Auteur: Willie van Peer

Bezoek Fintiguila (3/1/2019)

Bezoek Fintiguila (3/1/2019)

Stipt om 7 u staan de auto’s klaar en vertrekken we. We stoppen iets voorbij het laatste dorp, om de ‘kathedraal’ van baobab bomen te bewonderen.

Maar door dit onoplettendheid geraken we ‘de weg’ kwijt (die er niet is) – en we belanden op een karrenspoor dat niet het juiste is. Uiteindelijk rijdt een oude man met pijp ons voor op de fiets.

Even later moet de Mercedes met mankracht worden opgetild boven een boomstronk op de ‘weg’ om te beletten dat we blijven steken.

En dan het dorp: voor Marguerite is het 7 jaar geleden dat ze nog in het dorp was, voor Mimi 3 jaar. Het dorp zelf is aanzienlijk uitgebreid met zeker een 10-tal meer huizen, die er vaak keurig bij liggen…

Maar vooral het weerzien met de vrouwen is bijzonder hartelijk. Mimi is opgetogen dat ze de moeder van Kadidja weerziet, maar die is ontroostbaar door het recente overlijden van haar zoon, die 6 kleine kinderen heeft nagelaten. Of… scheelt er iets met deze oude vrouw? Het blijft onduidelijk…

Op bezoek bij het dorpshoofd bespreken we een aantal moeilijkheden, waaronder het feit dat de gierstmolen nog steeds niet in gebruik is. Souleymane zegt expliciet dat wij ontgoocheld zijn dat het dorp niet meer initiatief neemt, dat de vrouwen al sinds 2011 om een gierstmolen gesmeekt hebben, dat onze vorige voorzitter, Paul Wouters, een hele actie op touw heeft gezet om de molen te financieren (uiteindelijk heeft de molen met bijhorende generator 5.300 Euro gekost), terwijl hij al een jaar in het dorp staat en nog steeds niet gebruiksklaar is door het gebrek aan medewerking. Er vindt een pittig gesprek plaats met de verantwoordelijke.

Uiteindelijk wordt overeengekomen dat alles voor de aansluiting in orde moet zijn op uiterlijk 30 januari – zo niet wordt de molen door Souleymane weg gehaald, en geven we hem aan een ander dorp. Het hele overleg heeft meer dan een uur geduurd, en er zijn harde noten gekraakt. Van groot belang daarbij was de inbreng van Youssouf, die zich herhaaldelijk in de discussie mengde, zowel inhoudelijk namens Mali-ka-di alsook om sommige mannen tot de orde te roepen.

Dit mag misschien enigszins negatief klinken, maar is dat niet: wij doen niet aan ‘ontwikkelingshulp’, maar aan bewustwording en het ontwikkelen van eigen verantwoordelijkheid. De samenwerking met het dorp was vanaf het eerste begin gebaseerd op de eigen inbreng van de bewoners. Wij zijn er alleen maar om dat proces te steunen. Dit is een leerproces voor beide partijen: voor het dorp om niet in inertie te vallen, voor ons om alert te blijven voor de verdere bewustwording.

De verbroedering met de mensen van het dorp is uiterst joviaal.  Overal worden handen geschud en begroetingen geuit, overal worden foto’s gemaakt.

We zien ook de tweeling terug die we 7 jaar geleden gered hebben, nu grote kinderen al:

Daarna ging het naar de klassen. We zijn diep onder de indruk van de onderwijzer van het 1ste leerjaar: op een speelse manier, en tegen een hoog ritme leert hij de kinderen Frans.

Hij laat ze allerlei opdrachtjes vervullen waarvoor ze eenvoudige Franse woorden moeten gebruiken. En die kinderen hebben er reuze plezier in.

Nadien blijkt ook Souleymane ontroerd te zijn door de kwaliteit van de les en het enthousiasme van de leerlingen na hun eerste drie maanden 1ste studiejaar.

Helaas wordt deze leermethode niet verdergezet in het 2de leerjaar. De lerares is weinig begaan met de leerlingen, helpt niet wanneer ze een rekenopgave niet goed kunnen, is zelfs enigszins denigrerend tegenover sommige kinderen.

En het leren ‘aftrekken’ met behulp van ‘bâtonnets’ of ‘stokjes’ lijkt ons totaal ongeschikt. Ook het steeds moeten verantwoorden hoe men tot een uitkomst komt, lijkt ons overdreven tijdverlies, om niet te zeggen ‘demotiverend, voor het intellectueel ontwaken’ van de leerling.

In de 3de klas zijn de kinderen bezig met het kopiëren van een tekst op bord.

Blijkbaar is deze meester door de Malinese staat aangesteld. Anders dan de overige meesters wordt hij door de staat betaald. Ook het dorp betaalt één van de meesters, Mali-ka-di de 4 overige …

De leerkracht van de 4de klas is zeer actief en luidruchtig, de opgaven zijn echter vrij triviaal: het spellen van woorden zouden de kinderen al lang moeten kunnen. En antwoorden op de vraag hoeveel lettergrepen er in “jeu-di” zijn, is niet echt moeilijk voor een 4de klas. Youssouf spreekt de kinderen nog toe, hoe belangrijk leren is voor hun toekomst.

Bij meester Henry in de 5de klas worden behoorlijke sommen gemaakt.

De grote verrassing is echter de les aardrijkskunde in de 6de klas: leerlingen duiden diverse landen van Afrika op de kaart aan en er wordt een wereldbol gebruikt.

Ook onze stafkaart van Fintiguila en omgeving hangt aan de muur. Helaas vlot het lezen niet zoals gehoopt: leerlingen komen om beurten naar voren en lezen 2 zinnetjes die op het bord staan. Uit hun intonatie blijkt dat ze de grammaticale structuur van de zinnen nauwelijks begrijpen.

Heel wat leesalbums liggen ter inzage op de lessenaar van Meester Chaka, maar wanneer een jongen een korte Franse tekst uit een willekeurig prentenboek voorleest, gaat dit gepaard met horten en stoten… Aan begrijpend lezen moet echt meer tijd worden besteed!

Tenslotte bezoeken we de les kleermakerij in het atelier. Opvallend genoeg is de vloer niet geveegd en overal ligt er reststof en rommel op de grond en in de hoeken.

De leraar knipt zelf de stof in plaats van de leerlingen, die er wat verveeld bij zitten en slechts af en toe gaat er iemand stikken op de naaimachines.

Dit is echt niet het naai-atelier dat we ons voor ogen hadden. Uiteraard is dit onmiddellijk voorwerp van gesprek – én van actie: Souleymane aarzelt niet om de leerkracht te ontslaan, temeer omdat hij voordien al een maning had gekregen.

