dat in feite heel dicht ligt bij de opvatting in onze Westerse maatschappij: drink beter niet – maar verbieden willen we je het niet (al is onze maatschappij in dit opzicht behoorlijk hypocriet, zeker als je de reclame voor drank bekijkt – en moet dus in hypocrisie niet onderdoen voor veel islam-landen. Net als reclame voor tabak zou reclame voor alcoholische dranken ook beter verboden worden….)

Maar er zijn ook andere vragen: kennelijk adviseert de Koran om geen (rode) wijn te drinken. Maar mag je dan wel alcohol inademen? Niet zo gek, merkte ik, toen we bij een bezoek aan een cognac distillerie in Frankrijk merkten dat Mimi (die geen alcohol verdraagt) onwel werd… Of mag je dan wel alcohol inspuiten? Evenmin zo heel ver gezocht, want kennelijk is dit een praktijk die onder jongeren die aan ‘binge drinking’ doen niet onbekend. Zeker niet algemeen gebruikelijk (godzijdank, vanwege de gevaren), maar ik heb al wel berichten gelezen van jongeren die vodka rechtstreeks in een ader inspuiten – om nog sneller dronken te worden… Maar goed, dit zijn toch ver gezochte problemen.

Veel belangrijker is het probleem van andere bedwelmende middelen. Laten we nu aannemen wat ook de grote gemeenschap van moslims aanneemt: alcohol drinken mag eigenlijk niet. Maar wat is de reden daarvan? Het Arabische woord ‘khamr’ zou afgeleid zijn van ‘khamara’, wat versluieren, benevelen betekent.

(Ik kan dat zelf niet controleren, maar ook de mensen in je omgeving die Arabisch spreken weten dat niet – dus het is weer geen argument om eerst Arabisch te moeten leren alvorens men de Koran kan lezen: nodig is hier niet kennis van het Arabisch ‘zo maar’, maar een diepgaande analytische kennis van de structuur van de Arabische taal, en die heeft slechts een heeeeel kleine minderheid van Arabisch sprekenden.)

Maar als het juist is dat ‘khamr’ en ‘khamara’ met elkaar te maken hebben, dan wordt duidelijk waarom de Koran het gebruik van alcohol afraadt: het benevelt de geest en vertroebelt zo de juiste weg naar Allah – zo zou men zich de redenering ongeveer kunnen voorstellen. Maar als DAT inderdaad de reden is, dan moet de vraag in elk geval gesteld worden of niet ook andere middelen daartoe horen. Dit is een levensgroot probleem voor de islam, maar in feite voor vrijwel elke godsdienst die zich op ‘heilige’ teksten beroept. Immers, die teksten werden vele honderden of zelfs duizenden jaren geschreven, in een wereld die er fundamenteel anders uitzag dan onze wereld van vandaag. Vandaar dat veel hedendaagse problemen hoegenaamd geen duidelijk antwoord vinden in die oude godsdienstige teksten, en omgekeerd, dat heel wat van de morele voorschriften in die teksten stammen uit de tijd waarin die teksten werden opgeschreven, en voor onze maatschappij niet meer bruikbaar zijn. Zo heeft Allah zijn ‘tekenen’ aan de mensen gezonden. Eén van die tekenen is een vrouwtjes-kameel, die je volgens de Koran moet laten grazen, zoals in soera 7, vers 7:

This she-camel of Allah is a Sign unto you. (Ali, p. 168)

Ik geloof niet dat we hier vrouwtjeskamelen in de straat mogen verwachten als teken van Allah – hier blijkt overduidelijk de oorsprong van de tekst, namelijk nomadische stammen van veehouders in Saoudi-Arabië, zo’n 1.400 jaar geleden…

Of stel je voor dat wij ons rechtssysteem zouden inrichten naar soera 5, vers 38:

As to the thief, male or female, cut off his or her hands. (Ali, p. 122)

Of vers 45:

We ordained therein for them: “Life for life, eye for eye, nose for nose, ear for ear, tooth for tooth, and wound equal for equal. (Ali, p. 123)

(Hier blijkt nog een ander aspect van de Koran: de kinderlijk-naïeve kijk op de wereld, als zou het zo eenvoudig zijn om vast te stellen wie welke overtreding waar en wanneer begaan heeft. Dat er voor een misdaad ook een bewijs moet zijn, is kennelijk van generlei waarde. Je hakt de handen maar af – en wie zal bewijzen dat dit de echte dief was? (En is iemand die zijn belastingen niet betaalt een dief? In een nomadisch samenleving komt deze vraag natuurlijk niet op.)

Maar goed, we hadden het over verdovende middelen. Mag cocaïne snuiven dus wel van de Koran? Het is geen vloeistof, wordt niet gedronken, en is ook geen alcohol. Nergens in de Koran staat dat heroïne, marihuana, of extasy-pillen verboden zijn. Natuurlijk niet, want die dingen bestonden nog niet in de tijd van Mohammed. De god die deze tekst ‘inspireerde’ (soera ) was niet erg vooruitziend. Op dit probleem zou je natuurlijk bovenstaande ‘interpretatie’ kunnen loslaten: niet alcohol op zich wordt door de Koran afgeraden, maar alle middelen die ‘khamara’, een beneveling of versluiering van de geest met zich meebrengen. Maar dan moet misschien ook het roken van tabak verboden worden??? En al die islam culturen (b.v. Somalia, Afghanistan, enz.) waar mannen de hele tijd qat kauwen? Dat is heel duielijk een verdovend middel, maar kennelijk mag het volgens de islam!… En wat met amfetamynes? Die versluieren niet, maar scherpen de concentratie juist. Is het dus OK volgens de Koran wanneer iemand aan amfetamyne-pillen verslaafd raakt? Geen antwoord in de Koran.

Het punt is hier dat dergelijke interpretaties eindeloos kunnen doorgaan (net zoals in andere godsdiensten, inclusief het christendom, trouwens), en dat diegenen die zich beroepen op een letterlijke toepassing van wat in de Koran staat, het in feite niet doen (witte wijn of vodka mag wel!), logisch ook, want je kunt hedendaagse problemen niet oplossen met een tekst die 1.400 jaar oud is. Dus je zult die teksten wel moeten interpreteren als je hem tot je levenswijzer wilt maken. Maar moet ik voor die interpretatie Arabisch kennen? Hoegenaamd niet, zoals de argumentatie hierboven liet zien.

Dat de Koran alleen in het Arabisch begrepen zou kunnen worden, is een mystificatie, of – als je wilt, een vorm van bedrog. (Maar om dat duidelijk te maken heb je in een samenleving mensen nodig die zulke argumentaties op feitelijke bewijsvoering kunnen baseren. Maar de studie die daartoe leidt, de filologie, heeft men in België afgeschaft: zie daarvoor elders op deze site het stukje over ‘Germaanse’.)

Referenties

Ali, Abdullah Yusuf. The Holy Qur’an. New Delhi: 2009.

Abdel Haleem, M.A.S.: The Qur’an. Oxford University Press, 2005.

Arkoun, Mohammed. Le Coran. Paris: Flammarion, 1970.

Bobzin, Hartmut. Der Koran. Eine Einführung. München: Beck, 1999.

Henning, Max. Der Koran. Stuttgart.

Nagel, Tilman. Der Koran. Einführung – Texte – Erläuterungen. München: Beck, 1983.

Youtube filmsYoutube films

Youtube filmsYoutube films

Gedurende ons verblijf in in Mali hebben we meerdere korte filmpjes opgenomen, om ons verblijf te documenteren. Nu we weer in Europa zijn en over snelle internet verbindingen beschikken, hebben we een aanzienlijk aantal van deze filmpjes op Youtube gezet, waar je ze in alle rust kan bekijken als je wilt. Ik heb geprobeerd, bij de meeste filmpjes in enkele woorden te beschrijven waar het over gaat.

Hoop dat ze je kijk op Mali en ons project verhelderen!

 

FILMS OP YOUTUBE

 

 

http://www.youtube.com/watch?v=tYdjoAHHMMA&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(BOY PLAYING IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=1kSEZVDj9aY&feature=g-upl&context=G2515dbeAUAAAAAAADAA

(LOSLOPENDE KOEIEN)

 

http://www.youtube.com/watch?v=wCcr5KRB7vs&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(TREELEAVES FOR THE TOILETS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=VuBQ7UeAnPI&NR=1&feature=endscreen

(SOULEYMANE MAAKT STENEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=8aCLovgN94U&feature=g-upl&context=G259654dAUAAAAAAAJAA

(SPELENDE KINDEREN OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=dDQBNTBD8rE&feature=g-upl&context=G2960a19AUAAAAAAAHAA

(JOELENDE KINDEREN OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zAIutF__1mA&feature=g-upl&context=G28a214cAUAAAAAAAGAA

(BALSPEL OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=vL6dIG__az4&feature=g-upl&context=G24b0119AUAAAAAAAFAA

(BALSPEL VAN NABIJ.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Tg5fio145E0&feature=g-upl&context=G23935c5AUAAAAAAAEAA

(DE KRING VAN MEISJES TIJDENS HET BALSPEL.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zNkK7reGlA0&feature=g-upl&context=G2aee442AUAAAAAAAIAA

(WOMEN IN THEIR VEGETABLE GARDENS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=aiLA8lryIf0&feature=g-upl&context=G2714fabAUAAAAAAAKAA

(TEACHER DAOUDA IN CLASS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=yIH-PNOffkU&feature=g-upl&context=G2c9f0e1AUAAAAAAALAA

(SOULEYMANE AND THE VILLAGE ELDERS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=EVggnas7aV8&feature=g-upl&context=G239c5bfAUAAAAAAANAA

(VILLAGE ELDERS DISCUSS OUR RESPONSIBILITY.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=0b5rpysyr-o&feature=g-upl&context=G2054a34AUAAAAAAAMAA

(BOOT NAAR TIMBOEKTOE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=PRrBoIi1jb4&feature=g-upl&context=G27faf4bAUAAAAAAAOAA

(TWEE PRAUWEN MET ZAND.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=3hSt84_SJwA&feature=g-upl&context=G23bec58AUAAAAAAATAA

(INSTAPPEN VOOR NYAMENA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=odOMj1bQ6LU&feature=g-upl&context=G21f061fAUAAAAAAAPAA

(ACHTER DE CHAUFFEUR.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Fv0QqzV2X5w&feature=g-upl&context=G2842ee1AUAAAAAAASAA

(DE VERKOOPSTERS AAN BOORD.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=iBmLVWH-2Wo&feature=g-upl&context=G25d6ad7AUAAAAAAARAA

(VRACHTWAGEN INHALEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=a2jMeM60M40&feature=g-upl&context=G230267cAUAAAAAAAQAA

