Mali now – the political situation
De politieke situatie in Mali in 2012
We zijn de laatste tijd niet erg actief geweest op onze website. De reden hiervoor was de chaotische situatie in het land, waar vrijwel niemand wist wat er gebeurde, and vooral omdat absoluut niemand de verdere ontwikkeling kon voorspellen. Nu, meerdere maanden later ziet de situatie er ‚stabiel’ uit in zijn instabiliteit… Maar er zijn ook belangrijke nieuwe ontwikkelingen in onze projecten (waarover in een aparte bijdrage meer), zodat op de website vanaf nu weer regelmatig nieuwe bijdragen te zien zullen zijn.
Vrienden vragen ons regelatig hoe de situatie in Mali nu is – men heeft iets gelezen of gehoord in de media – meestal over de moeilijkheden die het land teisteren, maar wat er nu precies aan de hand is, ontsnapt hen. In wat volgt, proberen we een beschrijving van de huidige situatie te leveren. (In werkelijkheid is de zaak ingewikkelder, maar voor de duidelijkheid beperken we ons tot de hoofdlijnen.)
Wanneer men de situatie in Mali nu in slechts enkele zinnen zou willen samenvatten, komt er ongeveer zo iets uit:
– Islamistische groepen hebben het noorden van het land veroverd, en hebben een extreme (zeg maar barbaarse) vorm van Islamistische sharia ingevoerd, een vorm die volledig vreemd is aan de zeer liberale vorm van de Islam die in Mali beoefend wordt. Tegelijk gebruiken deze groepen dit veroverde gebied als een veilig oord waar ze trainingscampen voor Jihad-strijders van Al-Qaeda opleiden;
– De omverwerping van de democratische regering in het zuiden door een groepje officieren van lagere rang.
Het begon allemaal in 2011, toen het Qaddafi regime in Libyë viel. Het Lybische leger had een contingent van Toeareg soldaten in dienst, die door de jaren heen geduchte krijgers met oorlogservaring werden. Na de val van Qaddafi keerden deze jonge Toeareg krijgers terug naar hun thuishaven in het Noorden van Mali, mét natuurlijk hun uitrusting (b.v. 4×4 jeeps) en hun moderne (ten dele zware) wapens. Ze waren nu zonder inkomen, maar droegen in zich nog het oude verlangen naar een eigen, onafhankelijke Toeareg staat (die ze Azawad noemen). Gezien hun oorlogservaring en hun moderne wapens geloofden ze dat de tijd rijp was om een rebellie tegen de regering van Mali in het zuiden te beginnen. (Er zit ook een racistisch trekje in dit verlangen: in het verleden hadden de Toeareg – die in het algemeen licht- tot donkerhuidig, maar niet zwart zijn – ze zijn uiteindelijk Berbers – zwarte slaven uit het zuiden in dienst, terwijl de rollen nu omgekeerd zijn: ze worden nu geregeerd door zwarten uit het zuiden, die ze nog steeds beschouwen als hun eertijdse slaven, wat allerlei racistische gevoelens in ze oproept.)
Het Malinese leger werd volledig verrast – ook omdat de soldaten nooit aan een gewapend conflict hadden gedach: je gaat in het leger vanwege het vaste inkomen en het pensioen, niet om te vechten. Bovendien was dit leger onderbemand, extreem slecht getrained, bewapend en gemotiveerd, en dus niet opgewassen tegen die ervaren Toeareg rebellen. Na eerste schermutselingen, waarin Toeareg krijgers enig territorium veroverden, gebeurde in maart 2012 een tweede catastrophe: een coup d’état door een kleine groep militairen, die de zittende president, Amadou Toumani Touré (ATT in de volksmond) aan de kant zette, een maand voor de presidentiële verkiezingen (waarin ATT geen kandidaat was!) Het motief dat door de muiters werd aangehaald, was dat de president niet genoeg had gedaan om de Toeareg rebellie in het noorden te stoppen. Maar de staatsgreep had een averechts effect: het machtsvacuum in de hoofdstad dat door de staatsgreep was ontstaan (en de interne machtsstrijd binnen het leger zelf), gaf de Toeareg rebellen de gelegenheid om bijna de helft van het territorium van Mali te veroveren en nu te heersen over een uitgestrekte regio (van vooral woestijn) zo groot als Frankrijk. De kaart hieronder laat de situatie duidelijk zien. De regering heeft geen enkele greep op dit gebied of op de huidige situatie, en in de rest van het land (het zuiden) is de centrale commandostructuur van het leger ingestort en is er geen reële burgerlijke regering van enige betekenis.