We bekijken ook de elektriciteit, en die moet dringend afgeschermd worden, maar zo dat ze niet oververhit kan worden.

’s Middags trekken we door het hete zand naar de oever van de Bani, en nestelen ons in de schaduw van een boom. Peulh met een kudde runderen laten hun dieren in de rivier drinken. Laurens (Sidibe) en Willie (Diallo) voelen zich intussen verbonden met hun ‘stamgenoten’. En verder genieten we van de paradijselijke rust en de sfeer aan het water.

Bezoek aan Boulitoumou (1/1/2019)

Bezoek aan Boulitoumou (1/1/2019)

07.15 is Souleymane er al, maar we moeten wachten op de taxi – andere Mercedes, andere chauffeur. De reis verloopt uitstekend, tot we in Boulitoumou uitstappen – en wat merken we?

Geen probleem, denk je, platte band – gewoon het reservewiel erop! Alleen: we hebben niet de juiste sleutel: 17 i.p.v. 19. Ik denk meteen: hier staan we nog wel een halve dag voor die zaak weer in orde is. Welnu, in ongeveer een half uur staat het reservewiel erop. Iemand springt op een brommer en binnen de 10 minuten is de juiste sleutel er. Maar dan: probleem nummer 2: we hebben geen krik! Dus met tien man die zware jeep opheffen.

Dan een stut eronder, dan het wiel eraf, reservewiel erop. En wat blijkt? Probleem nummer 3: ook het reservewiel heeft onvoldoende spanning! Wat nu? Malinezen zijn ongelooflijk creatief in het oplossen van problemen.

Iemand vindt een fietspomp die past op het ventiel van de band. Dus de mannen een voor een uit alle macht pompen tot er voldoende spanning op staat.

Dan meteen met de auto naar een naburig dorp waar ze een luchtdruk pomp hebben: alle banden controleren en de oorspronkelijke band laten repareren. We stonden helemáál niet een hele dag geblokkeerd in de brousse – hooguit een uur!

Boulitoumou is een heel ander dorp. De bewoners zijn voor het grootste deel (ca. 70 %) Peulh – traditioneel nomaden / herders, maar dit dorp zijn Peulh die sedentair zijn. Het is ook een veel groter dorp: 2.225 inwoners, dat is 1.000 meer dan Touana en bijna vier keer zoveel als Fintiguila. Wat verder opvalt zijn de verzorgde huizen, geen vuilnis in de straten, veel bomen, dus veel schaduw! En vooral ook: sociaal goed georganiseerd: de dorpsoudsten zijn er allemaal al wanneer we aankomen, en alles verloopt heel gedisciplineerd, en tegelijk heel aangenaam. Terwijl de mannen de jeep repareren genieten Marguerite en Mimi van de interactie met de vrouwen, en krijgen ze meerdere baby’s op de schoot!

Maar er moet ook gewerkt worden: Marguerite mag voor het eerst in haar leven meewerken met de vrouwen en de gierst stampen:

De vergadering begint. Souleymane vindt dat Willie tussen de dorpsoudsten moet gaan zitten. Geen probleem, maar meteen merken ze mijn nieuwe schoenen, gisteren op de markt in Ségou gekocht.

Dat blijken juist de schoenen te zijn die de Peulh altijd dragen! Gek, maar dit soort toevalligheden spelen een rol – ik ben dus één van hen!

Er komen toespraken van het dorp (heel kort, ‘dank’), van Souleymane, van Youssouf.


Vergadering afgelopen, en wij naar het veld, maar een jongen (van zo’n 10 jaar) trekt onze aandacht: hij ‘bestuurt’ een heel creatief gemaakte ‘auto’ bestaande uit 4 kleine kalebassen als wielen, met daarop een lange stuur-as en bijhorend stuur. Het geheel is minstens zo esthetisch als een Lamborghini: we zijn er weg van en vragen of hij het wil verkopen, of er één voor ons wil maken.


Dat had het jongetje niet verwacht, een volwassene noemt een bedrag en wij gaan onmiddellijk akkoord. Het kereltje glundert van kop tot teen, maar zet het meteen op een lopen in volle vaart naar huis…

Er is al een schoolgebouwtje in het dorp, maar volgens mij is het veel en veel te klein voor de circa 500 dorpskinderen. Over een nieuwe school wordt voorlopig niet gesproken: voorlopig kan Mali-ka-di geen derde school aan in dit 3x grotere dorp dan Fintiguila.

Ook hier hebben de vrouwen gespaard voor een omheining, rond een braak liggend terrein van 2 ha, waarvan de grond al deels is bewerkt.

Alleen heeft niemand voorlopig geld om de palen voor de omheining te betalen. En vooral: er moet een waterput komen om de tuinen te bevloeien.

Pikant detail: op het terrein ernaast bouwt een onbekende NGO maar liefst 8 waterputten op een veld van 1 ha (en dat voor een bedrag van zo’n 55.000 Euro!). Blijkbaar springen heel wat grote NGO’s onzorgvuldig om met hun middelen: deze NGO had zonder problemen 8 andere terreinen van een waterput kunnen voorzien voor hetzelfde bedrag! Nóg pikanter is dat bij subsidieaanvragen in Vlaanderen deze NGO’s vaak om advies over een project gevraagd wordt, terwijl zij vaak het minst goed op de hoogte zijn van de plaatselijke situatie….

Drie mannen gaan naar de andere kant van ‘ons’ veld om te tonen hoe groot het is.

Na terugkomst van het veld ontspant iedereen zich, en genieten Marguerite en Mimi tussen de groep vrouwen en kinderen van intense aandacht.

Daarna wordt er gegeten, en wel in de ‘vestibule’ van het dorpshoofd, met een heuse betonnen vloer en een echte tafel: zo’n ontvangst hebben we niet eerder mee gemaakt.

Al gauw zit het kleine gebouwtje helemaal vol, en de sfeer is opperbest, iedereen smikkelt naar believen van wat we hebben meegebracht. Souleymane overhandigt een zak met moringa-zaden aan de voorzitster van de vrouwen, die hem glunderend in ontvangst neemt.

Tenslotte haalt Youssouf de kartonnen doos met prentenboeken voor de kinderen – we laten het aan het dorpshoofd over aan wie hij deze schat toevertrouwt.

Souleymane sluit af met een scherts: er moet een nieuwe naam komen voor Willie (Diallo), Laurens (Sidibe), beide Peulh namen, en Marguerite (Coulibaly, “la reine de Ségou”). Willie laat natuurlijk zijn Nike schoenen zien om te bewijzen dat hij ook tot de Peulh behoort, maar Laurens komt er niet zo gemakkelijk van af: hij moet een tweede vrouw nemen! Het dorp zal zorgen dat ze tegen het volgend jaar iemand gevonden hebben. (Niet aan Michele vertellen!)