(NYAMENA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=i-hfuVPBWTk&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(BAOBAB TREE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=DxTUi8cFWeg&feature=g-upl&context=G2515dbeAUAAAAAAADAA

(BOUILLIE ENRICHIE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=KMQzH_cN9vQ&feature=g-upl&context=G2e31494AUAAAAAAACAA

(BRICKS FOR THE NEW CLASSROOM.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=w3w_-KG2-o0&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(BRIGITTE IN THE KINDERGARDEN.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=RqAwx4r1a90&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(YOUSSOUF TRAORE’S DOLLS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=cZwarfqukpE

(KALABUGU PREPARING THE FIRES FOR THE POTTERY.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ztw4jsZ7zx8

(KALABUGU THE FIRES.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ZMOkKu6czco

(DE NIGER BIJ ZONSOPGANG.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=4ya5oEcAtw4

(YOUSSOUF TRAORE’S DOLLS IN ANTWERP.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=j0J0FaAPgcU

(GOURD DECORATION IN NUMUWERE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=XjecoDZM5Cg

(MARIAM SINGING AND DANCING IN KINDERGARDEN.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=eTuppsh28sg

(NUMUWERE WOMEN SCRAPING GOURDS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=dt7Q_WnJpgU

(NUMUWERE GOURD DECORATION.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=5KY9MhJ3dYg

(NUMUWERE VISIT TO THE GOURD ARTIST.MP4)

 

 

http://www.youtube.com/watch?v=YCxDeNbC-AQ&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(ON THE BANKS OF THE BANI RIVER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ZyGRJGtnI4Y&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(THE BANI RIVER WITH PEOPLE AND ANIMALS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=KM-PlH4p0Vo

(PAPAYA’S.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ujAI20YIlSs

(STOP UNDER A BAOBAB AFTER TERIYA BUGU.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LK1PEpSamvs

(TRANSPORT IN THE SAVANNAH.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=bSp-yYfCygA

(SOROBLE AND NIGER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=tQ4_olwDwa8

(SOROBLE TERRACE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=MbZVuGpTSc4

(VISIT TO THE FINTIGUILA GARDENS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=55vXwEFjCmI

(MARGUERITE IN THE FINTIGUILA GARDENS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=bfY9PJbYdHg

(SAILING ON THE NIGER, SEEN FROM ALPHABET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=9IP3AlMRFdg

(RIET MARGUERITE AND MIMI IN RESTAURANT ALPHABET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=HrC3RmO3f0E

(POUNDING MILLET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=yqyMLIDv6c8

(THE GARDEN TOWARD THE NIGER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=TxdXysEOCBg

(TRANSFER OF MEDICATION TO BRIGITTE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=BPnslhTHAQs

(SOUVENIR SHOP IN MALI.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=qCLmhmS1e8U&feature=g-upl&context=G2d446bbAUAAAAAAAZAA

(FIRST FRENCH LESSEN IN SCHOOL.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=nLCkV9J-f6Q&feature=g-upl&context=G2d932acAUAAAAAAAYAA

(DISCUSSION OF VILLAGE ELDERS AND SOULEYMANE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=lrf1umyIpzE&feature=g-upl&context=G2b742f5AUAAAAAAAXAA

(DIGGING THE TOILETS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=b7uB_CAVCqI&feature=g-upl&context=G2b99d26AUAAAAAAAWAA

(PE KELEN FILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=kDAACw-HZPY

(REPAIRING FISHNETS AND MONKEY.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=wp4VSpZHJgQ

(YOUNG GOATS ON WALL IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Pf1dc6rD0hU

(DAILY LIFE IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=OFhE__5_9lc

(MUEZZIN IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=opVGXL3TS24

(SIKORO FESTIVAL ARRIVAL OF THE MARIONETTES.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Kg4Jxd9KqkA

(SIKORO FESTIVAL PREPARATION OF THE MARIONETTES.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Cz3fx_0nc9Y

(SIKORO FESTIVAL THE QUEEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=UQJqar3tRyA

(WASHING CHILDREN IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=kNtONqlQBwA

(SUNSET OVER THE RIVER NIGER IN SEGOU.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=TPtL3iyMwNM

(DISCUSSIONS AT THE BANK OF THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LuEvdnav_GI

(UNLOADING GOURDS FROM A CANOE ON THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=hTRhnP3Bpjc

(WOMEN GOING HOME TO FINTIGUILA WITH GOURDS ON THEIR HEADS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=6y5PSEXs-iA

(WILLIE AND FRIEND IN DISCUSSION AT THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=e_Ui9OZ7Hj4

(MANSOUR RETURNING WITH A CANOE FULL OF MARKET GOERS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=8ePYxB5nsgA

(MANSOUR AND WILLIE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ROFaBrwmlGE

(CHILDREN CUTTING ONIONS WITH A BLUNT KNIFE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=tl_P5iA9xRA

(CHILDREN WATCHING THEIR PORTRAITS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ouas6yfVkGU

(PAINTING PLASTIC BOTTLES BLACK.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=eb9dsdx2efE

(BOY ON DONKEY IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zWRE21sOP-8

(GIVING SOME FOOD TO A TALIBE BOY.AVI)

http://www.youtube.com/watch?v=076Q6ZjZj5s

(STREET IN SEGOU.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LqucBJ1JuDc

(THE MAKING OF BOGOLAN TEXTILES IN CENTRE SOROBLE IN SEGOU.AVI)During our stay in Mali, we shot various short films to document our stay. Now that we are back in Europe and have swift internet services, we have downloaded several ones on Youtube, where you can watch them if you like. I have tried to write a few words in explanation in most cases.

Enjoy!

FILMS OP YOUTUBE

 

 

http://www.youtube.com/watch?v=tYdjoAHHMMA&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(BOY PLAYING IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=1kSEZVDj9aY&feature=g-upl&context=G2515dbeAUAAAAAAADAA

(LOSLOPENDE KOEIEN)

 

http://www.youtube.com/watch?v=wCcr5KRB7vs&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(TREELEAVES FOR THE TOILETS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=VuBQ7UeAnPI&NR=1&feature=endscreen

(SOULEYMANE MAAKT STENEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=8aCLovgN94U&feature=g-upl&context=G259654dAUAAAAAAAJAA

(SPELENDE KINDEREN OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=dDQBNTBD8rE&feature=g-upl&context=G2960a19AUAAAAAAAHAA

(JOELENDE KINDEREN OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zAIutF__1mA&feature=g-upl&context=G28a214cAUAAAAAAAGAA

(BALSPEL OP HET PLEIN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=vL6dIG__az4&feature=g-upl&context=G24b0119AUAAAAAAAFAA

(BALSPEL VAN NABIJ.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Tg5fio145E0&feature=g-upl&context=G23935c5AUAAAAAAAEAA

(DE KRING VAN MEISJES TIJDENS HET BALSPEL.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zNkK7reGlA0&feature=g-upl&context=G2aee442AUAAAAAAAIAA

(WOMEN IN THEIR VEGETABLE GARDENS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=aiLA8lryIf0&feature=g-upl&context=G2714fabAUAAAAAAAKAA

(TEACHER DAOUDA IN CLASS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=yIH-PNOffkU&feature=g-upl&context=G2c9f0e1AUAAAAAAALAA

(SOULEYMANE AND THE VILLAGE ELDERS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=EVggnas7aV8&feature=g-upl&context=G239c5bfAUAAAAAAANAA

(VILLAGE ELDERS DISCUSS OUR RESPONSIBILITY.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=0b5rpysyr-o&feature=g-upl&context=G2054a34AUAAAAAAAMAA

(BOOT NAAR TIMBOEKTOE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=PRrBoIi1jb4&feature=g-upl&context=G27faf4bAUAAAAAAAOAA

(TWEE PRAUWEN MET ZAND.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=3hSt84_SJwA&feature=g-upl&context=G23bec58AUAAAAAAATAA

(INSTAPPEN VOOR NYAMENA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=odOMj1bQ6LU&feature=g-upl&context=G21f061fAUAAAAAAAPAA

(ACHTER DE CHAUFFEUR.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Fv0QqzV2X5w&feature=g-upl&context=G2842ee1AUAAAAAAASAA

(DE VERKOOPSTERS AAN BOORD.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=iBmLVWH-2Wo&feature=g-upl&context=G25d6ad7AUAAAAAAARAA

(VRACHTWAGEN INHALEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=a2jMeM60M40&feature=g-upl&context=G230267cAUAAAAAAAQAA

(NYAMENA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=i-hfuVPBWTk&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(BAOBAB TREE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=DxTUi8cFWeg&feature=g-upl&context=G2515dbeAUAAAAAAADAA

(BOUILLIE ENRICHIE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=KMQzH_cN9vQ&feature=g-upl&context=G2e31494AUAAAAAAACAA

(BRICKS FOR THE NEW CLASSROOM.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=w3w_-KG2-o0&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(BRIGITTE IN THE KINDERGARDEN.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=RqAwx4r1a90&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(YOUSSOUF TRAORE’S DOLLS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=cZwarfqukpE

(KALABUGU PREPARING THE FIRES FOR THE POTTERY.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ztw4jsZ7zx8

(KALABUGU THE FIRES.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ZMOkKu6czco

(DE NIGER BIJ ZONSOPGANG.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=4ya5oEcAtw4

(YOUSSOUF TRAORE’S DOLLS IN ANTWERP.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=j0J0FaAPgcU

(GOURD DECORATION IN NUMUWERE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=XjecoDZM5Cg

(MARIAM SINGING AND DANCING IN KINDERGARDEN.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=eTuppsh28sg

(NUMUWERE WOMEN SCRAPING GOURDS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=dt7Q_WnJpgU

(NUMUWERE GOURD DECORATION.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=5KY9MhJ3dYg

(NUMUWERE VISIT TO THE GOURD ARTIST.MP4)

 

 

http://www.youtube.com/watch?v=YCxDeNbC-AQ&feature=g-upl&context=G254d574AUAAAAAAABAA

(ON THE BANKS OF THE BANI RIVER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ZyGRJGtnI4Y&feature=g-upl&context=G2a64025AUAAAAAAAAAA

(THE BANI RIVER WITH PEOPLE AND ANIMALS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=KM-PlH4p0Vo

(PAPAYA’S.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ujAI20YIlSs

(STOP UNDER A BAOBAB AFTER TERIYA BUGU.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LK1PEpSamvs

(TRANSPORT IN THE SAVANNAH.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=bSp-yYfCygA

(SOROBLE AND NIGER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=tQ4_olwDwa8

(SOROBLE TERRACE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=MbZVuGpTSc4

(VISIT TO THE FINTIGUILA GARDENS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=55vXwEFjCmI

(MARGUERITE IN THE FINTIGUILA GARDENS.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=bfY9PJbYdHg

(SAILING ON THE NIGER, SEEN FROM ALPHABET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=9IP3AlMRFdg

(RIET MARGUERITE AND MIMI IN RESTAURANT ALPHABET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=HrC3RmO3f0E

(POUNDING MILLET.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=yqyMLIDv6c8

(THE GARDEN TOWARD THE NIGER.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=TxdXysEOCBg

(TRANSFER OF MEDICATION TO BRIGITTE.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=BPnslhTHAQs

(SOUVENIR SHOP IN MALI.MP4)

 

http://www.youtube.com/watch?v=qCLmhmS1e8U&feature=g-upl&context=G2d446bbAUAAAAAAAZAA

(FIRST FRENCH LESSEN IN SCHOOL.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=nLCkV9J-f6Q&feature=g-upl&context=G2d932acAUAAAAAAAYAA

(DISCUSSION OF VILLAGE ELDERS AND SOULEYMANE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=lrf1umyIpzE&feature=g-upl&context=G2b742f5AUAAAAAAAXAA

(DIGGING THE TOILETS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=b7uB_CAVCqI&feature=g-upl&context=G2b99d26AUAAAAAAAWAA

(PE KELEN FILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=kDAACw-HZPY

(REPAIRING FISHNETS AND MONKEY.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=wp4VSpZHJgQ

(YOUNG GOATS ON WALL IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Pf1dc6rD0hU

(DAILY LIFE IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=OFhE__5_9lc

(MUEZZIN IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=opVGXL3TS24

(SIKORO FESTIVAL ARRIVAL OF THE MARIONETTES.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Kg4Jxd9KqkA

(SIKORO FESTIVAL PREPARATION OF THE MARIONETTES.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=Cz3fx_0nc9Y

(SIKORO FESTIVAL THE QUEEN.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=UQJqar3tRyA

(WASHING CHILDREN IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=kNtONqlQBwA

(SUNSET OVER THE RIVER NIGER IN SEGOU.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=TPtL3iyMwNM

(DISCUSSIONS AT THE BANK OF THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LuEvdnav_GI

(UNLOADING GOURDS FROM A CANOE ON THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=hTRhnP3Bpjc

(WOMEN GOING HOME TO FINTIGUILA WITH GOURDS ON THEIR HEADS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=6y5PSEXs-iA

(WILLIE AND FRIEND IN DISCUSSION AT THE BANI RIVER.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=e_Ui9OZ7Hj4

(MANSOUR RETURNING WITH A CANOE FULL OF MARKET GOERS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=8ePYxB5nsgA

(MANSOUR AND WILLIE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ROFaBrwmlGE

(CHILDREN CUTTING ONIONS WITH A BLUNT KNIFE.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=tl_P5iA9xRA

(CHILDREN WATCHING THEIR PORTRAITS.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=ouas6yfVkGU

(PAINTING PLASTIC BOTTLES BLACK.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=eb9dsdx2efE

(BOY ON DONKEY IN FINTIGUILA.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=zWRE21sOP-8

(GIVING SOME FOOD TO A TALIBE BOY.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=076Q6ZjZj5s

(STREET IN SEGOU.AVI)

 

http://www.youtube.com/watch?v=LqucBJ1JuDc

(THE MAKING OF BOGOLAN TEXTILES IN CENTRE SOROBLE IN SEGOU.AVI)

 

 

 

Weer thuisWe’re back

Weer thuisWe’re back

Weer thuis! Weer in Europa. Hoewel ik al mijmer hoe snel we hier misschien zullen schrijven: “Weer thuis”, bedoelend, weer in Mali (of in Afrika).

De terugreis was een beetje avontuurlijk, omdat de Nederlandse firma Cheap-tickets onze (veranderde) reservatie had opgeheven, ondanks dat we ervoor betaald hadden. Ze hadden ons een email gestuurd met een ‘definitieve’ boeking, maar belden ons de ochtend daarna op dat ze het bedrag zouden terug storten, maar dat ze ons geen plaats op het vliegtuig konden aanbieden – zonder opgave van enige reden, en zonder enige bereidheid om een telefoonnummer van de manager te geven. Dus kunnen we iedereen alleen maar afraden om bij Cheaptickets te boeken. Mijn broer probeerde nog in België met ze te bellen, maar op geen van hun drie telefoonnummers werd opgenomen…

Maar de geestigheid en de creativitiet van de Malinezen op de luchthaven deed ons alle zorgen die door deze Nederlandse maatschappij ontstaan waren, meteen vergeten.

En alle sombere herinneringen, ingegeven door de hel die Bamako, de hoofdstad, in alle opzichten is, zijn als sneeuw voor de zon gesmolten – en het oude imago van Mali als het vredelievende en tolerante land, zijn er weer. Of dat plaatje het ook in de toekomst uit zal houden, is een spannende vraag. Op dit moment ziet de situatie er behoorlijk zorgwekkend uit: een gewapende opstand van de Toeareg in het Noorden voedt gevoelens van haat tegenover deze groep in het algemeen, terwijl tegelijk ook onvrede over de president stijgt: hij zou de rebellen niet hard genoeg aanpakken – er waren vorige week enkele demonstraties in het centrum van Bamako, met brandende autobanden in de straat, een voor Mali ongekend tafereeel. Gelukkig heeft het land nog een wijze president, die onmiddellijk op televisie opgeroepen heeft tot tolerantie tegenover alle ethnische groepen in Mali (en dat zijn er meer dan 30), waarbij hij beklemtoonde dat Mali zwart, maar OOK blank was (waarmee hij natuurlijk duidelijk op de Toeareg doelde, die de enige niet-zwarte groep in het land vormen). Daarna heeft hij een delegatie van de demonstranten alsook weduwen van gesneuvelde soldaten in zijn residentie ontvangen. Ook dat is tamelijk anders dan wat de meeste Afrikaanse machthebbers zouden hebben gedaan: die zouden zeker eerst het bevel hebben gegeven om een aantal demonstranten aan stukken te schieten, om dan te zien of er nog iemand de moed had om te protesteren…. Niet zo in Mali – tenminste NOG niet. De Toeareg rebellen hebben echter inmiddels elk staakt-het-vuren afgewezen, terwijl tegelijk in de media beelden van hun wreedheden opduiken…. Het wordt echt een test-case voor Mali.

Maar onze laatste ervaringen op de luchthaven waren dus uiterst vermakelijk, ondanks de zorgen en onzekerheid over ons ticket. Mr. Diarro (pseudoniem!) hielp ons (Mimi Coulibaly en Willie Diabate) om door alle sluizen en over alle bureaucratische horden te geraken. Dan vergat Mimi nog haar heuptasje op de security-band en was al in de wachtzaal. En bij nadere controle zorgde haar politielamp in haar tasje voor problemen, want de batterijen die erin zitten, lijken een beetje op een kogel…. En ik deed het alarm piepen telkens ik door security ging – uiteindelijk bleek het een zakje ‘Fisherman’s friends’ te zijn, dat ik prompt aan de politie-agent gaf, die daarop vroeg: “ça ne tue pas?” Dus eindelijk raakten we aan bood, kregen goede bediening, maar hadden toch dat vreemde gevoel in de buik, dat we dit nu alles voor onbepaalde tijd zouden moeten achterlaten – ons verblijf had duidelijk dieper in ons gesneden dan we aanvankelijk gedacht hadden.

Casablanca, waar we 6 uur op een aansluiting moesten wachten, was een eerste station in onze overgang van Afrika naar Europa. Om te beginnen was alles er zo GROEN buiten, een kleur die we de laatste vijf jaar vrijwel niet meer hadden gezien. Onze ogen leken te denken dat alle kleur in de natuur zich tussen geel en rood moest bewegen – andere mogelijkheden waren er kennelijk niet meer. Maar uitgestrekte velden die volledig GROEN waren, het leek echt shockerend. En dan waren er de mensen: ze waren allemaal WIT! En ook dat hadden we het laatste halve jaar bijna niet meer gezien…. Die shock werd nog erger toen we in Brussel aankwamen. En zelfs nu, na een week, voelt het uiterst merkwaardig op straat: allemaal blanke mensen. Telkens ik een zwarthuidig iemand zie, voel ik de neiging om op hem/haar af te stappen en een praatje te beginnen. Dus de (omgekeerde) cultuurshock lijkt vooral met kleuren te maken te hebben! **lach*

Maar het is hier zo bitter koud dat we natuurlijk binnen de kortste keren met zware verkoudheden in bed lagen met thermo’s hete thee. Maar het eten hier en vooral het fruit is heerlijk – maar wanneer je je hoofd eenmaal op het kussen hebt gelegd begint de film van Mali te draaien. Het is duidelijk dat het nog wel enige tijd zal duren voor we echt weer thuis zijn….We’re back! Back in Europe. Though I am already musing how long it will be before we write here “I’m back”, meaning, back in Mali (or in Africa)….

Travelling back was a bit of an adventure, because the Dutch firm Cheap-tickets disconfirmed our reservations, although we had paid for them. They had sent us an email with a ‘definitive’ booking, then called us next morning saying they would reimburse us, but could not put us on a plane – no reason whatsoever was given, and no willingness was shown to provide a telephone number of a manager. So the only thing we can say is to avoid booking with this company. My brother tried to ring them from Belgium, but there was NO answer to any of their three phone numbers…

But then the wit and the creativity of Malians at the airport made us forget everything that this Dutch company had caused in terms of worry. So any memories of our last days, tarred as they were by the hellish nature of Bamako, the capital, were alleviated, and brought back to the old image of Mali as the pleasant and tolerant country. Well, whether that image will prevail in reality in the near future is going to be quite exciting. At the moment, the situation looks grave: an armed rebellion by Touareg in the North is feeding bad feelings toward the group of Touareg in general, while at the same time stirring anger toward the president that he does not do enough to quench the rebellion – there were several demonstrations in the center of Bamako at the beginning of the week, with burning tires in the street, a sight completely alien to Mali. Fortunately, the country still has a wise president, who has immediately called for tolerance among all ethnic groups in Mali on national television, also emphasizing that ‘white’ people (meaning Touareg, of course) also belong to Mali. He then received a delegation of the demonstrators and of the widows of fallen soldiers in his residence. That is quite different from what most rulers in Africa would have done: they would first have given order to shoot a number of demonstrators to shreds, and then watch whether the remainder still have the guts to continue. Not so in Mali – at least not for the time being. The rebels themselves, however, have meanwhile repudiated a government proposal for a cease fire – while gruesome pictures of atrocities committed by them are turning up in the media…. And Médecins sans Frontieres is calling back all its personnel from the North of the country – and this is an organization that does such a thing only when matters are grave. It will be a real test-case for Mali.