Als tegenprestatie krijgen we van het dorp vier hanen cadeau, die we voor een officiële foto in de hand moeten houden. De hanen gaan achterin de laadruimte van de jeep, op weg naar het paradijs… Bij het afscheid duikt het jongetje Alou opnieuw op met zijn vriendjes, die in 7 haasten 4 nieuwe autootjes op kalebaswielen hebben gemaakt: we kopen ze allemaal!

Kortom, we staan versteld van de veerkracht van dit in alle opzichten prachtige dorp. De motivatie van de mensen is hoog, hun openheid naar vernieuwing opvallend. Het is duidelijk: over een jaar zijn we hier terug!

Bezoek aan Touana (30/12/2018)

Bezoek aan Touana (30/12/2018)

Om 07.30 u vertrekken we in twee auto’s: Laurens en Youssouf in een taxi, uiteraard een oude Mercedes (alle andere autootjes redden het niet op de piste), Marguerite, Mimi, Souleymane en Willie in de jeep. Het is een hele trek, want we moeten eerst een 30 km over het asfalt richting Bamako, daarna begint de piste, die ondanks de zware regenval van het seizoen in redelijk goede staat is. Toch zijn we pas om 10.30 u. in het dorp, waar we worden opgewacht door een van de (drie) dorpshoofden. (Het dorp – van ongeveer 1.200 mensen – bestaat namelijk uit drie etnische groepen: Bambara, Bozo en Somono.) En zoals diplomaten bij een audiëntie worden we eerst in een ‘anti-chambre’ voorbereid op de échte ontvangst…

Daarna gaat het naar de vergaderruimte, een open plek met een afdak tegen de zon in het midden van het dorp. Enkele ouderen zijn al aanwezig en de vrouwen zitten op 20 meter van ons op rijen stoelen.

Niet alle dorpshoofden zijn al aanwezig, daarom gaan we even naar Safiatou, onze verpleegkundige, die in het gebouwtje daarnaast bezig is met haar consultatie.

En ze zal hier de hele dag zitten, en morgen ook nog, want het gebouwtje zit propvol met moeders met baby’s en kinderen, heel veel met hoge koorts, veel malaria. Mimi trekt ook handschoenen aan en assisteert

Na een uurtje gaan we terug naar de vergadering, waar Marguerite de traditionele cola-noten overhandigt aan het oudste dorpshoofd.

Daarna beginnen de toespraken over en weer. Het volgende filmpje is de toespraak van Souleymane, ze is wel in het Bamanan, maar het filmpje geeft wel een goede indruk van het gebeuren en de sfeer.

Daarna is er de toespraak van het dorpshoofd aan ons. Het dorpshoofd bedankt voor de samenwerking en onze steun aan Touana. Maar beter dan een samenvatting kun je hier de toespraak zelf bekijken, want aan het einde zorgt Youssouf voor een Nederlandse vertaling.

Daarna gaat het naar de tuinen. Vooral om de omheining te gaan bezichtigen: die is voor 1/3 betaald door de vrouwen, 1/3 door de stichting van Souleymane, onze partner, en 1/3 door Mali-ka-di. We streven zulke samenwerking na, waarbij de bewoners zelf ook een ernstige bijdrage leveren. Concreet heeft elke vrouw gedurende vier maanden 2.500 CFA gespaard, omgerekend zo’n 3,5 Euro. Dat lijkt weinig, maar we kunnen onze lezers en sympathisanten verzekeren dat dit voor vrouwen in een dorp hier een aanzienlijke som betekent. Zo’n bedrag opzij zetten kan niet in één keer, vraagt dus een behoorlijke discipline om maandenlang kleine bedragen te sparen. En dat bedrag niet uit te geven, is voor mensen die aan de rand van het bestaan leven, geen eenvoudige zaak.

De vergadering verandert dus meteen in een lange processie naar de moestuinen, die buiten het dorp liggen, op een wat hoger gelegen plek, zodat ze in het regenseizoen – wanneer de rivier gigantisch aanzwelt, niet kunnen overstromen. We wandelen zo’n 20 minuten, samen met een bonte schare vrouwen en kinderen. Op de achtergrond zien we Laurens druk in gesprek.

En vooral Mimi en Souleymane, eveneens druk in gesprek, ondanks de hitte en de wind.

Er is veel geharkt in de tuintjes, om alles klaar te maken voor gebruik. Maar de percelen zijn nog niet verdeeld. Souleymane licht toe dat is overeengekomen dat elke vrouw een perceel van 9 x 9 meter ontvangt – voldoende groot, zodat een gemiddeld gezin in tijden van droogte of te kleine gierstoogst, kan overleven van de opbrengst van zo’n moestuintje. De volledige tuin is 2 ha groot. Het resterende probleem is … natuurlijk, water! Souleymane plant een waterput, maar op dit moment is die er nog niet. Plannen voor de nabije toekomst dus. Ook hier volgt weer een speech van Souleymane, afgewisseld met de toespraak van één van de vrouwen, aan het eind weer vertaald naar het Nederlands door Youssouf. Souleymane zegt dat we waarschijnlijk tot 100 meter zullen moeten boren, en dat hij dat zal doen, maar dat hij dan wel verwacht om elke keer lekker eten uit de tuinen te krijgen als hij op bezoek komt. Waarop hartelijk gelachten wordt. Zoals je kunt zien, is de sfeer heel ontspannen en hartelijk.

Daarna bezoeken we het nieuwe schoolgebouw, dat tijdens de voorbije maanden is begonnen. Het is nog niet helemaal af, maar de planning is dat in februari de kinderen naar school kunnen. Twee klassen zijn vrijwel klaar, het dak is voor een deel klaar – de golfplaten, maar daaronder moet nog een tweede laag van bamboe komen.

De ruimte binnen is in ieder geval groot genoeg, wat nodig zal zijn, want er zijn 350 kinderen in dit dorp. Het dorp zelf is twee keer zo groot als Fintiguila, het dorp waar we begonnen zijn. Hier wonen zo’n 1.200 mensen.

In vergelijking met het oude schoolgebouwtje (dat we voorlopig verder zullen gebruiken) is dit in ieder geval een geweldige vooruitgang, zoals je ziet.

En Mimi krijgt er een vriendin bij: een jonge vrouw komt naar haar toe en zegt dat ze vriendin met haar wil worden, waarvan natuurlijk foto’s moeten worden genomen!