But our final experiences were made good at the airport. Mr. Diarro (pseudonym) helped us (Mimi Coulibaly and Willie Diabate) to get through all the checkin problems (with not being registered in the system – despite our reservation on the website of the airline!) as with all other problems. Mimi forgot her waist bag at security, and the police lamp in it caused problems because the batteries looked like a bullet! I got the the alarm off each time I went through security, when it turned out to be a packet of ‘Fisherman’s friend’ – which I gave to the police officer, who asked: “ça ne tue pas?” (that doesn’t kill, does it?) So we finally got on board, got good service, but had this funny feeling inside, leaving all this behind for a while: our stay has cut much deeper than we had originally thought it would.

Casablanca, where we had to wait for 6 hours, was a first stage in our transition from Africa. First of all, everything outside was GREEN, a color we hadn’t seen much of for the last 5 months. Our eyes seemed to think that everything in nature had to be between the shades of yellow and red – other possibilities were excluded. But large fields completely GREEN, it really looked shocking. Then there were the people: most of them were WHITE! We had hardly seen any in half a year!… This shock deepened when we finally got to Brussels. And even after having been here for a week, it still feels strange in the streets …. Every time I see a black-skinned person I have the inclination to walk up to him/her and start a chat. So the (reverse) culture shock seems to be mainly in terms of colors!… **smile*

But then it is so bitterly cold here we both get serious coughs and spent a good time in bed with flasks of hot tea. But the food, especially the fruit here is a delight! But once you put your head on the pillow, a film of Mali starts rolling in your head. It is clear that it will be quite some time before we will have really arrived back here….

Voorlopig laatste bezoek aan FintiguilaPreliminary last visit to Fintiguila

Voorlopig laatste bezoek aan FintiguilaPreliminary last visit to Fintiguila

23 januari 2012, ons laatste bezoek (voorlopig) aan Fintiguila, we vertrekken zonder Souleymane (die is in het buitenland) en na overleg met Nadia, zijn vrouw – maar ook met een enigszins zwaar gemoed: wat is er in die laatste maanden niet allemaal veranderd in het dorp! En daarvan moeten we nu voor enige tijd afscheid nemen.

We nemen twee metalen koffers mee, waarin men voedsel en waardevolle dingen (zoals boeken, papier, e.d.) kan bewaren tegen muizen en termieten, alsook zo’n 200 uitgeplante boompjes: 150 moringa en 50 citroenboompjes. Die gaan we eerst afgeven aan het dorpshoofd, die ons uitdrukkelijk bedankt. Oorspronkelijk was het Mimi’s bedoeling dat de moringa’s binnen het hekken van de gemeenschappelijke tuinen zouden worden geplant, zodat er een ring van bomen zou ontstaan (en waarmee we de produktie van de voedselrijke moringa-bladeren zouden kunnen beginnen). En dat elke vrouw een citroenenboom zou krijgen voor haar eigen erf, waarvan ze binnenkort dan ook citroenen zou kunnen plukken voor eigen gebruik in het gezin. Maar zo eenvoudig gaat dat natuurlijk in Afrika niet, want eerst moeten de mannen van het dorp hier hun zeg over doen. Dus ontstaat er meteen een palaver hoe men het aanplanten van die bomen gaat aanpakken: nee, vrouwen een eigen boompje, dat gaat de mannen te ver, alle bomen moeten in de gemeenschappelijke tuin worden aangeplant.

De mannen gaan de putjes graven waarin de boompjes moeten komen (alsof de vrouwen dat niet zelf kunnen…) en dan mogen de vrouwen ze in de grond steken. Dat putjesgraven gaat vanavond gebeuren, maar is natuurlijk de volgende ochtend nog steeds niet gebeurd. Maar goed, ze zijn een keer van goede wil en in de loop van de ochtend gaat het dan echt plaatsvinden. Hawa, onze vertaalster-assistente, zegt wel twintig keer tegen de mannen dat ze de putjes op een afstand van minstens 50 cm van de omheining moeten graven, maar dat is natuurlijk wel het laatste wat je als Afrikaanse man doet, luisteren naar een vrouw: dus staan nu de boompjes allemaal op 5 cm van de omheining, waardoor binnenkort de helft van de takken buiten het hek zal steken, uitstekend voer voor de geiten en schapen. Hawa zweert erbij dat ze de volgende week de mannen die putjes opnieuw – en nu op de juiste plek – zal laten graven, maar dat moet ik nog zien. In ieder geval staan er nu 200 bomen in de gemeenschappelijke tuin geplant. We zijn benieuwd hoeveel er daar nog van zullen staan wanneer we b.v. over een jaar terugkomen…

Maar het belangrijkste nieuws is wel dat een nieuwe juf voor de kleutertuin met ons is meegekomen: Brigitte (want een christene) is een jonge Malinese die van aanpakken weet, meteen werk ZIET en aan de slag gaat, spontaan vertaalt als mensen ons in het Bambara aanspreken (of omgekeerd), terwijl we daar bij Hawa om moeten bedelen (terwijl zij juist daarvoor betaald wordt!). EN: ze heeft ervaring als kleuterjuf. Binnenkort is hier een filmpje te bekijken van haar samen in de klas met haar peuters en kleuters. (Het internet is hier zo traag dat het uploaden niet lukt.) En ze besluit meteen de eerste dag al dat ze in het dorp blijft – een brommer heeft ze niet nodig, ze blijft gewoon. Het is een fantastische aanwinst, zo iemand als leerkracht in het dorp te hebben!! We speculeren erover of het komt dat ze christelijk is opgevoed in plaats van islamitisch, we hebben dat nog enkele keren gezien, maar daarvoor is onze steekproef toch wel wat te klein om te veralgemenen. In ieder geval pleit het weer voor Mali dat die vermenging van godsdiensten kan en op geen enkele vorm van verweer stuit. Ze heeft zelfs christelijk-Malinese (mooie) muziek meegenomen, en onze (moslim) chauffeur draait het de hele rit naar Fintiguila!

Verder loopt in het dorp alles gesmeerd: er zijn nu 2 tafeltjes aangekomen, gemaakt in een naburig dorp, de erste tafels in Fintiguila – helaas op de dag dat we vertrekken!… Maar wat een lust om het gasfornuis op een TAFEL te kunnen zetten in plaats van in het zand, en er nu bijna zeker van te kunnen zijn dat de kippen niet in de kookpot meer kunnen kakken…. Overigens zag ik een klein jongetje zijn grote behoefte doen vlak in de ingang tot de koer: vrij groen en waterig. Binnen de 10 seconden stonden de kippen het op te pikken – dezelfde kippen die straks met de mensen mee uit dezelfde teil eten en die het snot uit de neus van de kinderen komen pikken als ze slapen….

Nou ja, alles loopt gesmeerd: Mimi zag hoe maandagmiddag een jongetje met een dikke stok op de kop van een geit aan het slaan was en haar poten waarschijnlijk heeft gebroken – het dier was een beetje weerspannig toen het jongetje haar aan een paaltje wou vastbinden. Het dier wankelde en haar geklaag sloeg over. Dinsdagmiddag zien we Drahmane en Sedou een dode geit wegdragen. Niemand zegt iets, niemand vraagt iets, waarschijnlijk is het weer zoiets als ‘Dieu le veut”…. Diezelfde middag lig ik even op een bank te rusten, doe mijn ogen even dicht, maar 10 minuten later hoor ik zo’n kabaal vlak naast me dat ik ze weer open doe. Op de grond ligt een jongen van een jaar of 10, boven hem torent Kadisja die bezig is hem grondig af te rossen. Hier is de jonge, tengere Kadisha, die nooit wat zegt en alles goed vindt, die werkt als een paard, die nu tekeer gaat als een furie – ze schopt en slaat de jongen waar ze hem maar raken kan. Ik kan het doffe geluid van haar slagen op zijn rug en borst horen. Want vergeet niet: vrouwen hier hebben de kracht van een bokser: Kadisja hijst zonder problemen een jerrycan van 30 liter water op haar hoofd, en gaat dan naar huis, met in 1 hand nog een emmer water (en natuurlijk een kind op haar rug). De jerrycan op haar hoofd kan ik zelf nauwelijks optillen. Dus een mep van een vrouw hier is iets anders dan in Europa. Ik zie dat twee vrouwen toesnellen en Kadisja van de jongen af trekken, maar ook dan gaat zij door met slaan…. Wat als die vrouwen niet hadden ingegrepen? Dragen ze dan morgen een dood jongetje in plaats van een dode geit weg, en zegt of vraagt weer niemand iets, en denkt iedereen “Dieu le veut”?… Kindermishandeling in familieverband komt hier op grote schaal voor, en vaders die hun kinderen doodslaan is hier zo doodgewoon dat er openlijk over gepraat wordt. Een politie-onderzoek komt er nooit. Hoe zou de politie zich daarmee bemoeien? Die heeft er noch de opleiding voor (er bestaat geen politieschool in Mali, de opleiding is die van militair…, en dus kennen politie-agenten zelf de wet niet) en evenmin de personele en andere middelen. En de gemiddelde agent moet zorgen om voldoende boetes voor eigen rekening te verstrekken – om zijn gezin in leven te houden!

Later zit ik op de bank naast een vrouw (ik ken haar naam niet) met een kleine baby, ik vraag jongen of meisje en haar naam: Djelika, neem haar op de schoot bij mij en leg haar zo dat ze mij de hele tijd kan zien. Ze is hooguit 2 maanden oud, denk ik, en heeft nog helemaal niet de angst die kleine kinderen hier voor blanken hebben. Ik begin wat tegen haar te praten en onmiddellijk komt er reactie: lachen, mondbewegingen, geluidjes maken. Dus de kinderen hier zijn net als elders in de wereld: interactie activeert hen. Ik geef na een kwartier Djelika terug aan haar moeder die haar weer op de typische wijze in de arm neemt. En Djelika verzinkt opnieuw in haar lethargie, de lethargie die dit hele land in zijn greep houdt….