Tijd voor de lunch! We zakken af naar een bos van eucalyptusbomen, waar ook een waterpomp staat (gift van … Saoudi-Arabië, je ziet ze hier overal. Al gauw krijgen we gezelschap van dorpelingen op brommers. Met een fiets worden matten aangevoerd. En we eten 5 broden en sardinedoosjes met telkens 2 vissen, maar ze worden niet vermenigvuldigd. Inmiddels zijn we met z’n 15-en, waaronder 2 mannen uit het dorp Boulitoumou, waar we overmorgen naartoe gaan: het typeert de betrokkenheid en motivatie van de mensen om aan hun ontwikkeling te werken.

Het wordt dus een picknick in de savanne.
En Mimi knapt een uiltje – het is heet op de middag!

Terug naar het dorp krijgen de ladies een aanbod om per brommer vervoerd te worden, wat ze niet afslaan.

Voor we afscheid nemen, hebben we nog twee kleine geschenken voor het dorp, in de eerste plaats een BEKER!

Bedoeld is die voor de klas die een opgave van een bepaalde week het beste vervuld: de klas het properst hebben gemaakt, het grootste aantal weggegooide batterijen verzamelt, enz. Tenminste, zo bedoelen we de beker, niet voor voetbal. Of het werkt, moeten we nog zien… We geven de trofee voorlopig ook aan een meisje dat er toevallig bij staat. Haar overkomt iets waarvan ze niet weet wat ze moet denken, maar ze is prachtig.

En dan hebben we nog een tas met prentenboeken. Wat er dan gebeurt, is werkelijk verbluffend: de kinderen stormen af op de man die de boekjes op zijn knieën heeft.

Het is duidelijk dat deze kinderen nog nooit een prentenboek gezien hebben! Ze dringen om hem heen en zijn duidelijk razend geïnteresseerd, zelfs als het over een beer gaat, een dier dat ze niet kennen.

Dit is duidelijk het begin van een relatie met boeken!

En dan, onvermijdelijk, moeten we afscheid nemen, en dat kan moeilijk hartelijker zijn dan hier!

Een nieuwe school in Touana!

Een nieuwe school in Touana!

De vrouwen van Touana hebben getoond wat ze kunnen! Ze hebben geld bijeen gespaard voor een stevige draadomheining rond hun 2ha grote moestuin. Die is intussen opgedeeld onder de 200 vrouwen, die hun duit in het zakje hebben gedaan. Onze Malinese partner CRDERMS en Mali-ka-di hebben de rest bijgelegd. 

In afwachting dat er kan worden geoogst hebben niet alleen deze vrouwen maar ook die van Fintiguila en Bolitoumou maandelijks de ‘sanitaire’ vorming gevolgd die Safiatou, onze ‘brousse’ verpleegster geeft: Mali-ka-di bezorgde haar een stevige moto, zodat ze gemakkelijk tot in de drie dorpen geraakt zonder onderweg vast te zitten in de modder. De actie ‘Vrouwen voor Vrouwen’ blijkt intussen een voltreffer want anders dan oorspronkelijk gedacht lijden niet zozeer de kinderen, maar de vrouwen aan de meeste kwalen en infecties!Het gevolg is dat er nu – een half jaar nadat deze actie is opgestart – er minder vrouwen ziek zijn maar er intussen heel veel kinderen ‘palu’ of moerskoorts hebben en die kan dodelijk zijn. Het regenseizoen mag dan wel voorbij zijn, er zijn ongelooflijk veel malariamuggen, die het op jonge kinderen hebben gemunt. Die zijn vaak ondervoed en hebben nog geen weerstand opgebouwd zoals de volwassenen. Slapen onder een muskietennet helpt maar gedeeltelijk. Dus is het kwestie om nu zo snel mogelijk alle kinderen een anti-malaria middel te geven…

Maar er is meer nieuws: Mali-ka-di is samen onze partner begonnen met de bouw van een basisschooltje in Touana. En zoals in Fintiguila worden hier in het eerste jaar twee klasjes voor het 1ste studiejaar. gebouwd  Met een beetje geluk kunnen de lessen in januari beginnen. Natuurlijk jammer dat de klasjes niet klaar waren in oktober wanneer het schooljaar begon maar omdat het hier in de zomer overvloedig regent en het dorp dan onbereikbaar is voor de aanvoer van zware zakken cement, kon er niet worden begonnen met het aanmaken van de stenen in ‘stabilisé’.

Het dorpsschooltje in vooraanzicht met vooraan een berg zand en ernaast een klein beetje cement voor de aanmaak van bouwstenen in ‘stabilisé’
Alleen in het droge seizoen wordt er gebouwd

Intussen staan de muren recht en wordt begonnen met het plaatsen van de bedaking en het leggen van de vloer in cement. 

Tegelijk pakken hier in België 5 bestuursleden hun koffers om tijdens het kerstverlof de drie dorpen te bezoeken, waar mali-ka-di samen met onze partner actief is. De verwachtingen zijn hoog gespannen zowel bij de bezoekers als bij de plaatselijke bewoners! Wordt vervolgd in januari…

HOT: 2-DAAGSE CURSUS OVER DE CULTUUR VAN MALI

HOT: 2-DAAGSE CURSUS OVER DE CULTUUR VAN MALI

Beste sympathisanten,

Jullie steun aan het project van Mali-ka-di wordt zeer gewaardeerd. Misschien heb je ook meer interesse in de (fascinerende) cultuur van het land Mali zelf? Ik geef een tweedaagse cursus daarover voor de vzw Amarant: over de architectuur, de muziek, de literatuur, textiele kunstvormen, en het poppenspel, maar ook over de magie, de verhouding mannen/vrouwen, over het samenleven en de politieke situatie.

De cursussen gaan door:

  • in Antwerpen (op 23 en 24 augustus, in zaal Stanislas, Grote Steenweg 75, Berchem)
  • en in Gent (op 30 en 31 augustus, Zebrastraat 30)

telkens van 10.00 tot 16.30 u.

Deze cursussen zijn wel betalend: ongeveer 50 Euro per cursus. (Mijn honorarium gaat uiteraard integraal naar Mali-ka-di!). Inschrijven gaat via de website:

https://www.amarant.be/activiteit/magisch-mali-2/

Misschien zien we elkaar daar?

ACTIE VvV: vrouwen voor vrouwen!

ACTIE VvV: vrouwen voor vrouwen!

In Mali zijn vrijwel alle meisjes en vrouwen ‘besneden’… en de praktijk gaat nog steeds door ondanks alle acties en campagnes, die dergelijke gewoontes bestrijden! Dat betekent dat zo’n 90% van alle Malinese vrouwen onnoemelijk veel lijden door chronische of steeds weerkerende ontstekingen, om te zwijgen van de problematische bevallingen en zwangerschappen. Vrouwen verdienen een beter lot, ook in Mali en in de dorpen waar Mali-ka-di actief is. Toch ligt dit thema gevoelig: het is immers een traditie, die diep in de Malinese cultuur is geworteld. Vooral de vrouwen denken dat dit MOET gebeuren – voor het geluk van het kleine meisje dat later vrouw wordt!…

Bij zoveel ‘onwetendheid’ staat Mali-ka-di machteloos… niet echter Safiatou, een gediplomeerde en ervaren verpleegster, die nu door Mali-ka-di betaald wordt om vrouwen en kinderen maandelijks met medicijnen te verzorgen in drie dorpen. Tegelijk met het behandelen van de infecties legt Safiatou ook duidelijk uit wat deze vrouwen elkaar aandoen – want moeders én grootmoeders zijn schuldig aan deze praktijk! En omdat al deze vrouwen nu, na 2 maanden, de voordelen van een behandeling ondervinden, zijn ze bijzonder gemotiveerd om er wat aan te doen: vaak wisten ze niet eens dat ze hun dagelijkse pijnen kunnen vermijden, door af te zien van een besnijdenis! VOORLICHTING is dus zeker zo belangrijk als de behandeling van de pijn. Opdat deze vrouwen hun dochters beter zouden beschermen dan hun moeders en grootmoeders…

Terwijl voorlichting niets kost, zijn geneesmiddelen niet gratis (evenmin als het loon en de verplaatsingskosten van Safiatou). Daarom deze vraag van solidariteit van vrouw tot vrouw: doe je mee om de maandelijkse kosten voor medicijnen te dragen?

Stel dat 100 Belgische vrouwen maandelijks 10 Euro bijdragen, dan kunnen zo’n 500 vrouwen worden behandeld en … uiteindelijk betaal je maar 5 Euro (tenminste indien je de fiscaal aftrekbare formule kiest: in dit geval schrijf je maandelijks 10 Euro over op het rekeningnummer BE48 5230 8027 2427 van vzw LERAARS ZONDER GRENZEN: met vermelding: GIFT MALI-KA-DI VvV). Mali-ka-di ontvangt dan jouw bijdrage in de loop van de daaropvolgende maand en jij ontvangt een fiscaal attest in de loop van het daaropvolgende jaar – tenminste indien je een totaal bedrag van 40 Euro hebt overgeschreven. Dat attest voeg je bij je belastingaangifte, waardoor je in aanmerking komt voor belastingvermindering!)

Opteer je echter voor een rechtstreeks overschrijving naar Mali-ka-di, dan kan dit op het gewone rekeningnummer van Mali-ka-di: BE43 0016 2600 1401 met vermelding: VvV (in dit geval is je bijdrage niet fiscaal aftrekbaar).

Alvast HEEL VEEL DANK in naam van alle behandelde vrouwen!

Mali-ka-di vzw, www.malikadi.org

Eindelijk medische zorg in de drie dorpen!

Eindelijk medische zorg in de drie dorpen!

Elke dag gaan nu zo’n 150 kinderen naar school in Fintiguila. Maar kinderen kunnen niet goed leren wanneer ze permanent ondervoed zijn, allerlei ziektes hebben (malaria, wormen, luchtweginfecties, …) En vrijwel alle kinderen lijden wel aan de een of andere aandoening. Dat zou niet zo erg zijn als er ook medische verzorging voorhanden was. Maar er is in mijlen in de omtrek geen dokter, geen verpleegkundige, geen apotheek, niets, niks, nada. Er is een dispensarium in Samené, een dorp 7 km ver. Maar … geen weg, alleen mul zand. Moeders met kleine babies geraken daar niet.

Om daar wat aan te doen, hebben we samen met Souleymane en zijn vrouw Nadie, sinds maart een project opgestart onder de naam ‘Soins et Santé’. Dat betekent dat maandelijks kinderen en vrouwen medisch onderzocht worden en de vrouwen ook vorming krijgen over essentiële zaken als voeding, hygiëne, voorkoming van ziekten door het gebruik van zuiver water… Dat medisch onderzoek en die vorming gebeurt door Safiatou, een gediplomeerd verpleegster met veel kennis en ervaring die in het ziekenhuis in Segou werkt, en extra tijd vrij krijgt omdat zij ’s nachts werkt.

Zij reist met de auto naar het dorp en blijft er een nacht, om zoveel mogelijk patiënten te zien. Ze heeft ook een voorraad medicijnen. Dit nieuwe project betekent natuurlijk extra uitgaven voor Mali-ka-di: het salaris voor Safiatou, de benzine van de auto, de geneesmiddelen.

Safiatou is al twee keer in Fintiguila maar ook in Tioïna geweest, heeft lijsten opgesteld met de kinderen en vrouwen die ze onderzocht heeft, en die Souleymane vervolgens naar ons heeft gestuurd. Niet verrassend is dat er heel veel medische problemen zijn. Sommige van die problemen zijn in principe makkelijk op te lossen, maar in de praktijk heel wat moeilijker. Een eerste vaststelling is dat heel wat kinderen bilharziose hebben. (Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Schistosomiasis)

Dit is een op termijn dodelijke ziekte. Nu blijkt dat een behoorlijk aantal van de kinderen al is geïnfecteerd. Behandeling is mogelijk in een vroeg stadium. Preventie is heel gemakkelijk: niet in zoetwater gaan! Maar stel je voor: in een temperatuur van 40 graden of meer doen kinderen natuurlijk niet liever dan spelen in het water van de rivier. Dat verhinderen, is niet vanzelfsprekend….

De patiëntengroep van vrouwen en kinderen in Tioïna: in het midden (met witte kiel) staat Safiatou, rechts van haar de assistent van Souleymane, die mee reist om alle onderzoeken te noteren en Safiatou te assisteren.

Safiatou onderzoekt vrouwen en kinderen in Tioïna in een grote hut, zonder veel daglicht – dus in eerder  primitieve omstandigheden. Er komen nogal wat onverwachte problemen aan de orde, zoals bij dit jongetje met een ernstige huid-infectie. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als dit niet verzorgd wordt…

Vooral de moeders met jonge kinderen krijgen aandacht – ook omdat de kindersterfte erg hoog is: 111 kinderen per 100.000 sterven voor hun vijfde levensjaar. Vergelijk met België: 4 per 100.000. (Alles volgens de gegevens van de Wereld Bank voor 2016.)

De consultaties in Fintiguila hebben plaats in betere omstandigheden – in het ‘atelier de formation’, een grote ruimte met veel daglicht en met zonnepanelen op het dak (avondverlichting!) en dus in betere hygiënische omstandigheden. Safiatou zit op een schoolbank om alle gegevens te noteren in een medisch dagboek.