Samen met Daouda heeft Mimi nu alle kinderen ‘gesorteerd’ in de 3 klassen: 2 van de lagere school (samen 80 kinderen) en 46 (!) kinderen in de kleutertuin. Er worden weer wonden geheeld en zieken verzorgd, er is ‘s avonds een causerie voor de vrouwen, en we brengen afscheidscadeautjes naar het dorpshoofd. Het afscheid nemen valt niet mee – gelukkig (in zekere zin) valt er niet veel te zeggen, want we verstaan elkaar niet. Maar twee dingen maken mij overgelukkig: ‘s middags ben ik bezig ons tentje leeg te maken en de kinderen van de kleutertuin (er is alleen ‘les’ in de ochtend) komen in groep naar me toe: “Willie, Willie,….!” en beginnen voor mij de typische bewegingen voor te doen die ze intussen goed uit de gym-les kennen (want elke ochtend onder leiding van Daouda oefenen). Ik zou enkele extra oefeningen met ze kunnen gaan doen, maar moet uitkijken met mijn energie – en ik moet zelf zorgen dat ik gezond en wel kan blijven functioneren. Dus zeg ik: “Awo, sini sogoma!” (Ja, morgen ochtend!) Tegelijk beginnen andere kinderen handbewegingen te maken dat we een spelletje ‘bikkelen’ kunnen spelen. Maar ik denk, ja, maar je moet met elkaar spelen, niet met mij, dat is natuurlijk aantrekkelijk, met een blanke te kunnen spelen. Maar wie schetst mijn verbazing wanneer ik een kwartier later terugkom om spullen uit de tent te halen, en de hele groep van zo’n 20 kinderen onder de boom ernaast in het zand zit … te bikkelen, en volgens de regels van het spel: om beurten met de steentjes gooien en niet meteen elkaar het hoofd inslaan. Ik ben met verstomming geslagen. Dit is het mooiste afscheidscadeau dat ik me had kunnen indenken: kinderen houden van de turn-lessen en hebben geleerd om samen rustig te spelen – en dat op enkele maanden tijd. Ik had niet gedacht dat het mogelijk was!… Daarvoor ben ik oneindig dankbaar.

Op de terugreis nemen we nog alle beelden van de prachtige baobabs in ons op: het is voor een hele tijd dat we ze niet meer zullen zien…23 January 2012, our last visit to Fintiguila, at least for the time being. We leave Segou without Souleymane (who is abroad for business) and after having planned the trip with Nadia, his wife – but also with a heavy soul: how many things have changed in the village (and in our lives) during the last few months! And now that comes to a preliminary end: in a few days we will fly back to Europe.

We take two metal cases with us, to store food and things like books and paper, to guard against mice and termites, plus some 200 tree-plants: 150 moringa and 50 lemon trees. We immediately take these to the village chief, who thanks us explicitly for our help. Originally Mimi had planned to plant the moringa trees along the inside of the fence around the communal vegetable garden so that a ring of trees would grow (which would also allow the production of the nutritious moringa leaves), and to give each woman a lemon tree for her own courtyard, so that she could soon pick lemons for her and the family. But things aren’t just that simple in Africa, because first the men must approve such a scheme. So within minutes a long palaver starts how to organize the thing, because, no, a woman with her own tree in her courtyard, that is not an option that men can approve of. So the conclusion is: all trees must be planted in the communal vegetable garden! There goes Mimi’s plan.

The men will dig the holes for the trees tonight and then the women can plant them tomorrow morning, that is the decision taken. But of course the next morning the men haven’t done what they promised. But OK, for once they are of good-will and in the course of the morning the great event of digging the holes is going to take place! Hawa, our translator-assistant, tells them a dozen times that the holes have to be at least 50 cm away from the fence, but of course that is the very last thing a Malian man will do: listen to a woman. So now all trees are at a mere 5 cm from the fence, meaning that soon all the young twigs that grow through the fence will be dinner for goats and sheep. Hawa vows that she will have them removed and put in the right place next week, but we will have to see that. In any case the communal vegetable garden now has 200 trees – we are quite curious how many will still be there if we return in – say – a year…

But the most important news that we have found a new nursery teacher: Brigitte (a Christian name, because that is her religion) is a young Malian woman who knows about work: she actually sees what there is to do and does it, spontaneously translates into French when people from the village address us in Bambara (something we have to BEG Hawa to do, in spite of the fact that she is getting paid to do exactly that!) AND: she is an experienced nursery teacher. (We’ll have a short movie of her with her children in class here shortly, but the internet is so slow here that it is virtually impossible to upload movies.) And she decides next day that she is going to stay. She does not need a motor bike because she has no intention to go to Segou regularly. She could be a fantastic gain for the village!! We speculate whether her attitude has to do with her (Christian instead of muslim) religion – we have seen a few other cases like this, but certainly our sample is far too small to generalize! In any case it is yet another sign of the tolerance of Malian society that this mix of religion causes no friction at all. Brigitte brought Christian-Malian music and the (muslim) driver plays it all the way to Fintiguila for over two hours, no problem.

In the village everything runs its course. But now two table (commanded by us) have arrived, the VERY first tables in Fintiguila – alas arriving on the day we have to leave…. But what a joy (and what a comfort) to be able to put the gas stove on a TABLE instead of in the sand, and be almost sure that the chickens will this time NOT shit in the cooking pot…. BTW, I saw a small boy defecating just at the entrance of the courtyard: he produced a rather slimy green puddle which was immediately pecked up by a hoard of chickens – the very same chickens who will later in the day peck from the same bowl from which people eat, and who will peck the snot from the nose of a sleeping child – the separation of humans and animals is certainly a next high priority to be set for the village. But how to attain it?

Well, ‘everything runs its course’: Mimi saw how Monday afternoon a young boy kept hitting a goat on the head with a heavy stick, and perhaps broke its legs, because it resisted a bit being tied up to a pole. The animal wobbled and her wailings skip to the other goats. Tuesday afternoon we see Drahmane and Sedou carrying away a dead goat. Nobody says anything, nobody asks anything, presumably it is again something of ‘Dieu le veut”….

That same afternoon I am having a rest on a bench, closing my eyes for a few minutes, but am woken up soon afterwards by a bustle: when I open my eyes I see a few metres from me a boy of some 10 years old lying on the ground, with Kadisha towering above him, hitting him as hard as she can where she can. Here is young, frail Kadisha, who never complains or never indeed says anything, who works like a horse, now raging like a fury – I can hear the hollow thuds of her fists on his back and breast. Because don’t forget, women here have the force of a professional boxer. Kadisha puts a 30 liter jerrycan on her head and walks home with it with a pail of water in one hand (and of course a baby on her back). That jerrycan I can hardly lift to pour water out of it. So an uppercut of a woman here is something else than in the West. I see two women rushing to pull Kadisha from the boy but even then she tries to hit him hard… What if the women hadn’t intervened? Would they carry away a dead boy tomorrow, like a dead goat? En will nobody say or ask anything, everyone thinking “Dieu le veut”?…  Physically injuring children is widespread in Mali, and fathers who kill their own children is not so unusual here that it is a topic that will never turn up in conversation. Nobody hesitates to mention it. A police investigation in such child murders is unheard of. How would the police intervene? They have neither the means (their training is a military training, police officers do not even know the law) nor the motivation: the average constable is busy enough raking together illicit fines in order to be able to feed his family!

Later I am still sitting on the bench (the major pastime for men in Mali!) next to a woman of the village (I don’t know her name) with a small baby in her lap. I ask boy or girl: Djelika – I take her on my knees in such a way that we look at each other – she is barely 2 months old and hasn’t got that fear for whites that older children usually have. I start ‘playing’ with her, and she reacts instantly: smiling, mouth movements, making sounds. So children here are exactly as elsewhere in the world: interaction activates them. After a quarter of an hour I give Djelika back to her mother, who puts her in her arm again in the typical way mothers hold their children here – without any interest. And Djelika slips again into her lethargy, the same lethargy that keeps the whole of the country in its grip.

Together with Daouda, the teacher, Mimi has now sorted out all children in their respective 3 classes: 2 in elementary school (a total of 80 children) and 46 children in kindergarden. We heal wounds and treat headaches, in the evening there is again a ‘causerie’ for women, in which future developments in the vegetable gardens are discussed, next to nutritional practice for toddlers, and we bid good-bye to the village chief, bringing him some small presents of our own. Bidding good-bye to the people of the village is not easy – in a certain sense it is now a blessing that we don’t understand each others’ language. But two things make me more than happy: in the afternoon I am clearing our little tent and a large group of kindergarden children (they only have class in the morning) approach me: “Willie, Willie,….!” and begin to display the movements they have meanwhile learned in the (free) morning sessions of physical education (now taken over by Daouda). I could engage in a few extra exercises with them, but reflect that I have to be careful with my energies – I have to especially take care that I can continue to function. So I tell them: “Awo, sini sogoma!” (Yes, tomorrow morning!) in my poor Bamanankan. At the same time, some of the children make hand movements indicating they want to play a game of knucklebones, a game I have taught them. But yes, I muse, very well, but you have to play among yourselves, playing with an adult white man is of course attractive. But who imagines my surprise when I return 15 minutes later to get further things from the tent, that a group of about 20 children is sitting in the sand under the tree … playing knucklebones in a disciplined way, throwing the dice taking turns and not bashing each others’ heads in. I am full of consternation. This is the most beautiful farewell present I can imagine: the children love the discipline of physical education and have learned to quietly play with each other – and that in just a few months’ time. I had never thought that this would be possible. I am deeply grateful for this.

Driving back to Segou through the savannah we absorb all images of the majestic baobab trees, which we will now miss for a while….

Kapotte GSM bedreigt Mali’s nationale veiligheidBroken mobile phone threatens Malian national security

Kapotte GSM bedreigt Mali’s nationale veiligheidBroken mobile phone threatens Malian national security

Het is 22 december en onze vriendinnen, Riet en Marguerite, zijn net toegekomen en we bewonderen samen vanop ons terras de machtige Niger, als onze ‘guardien’ met een ernstig gezicht komt vragen of ik even tijd heb voor een probleem van ons was-meisje. Als ik beneden kom zit Astan er totaal teneergedrukt bij, haar gezicht hangt bijna op haar knieën. Naast haar zit een man van een jaar of 30, schat ik, die zich voorstelt als haar ‘tonton’ (hoewel zij eerder al diverse malen heeft gezegd dat ze geen familie heeft in Segou…). Hij voert het woord, want Astan kent geen Frans. Kennelijk heeft zij 3 maanden geleden een GSM van een vriendin gebruikt, die daarna kapot zou zijn gegaan. Dat vriendinnetje is naar de Gendarmerie getogen, heeft klacht neergelegd, en werd door de gendarmes geloofd. En hoewel de ‘tonton’ inmiddels een nieuwe GSM voor het meisje gekocht had, moest Astan toch nog 30.000 CFA (45 Euro) boete aan de Gendarmerie betalen, omdat ze ‘schuldig’ zou zijn. Eerst dreigde men haar, haar daar vast te houden, daarna dat zee en gevangenisstraf van 11 maanden (!) tegemoet kon zien wanneer ze de boete niet zou betalen. Vermoedelijk kwam ze naar mij toe om dat geld te vragen, maar ik zei haar dat we dat niet betalen als die zaak met de GSM intussen toch geregeld was. De volgende ochtend om 9 u. moest ze zich op de Gendarmerie melden. Ik zei dat we er samen naartoe zouden gaan en dat er geen sprake van was dat we zo’n boete ‘zo maar’ zouden betalen – want het was natuurlijk volstrekt duidelijk dat die ‘boete’ moest dienen om de privé portemonnee van de gendarmes te vullen…

De volgende ochtend wij met de taxi daarheen. Uitstappen – we willen het plein op gaan door de 20 meter brede inrijpoort, maar meteen springen 3 gendarmes op ons af: nee, dat mocht niet, we moesten langs een deur met 3 trapjes naar binnen – maakte een groot verschil natuurlijk!… Is slechts een voorsmaakje van hoe ernstig de Gendarmerie zich van haar taak kwijt.

We mogen buiten een kantoortje op een bank plaatsnemen, terwijl zo’n 15 jonge kerels in gecamoufleerde pakken op en neer wandelen en de grote kunst beoefenen die door Oscar Wilde beschreven werd als ‘the great aristocratic art of doing absolutely nothing.” De ‘tonton’ komt er met zijn moto aan, achterop zit het andere meisje, dat de klacht heeft neergelegd. Na de rituele begroetingen zitten we met zijn vieren op het bankje te wachten. Wanneer Astan naar binnen geroepen wordt, wil ik mee, maar wordt kordaat door de gendarmes tegengehouden. Andermaal: hier WAAKT men! De ‘tonton’ wordt vervolgens in een ander kamertje binnen geroepen. Wanneer hij terugkomt, deelt hij mij mee dat men besloten heeft, de ‘boete’ te laten vallen – omdat hij zijn ‘bonne volonté’ getoond had…. (Of omdat er een blanke bij was?) Astan blijft lang weg, maar wanneer ze naar buiten komt, lijkt ze opgelucht. Niemand zegt wat. Een jonge gendarm wandelt parmantig op en neer voor onze neus. “Dus,” zeg ik, is de zaak geregeld?” Ja, hoe dat verder geregeld werd tussen Astan en haar oom, dat was iets tussen die twee werd ik ingelicht. “Alors, maintenant c’est une question de famille!?” Jazeker, dat was het. “Dus kunnen we gaan?” Jazeker. Maar iedereen blijft gewoon zitten, alsof het een toneelstuk van Samuel Beckett is. De jonge gendarm kijkt mij lachend aan: “Ah oui, c’est le Mali!…” Die uitdrukking kent eenieder die hier enige tijd verwijlt, en wil meestal zeggen: denk vooral niet, dat je het begrijpt, want bij ons (in Mali) is alles anders. Omdat hij ook voordien al behoorlijk op mijn zenuwen had gewerkt, zei ik:

–       “Ah oui, mais il ya aussi des lois dans le Mali. Meme des lois écrits.”

–       “Mais c’est un cas pour la Gendarmerie.”

–       “Pas du tout!”

–       “Alors vous ne trouvez pas que c’est un cas grave?”

Dit was duidelijk een jonge man die niet gewend was om tegengesproken te worden!…

–       “Non, pas du tout. Et surtout pas pour la Gendarmerie. Peut-etre pour la police, mais certainement pas pour la Gendarmerie.”

–       “Comment ça?”

–       “La tache de la gendarmerie c’est la sécurité nationale. Et une discussion entre deux filles sur un portable cassé n’est pas une question de la sécurité nationale.”

Daar had ie niet van terug, want dat soort argument was hem kennelijk onbekend.

“Dus we kunnen gaan?” Jazeker, en nu stond iedereen recht. We namen afscheid van de tonton en de klaagster, Astan en ik rijden met de taxi naar huis. Hoe nu de ‘question familiale’ geregeld gaat worden, mag de lezer zelf verzinnen, alsook waarom de ‘tonton’ plots zo vrijgevig was met het kopen van een nieuwe GSM.

In ieder geval was ik opgelucht dat de nationale veiligheid van Mali nu gelukkig nu gered was.It is 22 December and our friends Riet and Marguerite have just arrived in Segou, and we are admiring mighty Niger from our balcony, when our janitor comes to ask me if I have a few minutes to discuss a serious problem of Astan, our washing lady. When I get down, Astan sits there dejected, her head sunk almost on her knees. Next to her sits a youngish man, I guess around 30, who presents himself as her ‘tonton’ (while she has repeatedly said that next to her elder sister she has no relatives in Segou…) He does the talking, since Astan does not speak French. Apparently she has used a girlfriend’s mobile phone some 3 months ago, which afterwards appeared to be broken. The friend now has been to the Gendarmerie to file a complaint, and they believed her. And though the ‘tonton’ had meanwhile bought her a new mobile, the gendarmes found that our Astan still had to pay a fine of 30.000 CFA (45 Euro), because she was ‘guilty’. They threatened to keep her there at the gendarmerie, or, that if she did not pay the fine, she would face 11 months’ (!) imprisonment! Poor Astan, who cannot read nor write, nor speak French, was thunderstruck. And she does not possess a single franc, because the moment she has money she will spend it on a new dress, whig, or on fashionable shoes. Obviously they had come to us to ask us to pay the fine. But I told her we are not going to pay a fine, since the matter of the mobile had been amicably settled.

She had been summoned to appear at the Gendarmerie the next morning at 9 a.m. I tell her that we will go there together and that it would be out of the question that we pay such a sum of money – since it was crystal clear that that ‘fine’ was only to feed the private wallets of the gendarmes…

So next morning we are in a taxi to the Gendarmerie, getting out we want to enter through the 20 m wide gate, but immediately three gendarmes jump up and prevent us from entering: forbidden! We have to enter through a small door with three steps on each side – quite an important difference, of course. This is only a foretaste of the message we will get of how seriously the Malian Gendarmerie takes its mission at heart.

We are allowsd to sit down on a bench outside the offices and thus have the privilege of witnessing some 15 young guys in camouflaged uniforms walking up and down as an exercise in what Oscar Wilde described as “the great aristocratic art of doing absolutely nothing.”

The ‘tonton’ arrives on his motorcycle, with the other girl, the one who had filed the complaint, on the buddy seat. After the (in Mali obligatory extensive) ritual salutations we are sitting the four of us on the little bench. When Astan is called inside, I get up to accompany her, but am firmly prevented from entering the ‘office’. Once again the message is clear: “Here we stand!” Next, the ‘tonton’ is called into ANOTHER office – when he returns he tells me that they have decided to drop the fine … because he had been ‘de bonne volonté” (of good will). (Or was it because there was a white man sitting outside??) Astan stays inside for a quite a while – I guess they are lecturing her – but when she comes out she looks relieved. She sits down on the bench, like all of us. Nobody says anything. A young gendarme is parading in front of us.

“So,” I say, “the matter has been settled?” Yes, but how things should be settled between Astan and her ‘tonton’ is something between them. “Alors, maintenant c’est une question de famille!?” (so it’s a family matter now) Sure, that is what it is. “So we can go?” I say. Sure. But everyone remains seated, as if we are in a theatre play by

Samuel Beckett. The young gendarm looks malignantly at me:  “Ah oui, c’est le Mali!…” Anyone having lived in Mali for a while has heard this expression. It means something like: don’t get yourself any ideas that you think you understand what happens here, because with us, here in Mali, everything is different. Because he was getting on my neves before, I said:

–        “Ah oui, mais il ya aussi des lois dans le Mali. Meme des lois écrits.”

–       “Mais c’est un cas pour la Gendarmerie.”

–       “Pas du tout!”

–       “Alors vous ne trouvez pas que c’est un cas grave?”

It was clear: this was a young man who was NOT used to being contradicted!….

 

–       “Non, pas du tout. Et surtout pas pour la Gendarmerie. Peut-etre pour la police, mais certainement pas pour la Gendarmerie.”

–       “Comment ça?”

–       “La tache de la gendarmerie c’est la sécurité nationale. Et une discussion entre deux filles sur un portable cassé n’est pas une question de la sécurité nationale.”

He obviously hadn’t expected such an answer – or an answer at all!

“So we can go?” Sure, an now everybody gets up. We bid our goodbye to the tonton and the plaintiff, Astan and I drive home with the taxi. How the ‘question familiale’ will be taken care of, the reader may contrive for him/herself, also why the ‘tonton’ was so eager to buy a new mobile phone, well knowing that Astan can hardly pay it back to him.

In any case I am greatly relieved that the National Security of Mali has been safeguarded.

De mysterieuze boodschapperThe mysterious Messenger

De mysterieuze boodschapperThe mysterious Messenger

De vermoeienis van Riet na het vorige bezoek en Mimi’s wonde verhinderen hun mobiliteit en blijven dus thuis terwijl Marguerite en ik op zondag 1 januari, vergezeld van onze tolk Hauwa en de chauffeur, naar Fintiguila rijden. Daar maken we eerst onze opwachting bij het dorpshoofd, die ons verwelkomt, en ons bedankt voor de extra kleren die we voor de (vooral grotere) kinderen hebben meegebracht. Na wat ditjes en datjes met de dorpsbewoners willen Marguerite en Hauwa aan hun familiebezoeken beginnen, maar dan komt Hauwa plots met de mededeling dat er een ‘boodschapper’ is komen vragen of wij de toestemming van Souleymane hebben om naar het dorp te komen, en indien niet, dat we dan niet welkom zijn en als ‘étrangers’ beschouwd worden. Ik vraag Hauwa om de boodschapper aan het dorpshoofd te laten melden dat wij niet gewapend zijn, dat we met vreedzame bedoelingen gekomen zijn en dat we, zoals hij aan de gift van de kinderkleren en onze gebruikelijke activiteiten kan vaststellen, wij uitsluitend naar het dorp komen om te helpen.

Daarna is het wachten op de terugkeer van de ‘boodschapper’, die echter niet komt opdagen, niet na een half uur, een uur, anderhalf uur – terwijl wij zitten te wachten om met het werk te beginnen. Ik begin mij zorgen te maken over ons verblijf vannacht: Marguerite en ik slapen in tentjes buiten aan de rand van het dorp – wanneer wij niet welkom zijn en als ‘vreemden’ beschouwd worden vraag ik me af of dit hier in dit afgelegen oord in de savanne wel veilig is. Een ‘ongeval’ is makkelijk te ensceneren en de ervaring van Mimi’s aanrijding zit nog vers in het hoofd. Ik probeer Mimi telefonisch te bereiken, dat ze een jeep besteld en dat wij al onze spullen inladen met meteen terug naar Segou rijden – maar er wordt niet opgenomen. Dus een sms achtergelaten.