Heel veel kinderen hebben luchtweginfecties. Als die niet verzorgd worden, kan dat heel makkelijk, in combinatie met ondervoeding en malaria, fataal zijn. Luchtweginfecties in een warm klimaat, vraag je je af? Jazeker: enerzijds omdat het in sommige maanden ’s nachts koud is en men onvoldoende kleding heeft, en men op de grond slaapt – en dekens heeft men niet. En verder komen die infecties door virussen en bacteriën in de lucht, b.v. door uitwerpselen van dieren. En er is altijd veel wind in Mali, zodat die virussen gemakkelijk over grote afstanden kunnen worden verspreid. Vandaar: meteen controleren. 

Ook hoge bloeddruk komt regelmatig voor. 

En dan zijn er heel wat oog-infecties: door het vele stof en zand dat voortdurend in de lucht is, door de felle zon (niemand heeft een zonnebril!), plus vliegen die vaak in de ooghoeken zitten.

De verdeling van de medicijnen (op de voorgrond) in Fintiguila – zoals te zien is de toeloop groot:

Het verstrekken van de medicijnen wordt natuurlijk vergezeld van uitleg. En de assistent houdt alles bij per patiënt:
Bezoek aan Mali

Bezoek aan Mali

Van 3 tot 12 januari was ik in Mali. De algehele toestand in het land is zeker niet verbeterd – er heerst een behoorlijke lethargie. Maar Malinezen hebben het karakter om verder te doen, en blijven ook vriendelijk en aangenaam in de omgang. En blijven lachen. Maar ik ging natuurlijk in de eerste plaats om onze projecten te bezoeken.

Voordien bezocht ik echter samen met Linda, van vzw Kanaga, twee van haar projecten, in Noukoula en in Karawere, beide in de regio Konobougou, samen met Nouhoum van de Malinese NGO GAAS (zie: http://gaasmali.over-blog.com/article-21990284.html). In Noukoula kregen we eerst een daverende (en zoals je kunt zien ‘stoffige’) ontvangst van een honderdtal kinderen,

waarna een zeer officiële verwelkoming door het Schoolcomité en de ouderen van het dorp. Toespraken in het Bamanan, die meteen naar het Frans vertaald werden (en omgekeerd).

En er was ook een PR-man van de NGO bij die verslag en foto’s maakte. Daarna vond een inspectie plaats van de toiletten die door Kanaga waren gefinancierd. En ook de schoolklasjes werden bezocht.

Interessant in Karawere was voor mij de ‘formation’ die door de NGO aan het dorp werd verstrekt: een medewerkster komt gedurende drie maanden regelmatig zaken uitleggen over (vooral) gezondheid, b.v. het ontsmetten van het drinkwater met bleekwater, hoeveel men dient te gebruiken, enz.Mijn indruk was dat er aandachtig naar de uitleg geluisterd werd, en volgens de NGO is het aantal ziekten bij kinderen sindsdien merkelijk afgenomen. Iets om ook voor onze dorpen ernstig te overwegen. Wordt zeker vervolgd!

 

BEZOEK AAN FINTIGUILA

Vooreerst het goed nieuws! De bewoners van het dorp zijn zeer bezorgd om mijn welzijn. Tijdens de middagpauze (van 12 tot 15 u: te warm) werd ik door Souleymane en zijn vriend Drahmane (zoon van het dorpshoofd) meegetroond naar zijn geliefd plekje aan de oever van de Bani rivier. Idyllisch in dit seizoen. Daar dus meerdere uren in het zand doorgebracht, luisterend naar de conversaties in het Bamanan, waarvan ik zo goed als niets begrijp – alleen dat het vaak over vrouwen ging… Dus niets anders te doen dan naar de rivier en naar het zand te staren, de sierlijke prauwen over de rivier gade te slaan, en natuurlijk, in zo’n situatie: uren zonder GSM en zonder internet, zonder boek, krant of tijdschrift. En ik moet zeggen: het valt ECHT mee! @lach@

En dit was het tweede jaar dat ik alléén, zonder Mimi, in het dorp was. Natuurlijk moet ik telkens uitleggen waarom ze er niet bij is, heb ik vandaag wel 25 keren gedaan, waardoor ik nu het woord in Bamanan ken: “malafi-e”. Mimi’s afwezigheid heeft kennelijk voor grote kopzorgen gezorgd in Fintiguila, want op een bepaald vroeg Drahmane mij of ik een tweede vrouw ging nemen. Tja, bij zo’n vraag moet je even slikken. En proberen niet in lachen uit te barsten – wat ik toch gedaan heb, dank zij de aanwezigheid van Souleymane, anders had ik het niet gedurfd. Dat lachen kan namelijk wel beledigend zijn…. Want hun zorg was ernstig. Men was zelfs al op zoek naar een vrouw voor me!…

Toen ik Drahmane vertelde dat dat bij ons niet mogelijk, zelfs tegen de wet was, begreep hij dat totaal niet. Toen volgde natuurlijk een saldo van vragen: wat als je vrouw geen kinderen kan krijgen (dat het aan de man zou kunnen liggen, komt in Afrika natuurlijk niet op), wat als je niet overeenkomt, of wanneer de vrouw doodziek is… Dat laatste kwam mij goed uit: Ja, als je vrouw overleden is, mag je weer trouwen, maar pas dan. Hoofdschudden – die gekke westerlingen toch!… Onbegrijpelijk hoe ze moeilijkheden voor zichzelf scheppen. Probeerde uit te leggen dat dit nu eens een ECHT groot verschil tussen Islam en Christendom is. En dat was voor Souleymane aanleiding om te vertellen dat bij animisten een man 12 vrouwen mag hebben. En als hij koning is 90! (Ik had natuurlijk meteen de aandrang om mij tot het Animisme te bekeren!) (Tussen haakjes: over de keuzemogelijkheid van de vrouwen in kwestie wordt hier natuurlijk met geen woord gerept.)