Uiteindelijk stelt Hauwa zelf voor om gezamenlijk naar het dorpshoofd te trekken. Die blijkt van NIETS te weten, is zeer verbaasd, laat ons met nadruk weten dat we volledig welkom zijn in zijn dorp, hij dringt erop aan dat we er de nacht doorbrengen en bedankt ons nogmaals voor de giften.

Er komt een telefoontje van Mimi dat zij contact heeft gehad met Nadie, de vrouw van Souleymane en met hemzelf, dat er niets aan de hand is, en dat Souleymane later ook naar het dorp komt met zijn motor. Ondertussen blijkt er in het dorp (volgens onze tolk) een stemming tegen Souleymane te zijn, dat ze hem niet begrijpen, ik hoor dat ook uitdrukkelijk van sommigen in het dorp. En volgens Hauwa was de ‘boodschapper’ Drahmane, de zoon (en plaatsvervanger) van het dorpshoofd, die zich nu samen met Souleymane voor de raad van ouden zal moeten verantwoorden en zal worden ‘corrigés’.

Souleymane arriveert, hij verontschuldigt zich bij mij – maar zegt er niet bij waarvoor, het was druk geweest in zijn zaak de dag voordien (wat klopt). Ook Drahmane komt zich verontschuldigen, doet zelfs poging om dat in het Frans te doen. Hij is een lieve jongen (al kan ik mij niet voorstellen dat hij ooit het dorp zou moeten ‘leiden’) maar ook hij vermeldt niet waarvoor die verontschuldigingen bedoeld zijn. Souleymane heeft de twee zussen van Mariam meegebracht, twee jonge meiden die je eigenlijk liever niet wil kennen – ze kunnen heel goed Marguerite bevelen ‘Le sel!’…. En verder kijken ze natuurlijk heel vies naar hoe hun mede-landgenoten in zo’n armoe kunnen leven…. Souleymane vertrekt enkele uren later met ze alweer opnieuw naar Segou, heeft ondertussen echter bij het dorpshoofd twee grote stukken dure stof achter gelaten, en had zijn kleermaker meegebracht, die de maten van de kinderen ondertussen heeft gemeten: de stof moet dienen om er schooluniformen uit te maken, iets wat nooit met ons besproken is – en waar ik zelf volledig tegen ben: het is weggegooid geld, de stof is veel te mooi en te kostbaar voor het leven in de brousse hier, en over enkele weken zijn die uniformen gescheurd en in ieder geval betekenen ze weer meer werk voor de vrouwen: ze om de haverklap te moeten wassen in dit woestijn-klimaat….

Ondertussen hebben Marguerite en Hauwa huisbezoeken afgelegd en heb ik me vooral bezig gehouden met de verzorging van de vele kwetsuren van de kinderen. Ik begin mijn zus eigenlijk wel gelijk te geven dat het misschien goed zou zijn wanneer de kinderen schoeisel zouden hebben: ik moet zoooo veel voetwonden verzorgen dat er inderdaad veel voor te zeggen valt. Maar wat als de flipflops of de schoenen kapot zijn? Dan begint het probleem natuurlijk weer opnieuw…

We hebben besloten om toch de nacht door te brengen, Marguerite leidt (samen met Hauwa) de ‘causerie’ van de vrouwen – waar ik niet bij hoor natuurlijk, dus ga ik alvast pitten in mijn tentje. Wanneer ik rond tienen moet gaan plassen hoor ik luid gelach van vrouwen iets verder – de ‘causerie’ loopt dus kennelijk heel gemoedelijk, wat ‘s ochtends door Marguerite bevestigd wordt.

De maandag verloopt zoals gebruikelijk en er valt m.i. weinig speciaals te melden, al spoken de gebeurtenissen van gisteren nog wel door ons hoofd. Hun interpretatie zal ons zeker nog een behoorlijke tijd bezig houden.

 Riet’s fatigue after the previous visit to the village and Mimi’s wound impede their mobility, so they stay home in Segou, while Marguerite and I (accompanied by Hawa, our Bamanan translater and the driver) go to Fintiguila on Sunday 1 January 2012. There we first pay our tribute to the village chief, who welcomes us and thanks us for the extra warm clothes (nights and mornings are chilly at this time of the year) we brought for the (especially older) children. After a bit of chitchat and the usual extended greetings with the village people Marguerite and Hawa want to start their visits to the households, meant to gauge any problems women may experience with their health, with nursing their children, and the like. But then suddenly Hawa declares that a ‘messenger’ has come by to inquire whether we have permission from Souleymane to visit the village and if not, that we are not welcome and considered as ‘étrangers’ (strangers).

I request Hawa to let the messenger know the village chief that we came unarmed, with peaceful intentions and – as he could judge from our activities and the gift of clothes – solely to help the people in the village.

We wait for the ‘messenger’ to report back to us, but none appears, not after half an hour, an hour, and hour and a half – while we are sitting and waiting to start our work, the thing for which we came here.

I start worrying about our stay tonight: Marguerite and I spend the night in little tents at the fringe of the village – I wonder whether that is still safe in this remote part of the savannah if we are not welcome and considered ‘strangers’ (whatever that may mean). Some ‘accident’ is easy enough to enact and the experience of Mimi being run over is still fresh in memory. I try to ring Mimi, that she better order a jeep to pick us up with our belongings here and drive us back to Segou before night falls – but there is no response. So I leave a text message.

Finally Hawa herself proposes to go to the village chief together. He assures us he knows nothing of these messages, emphatically invites us to stay the night at the village and repeats that we are more than welcome in his village and thanks us again for the gifts to the children.

There is a telephone call from Mimi that she spoke on the phone to Nadie, Souleymane’s wife and himself, that everything is OK and that Souleymane will later join us in the village – he’ll be coming on motorbike. Meanwhile in the village (according to our translator) some mood against Souleymane is developing, that they don’t understand his motives, I personally hear this said by some people. And according to Hawa, the ‘messenger’ was Drahmane, the son (and representative) of the village chief, who will now have to answer to the village council and will be ‘corrected’.

Souleymane arrives, he apologizes to me – though not for what, it had been hectic in his business (which is correct). Also Drahmane comes by to offer his excuses, even tries to do it in French. He is a sweet boy (though I cannot imagine him to ‘lead’ the village) but also he does not mention what the excuses are for.

Souleymane has brought along the two sisters of Mariam, two young women who are especially good at commanding (‘Marguerite, le sel!’)… And they look down with some disgust at how their compatriots are able to live in such utter poverty… Souleymane leaves again for Segou with them a couple of hours later after he has offered the village chief two large reels of textile – he had also brought along his tailor to take the children’s measurements: the textiles were intended to be made into school uniforms, something that was never discussed with us and something we certainly would have opposed: although it is widely practiced in Africa to put children into school uniforms, it is money wasted that could have better been spent on (for instance) good learning materials. The textiles are also far too fine and costly for life in the bush – and in a few weeks’ time they will be torn and dirty, which means yet again more work for the women in having to wash their children’s uniforms regularly in this dusty climate….

 

Meanwhile Marguerite and Hawa have visited a number of families and I occupied myself especially in treating all the various injuries that the children have incurred. I am beginning to concede to my sister that it may be better to give the children some footwear: I have to treat soooo many foot injuries that she may be right, after all. But what if the slippers or shoes are worn out? Then the problems starts right over again….

 

We decide to spend the night in the village after all. Marguerite (together with Hawa) directs the women’s ‘causerie’ – where I do not belong, of course, so I retire to my tent. When I have to go for a pee around ten p.m. I can hear loud laughter from the gathering, so the ‘causerie’ is certainly running its course in a pleasant way, something confirmed by Marguerite in the morning.

 

Monday runs its course as usual and there is not much special to report, though no need to remind the reader that yesterday’s events are still racking our minds. What to make of them is something that will keep our interpretive faculties busy for a while.

Vriendenbezoek aan Fintiguila

Vriendenbezoek aan Fintiguila

Ondanks het strenge ‘sermoen’ van gisteren zijn we de twee dagen daarna toch naar Fintiguila gereisd: zowel Riet als Marguerite hadden hier al maanden naar uitgekeken. Maar het is niet aan ons om hun indrukken weer te geven. In ieder geval was het voor beiden, zoals voor ons ook steeds weer, een grensverleggende ervaring.

Binnerkort verschijnt hier dus het verslag van hun wederwaardigheden….

Een haar in de boterAMore to ComeA

Een haar in de boterAMore to ComeA

Kerstavond bracht voor Mimi geen ‘Stille nacht … heilige nacht’…. Tot op heden hadden we steeds door de straatjes van Segou gewandeld, ook ‘s avonds, met een totaal gevoel van veiligheid (‘Dit is tenslotte Mali, weet je’), maar nu zag alles er opeens anders uit.

Het begon ons te dagen dat we de risico’s toch behoorlijk onderschat hadden en dat we beter niet ‘s nachts in het donker op straat zouden lopen. In zekere zin hadden we al een verwitting gekregen, toen onze zwarte Amerikaanse vriendin Monica het slachtoffer werd van een gewapende overval door twee jonge kerels op een brommer. Maar … dat was Bamako, de hoofdstad, dachten we toen nog … en DIT was Segou!

Maar op Kerstdag werd het in zekere zin nog erger. Zonder enige interesse in wat zich vorige nacht had afgespeeld beval onze Malinese medestichter van het project langs te komen – omdat hij ons een preek wou geven. Hij had kleine dingen opgemerkt, zo begon hij, die hij onprettig vond en waarvan hij wist dat ze zouden uitgroeien tot grotere problemen, en die volgens hem het project in gevaar zouden brengen. Daarom had hij zich in zichzelf teruggetrokken en het contact met ons vermeden, zodat hij in alle rust de situatie kon overzien, waarover hij ons nu zou inlichten….

Er waren drie onderwerpen die hij wou bespreken. Eén ervan betrof het feit dat Mimi twee Europese bezems had gekocht en de leerkracht had uitgelegd hoe je deze kon gebruiken om met nat zand de klassen te vegen in plaats van met van die korte Malinese borsteltjes waarmee je bijna met je gezicht tot tegen de grond gedwongen werd – om dus ook al het stof in te ademen dat je opwierp. Dat was fout, volgens hem, want dat was een belangrijk punt dat we vooraf hadden moeten bespreken. (Misschien moeten vrouwen altijd gebogen werken en mogen ze niet rechtop staan, volgens de Malinese mannelijke ideologie?….) En in ieder geval had hij die bezems dienen te overhandigen!….

Het tweede punt ging over het feit dat ik een filmcamera aan de leerkracht had getoond, met het verzoek om samen met de andere leerkracht een groepje kinderen samen te stellen en met hen een eenvoudig ‘scenario’ op te stellen, wat ze in hun dorp wilden op film vastleggen. (Het was de bedoeling om dat filmpje uit te wisselen met een gelijksoortig filmpje dat door kinderen in een Antwerpse school werd gedraaid, het geheel als onderdeel van een Antwerps project om de Noord-Zuid interactie en begrip te bevorderen.) En hoewel ik vooraf uitdrukkelijk over dit project met onze compagnon gesproken had, was ook dit fout, want hij had die camera moeten overhandigen. (Dat hij op zich tijdens die dagen angstvallig voor ons verstopte, was geen reden…)

De laatste zaak had te maken met de 120 warme truitjes die we voor de kinderen hadden gekocht, omdat het in de vroege uurtjes en ook tijdens de ochtend nog behoorlijk koud was en de meeste kinderen slechts kapotte lompen aan hun lijf hadden. We hadden de kleren aan het dorpshoofd gepresenteerd, maar toen ze na twee dagen nog niet uitgedeeld waren, vroegen we ons af waar ze gebleven waren, temeer omdat de kinderen ‘s ochtends bibberden van de kou…. Dus drongen we er bij onze medestander (die ook vaststelde dat de kinderen het koud hadden) op aan dat ze meteen werden uitgedeeld. Later bleek, steeds volgens onze compagnon, dat het dorpshoofd zich bij hem beklaagd had, zogezegd omdat we onvoldoende vertrouwen in hem getoond hadden door ons ongeduld … hoewel hij (de dorps-chef) persoonlijk bij de verdeling van de klederen aanwezig was….

Deze ‘preek’ maakte overduidelijk dat het evenwicht tussen het dorpshoofd, onze mede-oprichter en onszelf uiterst fragiel is. Voor ons lijkt het er sterk op dat beide Malinese mannen minder geïnteresseerd zijn in het oplossen van de problemen van de kinderen en vrouwen in het dorp dan in het ophouden van hun traditionele mannelijke superioriteit. En nog erger: van de oorspronkelijke samenwerking in ons team van drie bleef kennelijk niets meer over, omdat onze Malinese medestichter erop stond dat hij vanaf nu de ‘baas’ zou zijn over het project….

Pikant detail: hoewel onze nieuwe ‘baas’ geweigerd had om naar ons toe te komen – een verzoek van ons vanwege Mimi’s ernstige beenwonde die ze de nacht voordien had opgelopen, vroeg hij nu niet eens naar wat er gebeurd was. Dus Kerstmis bracht evenmin stille muziek, maar integendeel het besef dat we behoorlijk moeten gaan nadenken over ons gedrag en onze verhouding hier.Christmas eve wasn’t ‘a silent, holy night’… Until now, we had walked the streets in a feeling of total security (“This is Mali, you know”) but now all of a sudden things turned out differently.

It dawned on us that we had underestimated the risks and that we should no longer go out at night. In fact we had been forewarned in a sense, as our friend Monica, a black American young woman, had been robbed by two young armed guys on a motorbike. But … that had been Bamako… and this was Segou!

But Christmas day it went even worse .. without showing any interest in what had happened the night before, our co-founder of the project ordered us to come and see him – as he wanted to give us a ‘sermon’. He had noticed small things, which did not please him but which he surmised were going to threaten our project in the future, and that therefore he had chosen to retire but now intended to enlighten us….

There were three topics. One was that Mimi had bought two ‘European’ brooms and had explained to the teacher how to sweep the classroom floor with wet sand instead of using two ‘Malian short handbrooms’. (These make terrible dust clouds especially for the one that is using them). That was wrong, since we should have discussed this thing first with our companion and he should have handed them over to the teacher.

The second point was, that I had shown a film camera to the same teacher, with the request to build a small group of pupils to prepare some simple scenario of what they wanted to record on film in their village. (They would later swap films with one made by pupils in Antwerp – the whole being part of a project to promote North-South interaction and understanding.) And although I had discussed this project with our companion, he considered it up to him to hand over the camera.

The final issue had to do with the 120 warm clothes we had bought for the children, because it was really cold during the early hours and the morning, and most of the kids had just torn rags. As we had presented them to the village chief and they hadn’t been distributed two days later we had been wondering where they had gone, especially since the children were shivering. So we had insisted on their immediate distribution with the accordance of our companion. But later on, the chief had complained that we hadn’t shown confidence in him by doing so…although he personally had distributed them.

All this shows that the balance between the chief, our companion and us is very fragile. For us, it seems as if both of them are less interested in solving the problems of the village children and women than in keeping up their male superiority feelings. And even worse, it showed that there was little left of our original cooperation of the three of us, as our companion stressed he was now going to be the ‘boss’ of the project…

Interesting detail: although our companion had refused to come to us as Mimi was suffering from her wound from the night before, he did not even inquire what had happened… So, Christmas day did not bring any silent music either, but rather the realization that we have to do a good deal of re-thinking of our behavior….

Handen en passanten

Handen en passanten

Handen en passanten

We schudden handen, zwarte handen allerhande, als passanten aan het leven van enkele Malinezen. Hun handen zijn lang en mager, heel donker aan de bovenkant, rozig tot wit binnenin.

Alleen baby’s, op de rug van hun moeder vastgebonden, hebben zachte, propere handjes. Het is heerlijk om ze aan te raken. De frêle vingertjes omklemmen jouw vinger en laten niet meer los. Kinderen die kruipen of net kunnen lopen, hebben magere, vuile handjes. Hun nageltjes zijn lang en gescheurd. Ze graaien ermee in het smoezelige zand, wrijven ze dan aan hun snotneus en steken ze verlegen in hun mond.

De handen van iets grotere kinderen zijn skeletjes. Eén handje steekt slapjes in het mijne, als we door de steegjes van Kolobougou stappen. Het voelt ruw aan. Het stof en de rook van het vuur hebben het uitgedroogd; de honger trok de kracht eruit.

Jonge meisjes in de stad laten hun handen met henna versieren als ze daar de tijd en de middelen voor hebben. De tekeningen zijn fijn en kunstzinnig. In de dorpen is daar geen spoor van te bekennen; daar sleuren meisjes met jongere broertjes en zusjes op de rug  en met grote lasten op het hoofd.

De handen van vrouwen zijn ruw,  gebarsten en gewond. Hun nagels zijn plat en dik. In de tuinen schud ik natte, eeltige handen.

Mannenhanden zijn heel verschillend, afhankelijk van wat ze doen. Van vissers zijn ze ruw en vol kloven. Een man komt zijn hand laten verzorgen; hij heeft een diepe kloof tussen duim en wijsvinger. Het voelt als afgebrokkeld wrakhout. De lederen huid vertoont barsten. Handen van mannen die autorijden of helemaal niets doen, zijn dikker en gladder.

De “uitgestoken hand” is in Mali weer in volle opmars. Bambara sprekende kinderen komen in een dorp naar ons toegelopen met hun uitgestoken handje. “Donne-moi!” is het enige Frans dat ze kennen. Ze spreken het dwingend uit. Ze weten heel goed wat het zeggen wil. In een ander dorp gaat het handgebaar gepaard met het woord “faim!”. De kinderen hebben dikke buikjes en kale plekken in het grijzende haar.

In Mali schud je handen zoals overal in zwart Afrika: hand-duim-hand. Meestal geven mensen hun rechterhand. In het dorp van de kalebassen willen een paar vrouwen per se hun linkerhand geven. Dat is een teken van grote vriendschap; anderzijds weet je dat je de hand krijgt waar ze hun achterwerk mee schoonwrijven (gebeurt met water uit een plastic waterketeltje – je ziet overal van die gekleurde keteltjes staan, ook midden op straat). Voor ons, westerlingen, is het niet zo evident om al die handen vast te pakken, maar je doet het. En in de taxi naar huis nemen we desinfecterende druppels of natte doekjes en hopen daarmee komaf te maken met de bacteriën… Met die doekjes heb je geen snottebellen van de dorpskinderen opgevangen, zoals je zo dikwijls doet met die van je eigen kleinkinderen…  je voelt er je bijna schuldig om.

De handen van passanten. Het waren helende, kokende, werkende en helpende handen. Even maar. Ze zijn weer proper; onze nagels wit en blinkend.

(Riet Vanloo)

 Our friend Riet Vanloo sent us this impression after her stay with us in Mali for a fortnight.

 

Hands and passers-by

We shake hands, black hands of all sorts, as passers-by in the lives of a few Malians. Their hands are long and skinny, very dark on top, pink to white on the inside.

Only babies, bound on their mothers’ back, have soft, clean little hands. It is a joy to touch them. Their frail little fingers hug your finger and do not let loose any more. Children crawling or who have just learned to walk upright have skinny, dirty little hands. Their little nails are long and torn. They grapple with them in the dirty dust, rub them into their snot and put them shyly into their mouths.

The hands of the somewhat older children are little skeletons. One of them is put lame into mine when we walk through the alleys of Kolobugu. It feels rough. The dust and the smoke of the fire have dessicated it; hunger extracted its force.

Young girls in town have their hands decorated with henna when they have the time and the means. The drawings are artful. In the villages no trace of that; there girls are dragging younger brothers and sisters on their back and heavy loads on their heads.

The women’s hands are raw, split open and wounded. Their nails are flat and thick. In the gardens I shake wet, callousy hands.

Men’s hands are very different, depending on what they do. Those of the fishermen are rough and full of gorges. A man comes to have his hand taken care of; he has a deep gorge between thumb and index. The hand feels like crumbled wreck timber. The leather skin is cracked. The hands of men who drive cars or don’t do anything at all, are thicker and leaner.

The outstretched hand is in full swing in Mali. Children speaking Bambara come running toward us with their little hand outstretched. “Donne-moi!” is the only French they know. They pronounce it coercively. They know quite well its meaning. In another village the gesture is accompanied by “faim!” The children have swollen bellies and bald patches in their greying hair.

In Mali you shake hands – as everywhere in Africa: hand-thumb-hand. Usually people offer their right hand. In the village where they produce gourds a few women explicitly offer their left hand. That is a sign of deep friendship; on the other hand you know that they use that hand to clean their bottom after defecation (with some water out of a kettle – you notice these kettles everywhere, even in the streets). For us, Westerners, it is not that evident to shake all those hands, but you still do. And in the taxi homeward we use desinfecting drops or wet tissues and hope to put a stop to all those bacteria…. With those tissues you haven’t cleaned the nose blubber of the village kids – as you so often do with your grandchildren … you almost feel guilty about it.

The hands of passers-by. They were healing, boiling, working and helping hands. Just a brief time. They are clean again; our nails white and shining.