 

DE GESCHIEDENIS VAN DE KOFFER

Maar nu de klap op de vuurpijl! (Om jullie te vermaken.) Ik had uit Antwerpen een grote koffer meegenomen propvol met breiwol en –naalden voor de breilessen in het dorp. In Bamako kun je niet gewoon je koffers van de band nemen en ermee weg wandelen. Dat is het privilege van de kruiers, arme sloebers die op die manier proberen een centje te verdienen. Volledig betrouwbaar. Ze vragen je bagagetag en zij kijken het nummer na. Ik bekommer me daar normaal gezien niet om, want zij zijn ‘professionals’. Bovendien: alle tags worden nóg een keer gecontroleerd voor je het gebouw verlaat. Niks aan de hand. En ik had natuurlijk geen breinaalden en –wol nodig, dus …

Tot vanmiddag dus, toen ik de koffer als geschenk van Mali-ka-di aan het dorpshoofd ging overhandigen. Toen bleek er, in plaats van breiwol, een paar mannenschoenen, mannenonderbroeken en T-shirts, allerlei etenswaren, enz. in te zitten! Pas toen gekeken naar het label aan het handvat: Hayat Maïga! Hoe is het mogelijk!… Ze hebben op de luchthaven niet alleen twee keer het nummer verkeerd gelezen, maar mij bovendien voor een Malinees gehouden – van de stam van de Songhaï, bovendien, uit het noorden van het land, waar de Toeareg nu herrie maken… Maar voor de rest: zelfde merk van koffer, zelfde afmetingen, zelfde kleur. Ik stel me echter de ontgoocheling van Hayat Maïga voor, wanneer die in zijn koffer alleen maar breiwol vindt! DAT moet een shock zijn geweest, jonge jonge.

Na ja, maar ik zit nu hier in Segou met zijn koffer, en hij misschien in Gao (waar de Songhaï wonen), zo’n duizend km hier vandaan. Ik ga me de volgende dagen op de luchthaven in Bamako amuseren, vermoed ik. Dus, mensen: kom gauw naar hier, naar Afrika: hier beleef je altijd verrassingen, altijd avontuur!! (Volgende keer ga ik toch zelf de labels controleren…)

 

VERDERE ONTWIKKELINGEN IN HET DORP

Souleymane had tijdens het gesprek met Drahmane ook gesproken over de mogelijkheid om met de kinderen / school een kippenkwekerij te beginnen. Het leek hem een goed idee en hij zou het bij de volgende bespreking (ik neem aan van de ouderen-raad) voorstellen.

Bij elk dorp dat we tot nu toe bezochten, krijgt Souleymane een haan aangeboden. Die moeten de rit achter in de bagageruimte van de jeep doorbrengen. Vanochtend werden mijn cadeautjes voor het dorp daar ook gedeponeerd, waardoor ze eruit kwamen versierd met hanenkak… Maar goed, hij heeft er nu al drie! Misschien kan Souleymane nu zelf een kippenkwekerij beginnen: hij heeft er in ieder geval (behalve de kippen) nu de nodige ‘equipage’ voor….

Het weerzien met de mensen in het dorp was heel hartelijk. En het doet wel wat, een tweeling te zien, die je 6 jaar geleden het leven gered hebt…

(Hoewel, zo geweldig gezond zien ze er ook niet uit – reden om actie te ondernemen: blijf onze website volgen!) Uitvoerig de les naaien bijgewoond: ongelooflijk hoe goed de kinderen dit al kunnen, na slechts enkele weken les!

Alleen: VEEL te weinig naaimachines: 3 voor telkens 12 leerlingen. Dus dit wordt een actiepunt voor Mali-ka-di! Verder is er een groot tekort aan stof. Souleymane zal de volgende periode proberen te overbruggen, maar ik heb toegezegd dat wij een actie zullen ondernemen om stof in te zamelen.

Was ook wel mooi om te zien: jongens en meisjes moesten elkaar met de lintmeter opmeten, terwijl de meesten van hen volop in de puberteit zijn. Wel heel wat elektriciteit in de lucht, maar alleen statische. In ieder geval werd de oefening ernstig genomen.

Verder lessen Arabisch gevolgd: er werd weer veel gezongen, mooi! (Van het Arabisch zelf komt volgens mij niets terecht, al deden de leerlingen wel of ze het konden lezen), rekenen, lezen, moraal, en gezondheid.

Rekenen ging heel goed: optellen en aftrekken van grote getallen, omtrek en oppervlak van een vierkant berekenen, en … (had ik niet verwacht!): tekenen. Leerlingen tekenden een vis … en GOED.

Frans lezen (en begrijpen) volgens mij veel minder: ze lezen de zinnen zo dat blijkt dat ze de structuur van de zin niet doorhebben. Ik wil tegen volgende keer werk maken van een betere instructie.

De jongens spelen nu echt voetbal: dus ze hebben een bal – dat was vroeger niet het geval, alleen maar een bundel gras. Alleen: de meisjes doen dat niet mee: te ruw, waarschijnlijk. Ik droom nog altijd van een basketball-veld voor meisjes, dat zou echt ideaal voor ze zijn. En wat ik er in Ségou van gezien heb, zijn ze er heel goed in!

Heel opvallend in Fintiguila, zeker in vergelijking met de 2 andere dorpen: heel wat kinderen hier met kwashiorkor (verschijnselen van ondervoeding: kinderen met bruin of grijs haar). Heb er met Souleymane over gesproken en hem duidelijk gemaakt dat dit ERNSTIG is. Heb hem aangeraden gebruik te maken van de moringa-bladeren (groeit in het dorp, zegt hij, maar ik merk er niets van – anders kan hij het bij Yvonne in Mopti krijgen), of bananen en eieren: beide in overvloed aanwezig, maar niet gebruikt….

 

BEZOEK AAN TIOÏNA EN BOULITOMO

Ik was ook in Tioïna, het dorp dat al jaren vraagt om ook zo’n project bij hen te starten. De schrijfwijze van de naam vereist enige toelichting. Je vindt hem ook als Touena of Touana. Het gaat steeds om hetzelfde plaatsje. De schrijfwijze van plaatsnamen is bij ons al lang gestandardiseerd, maar in een jong land als Mali moet dat allemaal nog gebeuren. En zeker voor afgelegen dorpjes is het niet vanzelfsprekend hoe de naam wordt geschreven. Merk op: de uitspraak is ongeveer /twajna/ of /twejna/. De naam doet er natuurlijk niet zoveel toe. Het dorp vraagt al meerdere jaren of Souleymane niet ook een vergelijkbaar project bij hen kan opstarten. Wij zijn daartoe wel geneigd als we de nodige middelen ervoor vinden. Nu de financiële steun aan Fintiguila volgens afspraak geleidelijk vermindert, zouden we die middelen in een school in Tioïna kunnen investeren. Alleen: dat dorp is véél groter: er zijn daar zo’n 350 kinderen (tegenover hooguit 150 in Fintiguila). Dat betekent dat we meer gebouwen nodig hebben, meer leerkrachten en meer materialen (banken, borden, leien, schriften, ….) Op dit moment is er al een samenwerking met het dorp geweest voor de omheining van de moestuinen, waarvoor in de eerste plaats de vrouwen van het dorp gespaard hebben, en de association van Souleymane en Mali-ka-di de rest hebben bijgelegd.

Er was eerst een vergadering van de oudere mannen in de mannenhut. De vrouwen wachtten buiten, gelukkig onder een afdak tegen de Afrikaanse zon. Na zo’n uur ging het hele dorp op pad naar de tuinen – wel zo’n 20 minuten wandelen.

En iedereen ging mee, leek wel een feestelijke optocht: in de verte zie je 2 rijen van kinderen die ons verwelkomen en het nationale volkslied van Mali zingen – met de hand op het hart!

Die omheining hebben is inderdaad ongelooflijk stevig, en indrukwekkend: ze omspant een terrein van 2 hectare, en is op regelmatige afstanden versterkt met driehoekige versteviging.

Hoe belangrijke zulke omheining is bleek toen we terug naar het dorp gingen, en een grote kudde loslopende koeien onze weg kruiste. Op het terrein bouwt Souleymane met zijn stichting nu een waterput, die de moestuinen binnenkort van water moet voorzien. (De afstand tot de rivier is hier een stuk groter: zo’n kilometer.)

Aan het eind van het bezoek was er nog overleg met de vrouwenraad, redelijk opgewonden.

Het bleek dat een 10-tal vrouwen niet had willen mee sparen voor de omheining, maar nu wel gebruik wou maken van de moestuin. Eventueel tegen een betaling voor het hekken. Wat op heel wat verzet stuitte van de andere vrouwen: dit was immers een gebrek aan vertrouwen in de groep, en kon niet worden afgekocht…. Misschien zijn dergelijke processen van gemeenschapsvorming nog belangrijker dan een omheining: het gezamenlijk plannen en uitvoeren.

In het verlengde van het bezoek aan Tioïna hebben we ook deelgenomen aan het overleg in Boulitomo, een dorp een 5-tal km verder, weg  van de rivier. In het midden van het dorp weer een waterput, zonder afscherming.

Dat er af en toe een kind in valt, is waarschijnlijk onvermijdelijk. Ik was ook hier weer onder de indruk van de discipline in de vergadering: geen geklets tussen door onder elkaar!… Mannen rechts, vrouwen links, maar nogmaals: geen geklets onder elkaar, wat mij hier bij ons vaak behoorlijk ergert….

In dit dorp is al een school, dus daar ligt geen probleem. Zij willen wel leren uit het proces in Tioïna om de moestuinen te beschermen met een stevige omheining. Als ik het goed begrepen heb, voert dit naar een besluit dat men ook in dit dorp een spaar-actie op touw wil gaan zetten! Het lijkt allemaal zo voor de hand liggend voor ons, maar voor Afrika zijn dit echt grote stappen: sparen voor iets wat nog in de toekomst ligt. (En niet een brommer om mee rond te crossen, maar zo iets abstracts als de afscherming van de groentetuinen tegen loslopende kudden vee.) Opmerkelijk hier: een van de onderwijzers maakte een schriftelijk verslag van de vergadering – in het Frans!

Vee vernielt omheining en eet alles op!

Vee vernielt omheining en eet alles op!

Ons project loopt eigenlijk heel goed. Alleen: het wordt steeds weer doorkruist door een terugkerend probleem: rondtrekkende kudden vee (geiten, schapen, koeien), die de oogst van de moestuinen verslinden, waardoor er telkens weer geld en moeite verloren gaat. Zo is vorig jaar voor meer dan 300 Euro aan zaaigoed in rook opgegaan: de groenten deden het prachtig, en het beloofde een uitstekende oogst te worden. Alleen, de (nochtans stevige) traditionele omheining van takken en doorns bleek niet opgewassen tegen de honger van de voorbijtrekkende kudden koeien. Dat zijn behoorlijk grote beesten, en als die uitgemergeld zijn, gaan ze dwars door zo’n traditionele afrastering heen. Resultaat: ALLES opgegeten, en alle inspanningen voor niets. Wat een beetje extra voedseloverschot had moeten worden, was weer foetsie.

En dit komt telkens weer voor: wanneer de kudde voorbijtrekt (loslopend vee is niet verboden in Mali) kun je er zeker van zijn dat de aanstaande oogst om zeep is.

Deze periodieke ramp moet eindelijk worden opgelost. Enerzijds door de aanleg van een stevige afrastering, waar ook de koeien niet doorheen kunnen. Maar anderzijds ook door dorpelingen de mogelijkheid te bieden om zelf dergelijke hekkens te produceren, b.v. door de aanschaf van een vlechtwerkmachine. In principe zou die op de elektriciteit van de zonnepanelen kunnen worden aangesloten. Maar dergelijke machines zijn in Mali niet te vinden. Alleen machines die manueel moeten worden bediend worden in Mali te koop aangeboden. Maar: die vereisen behoorlijk wat fysieke kracht, waarover de kinderen op school nauwelijks beschikken. We hebben daarom steun en advies gevraagd aan een van de wereldleiders op het gebied van stalen vlechtwerk: een Belgische gerenommeerde multinational. We hopen om in samenwerking met hen een einde te kunnen maken aan dit steeds weerkerende verlies van middelen en moeite.

Zonnepanelen voor de praktijklessen

Zonnepanelen voor de praktijklessen

Tegelijk werd er volop verder gewerkt aan de uitbouw van de school: vorig jaar had een milde schenker hier 100 zonnepanelen (ter waarde van 2.000 Euro) geschonken voor de uitbouw van een zonne-energiesysteem op het dak van het nieuwe atelier. Alleen… die panelen moesten nog wel worden vervoerd. Stevig ingepakt, per schip van Antwerpen naar Dakar (Senegal),

vandaar over de weg (zo’n 1.000 km) naar Bamako. Daar werden ze overgeladen op een vrachtwagen naar Ségou, en vervolgens – het moeilijkste stuk – over de zandweg naar Fintiguila. Daar afladen.

Uiteindelijk zijn er van de 100 slechts 9 beschadigd!

Dan moesten ze worden gemonteerd op een stalen draagconstructie  die boven op het dak van het werk-atelier werd geplaatst.

En zo ziet het resultaat er dan uit:

Tenslotte aangesloten op een elektrisch systeem.

En ja, het werkt! Er is voor het eerst in de geschiedenis van het dorp: ELEKTRICITEIT!

Totale kosten: zo’n dikke 12.000 Euro voor het geheel ter plekke was aangesloten! Gelukkig kon Mali-ka-di daarvoor beroep doen op diverse sponsors – zodat er geen gat is geslagen in het budget. Zowel Belfius, Wereldmissiehulp, Verbeke Art Foundation als Rotaract Antwerpen-Noord en 11.11.11 hebben deze operatie mogelijk gemaakt, zodat eind november het eerste kunstlicht in onze  school scheen!