Zo zag de situatie in maart-april 2012 er uit – het land effectief opgedeeld. Maar de regio die de Toeareg rebellen claimen, wordt ook bewoond door andere ethnische groepen (Fulani, Songhai, …), en sommige Toeareg clans waren het evenmin eens met de rebellen, waardoor een massale exodus van vluchtelingen (de schattingen lopen tot bijna een half miljoen mensen) die het land verlieten – hoofdzakelijk voor de omliggende landen (Niger b.v.), die echter zelf al met een nakende hongersnood kampten…
Ondertussen mengden zich andere groepen in de strijd: Ansar Dine en Mujao, groepen die duidelijke connecties met Aqmi onderhouden, de tak van Al-Qaeda in Noord-Afrika. Na aanvankelijke samenwerking met de Toeareg ontstond een strijd met dezen, waarin de Toeareg het onderspit moesten delven.
Deze nieuwe groepen bestaan (in tegenstelling tot de Toeareg opstandelingen) uit fanatieke Islamisten, die nu over een de facto Al-Qaeda staat heersen (regeren kun je het niet noemen).
Geld en wapens hebben ze in overvloed (komend uit diverse bronnen in het Nabije Oosten, en door drug-traffic, mensensmokkel en westerse gijzelaars). Ze monsteren ook jongetjes van de plaatselijke bevolking, die ze (hun ouders) rijkelijk daarvoor betalen – zoals gezegd: aan geld geen gebrek!
Onder druk van de West-Afrikaanse unie ECOWAS gaven de militairen daarop zogezegd de macht terug aan een civiele regering, maar bleven in werkelijkheid zelf aan de touwtjes trekken. De voormalige president, Dioncounda Traore, werd zelfs aangevallen door een groep die zich Jerewoloton noemt. Die drong door het cordon militairen die het presidentiële paleis bewaakten (en deze aanval oogluikend toelieten – er werd nauwelijks een schot gelost), sloegen de president half dood en bezetten vervolgens de luchthaven, om te beletten dat hij naar Parijs voor medische verzorging geëvacueerd zou worden (wat later wel gelukt is). Deze groep heeft volgens waarnemers sterke banden met de muitende militairen die hen als knokploeg gebruiken tegen iedereen die hen niet welgevallig is. Recent nog blokkeerden ze alweer de luchthaven om te verhinderen dat de eerste minister, Modibo Diarra, naar Frankrijk zou vliegen. Die werd daarop door de militairen in zijn huis gearresteerd en gedwongen om ontslag te nemen in een tweede staatsgreep in goed een half jaar tijd (in December 2012). De civiele regering lijkt duidelijk naar de pijpen van de muiters te dansen. (De hoger geplaatste militairen houden zich overigens angstvallig afzijdig.)
Het resultaat van dit alles is dat alle buitenlandse hulp opgeschort is, dat vrijwel alle non-gouvernmentele organizaties (NGO’s) en nagenoeg alle blanken het land verlaten hebben, dat het tourisme (vroeger zo’n 150.000 bezoekers per jaar) tot nul gedaald is en dat de hele economie tot stilstand is gekomen.
Binnen de internationale gemeenschap is er sprake van om militair in te grijpen om het land opnieuw te vereniging. Zo zette de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties eind december 2012 het licht op groen voor een Afrikaanse legermacht van buitenuit. Niemand weet echter hoe een efficient militair ingrijpen te realiseren is. Enerzijds zijn er behoorlijke meningsverschillen over de aanpak tussen de VS en Frankrijk. Anderzijds is het volgens specialisten uiterst onwaarschijnlijk dat een meer-talige Afrikaanse legermacht zonder centrale bevelstrucuur de hereniging van het land en de uitschakeling van de fundamentalistische Islamisten kan bewerkstelligen. Bovendien willen de heersers in de hoofdstad Bamako geen buitenlandse inmenging…
Zo ziet de huidige situatie er dus uit. Een oplossing is niet in zicht. Dat betekent niet dat het land in rep en roer staat – het is volgens de berichten tamelijk rustig, maar het gebrek aan enige wettelijke controle en het ontbreken van militaire structuur (wat betekent dat – gewapende – soldaten op eigen houtje kunnen handelen) wil zeggen dat op elk willekeurig moment de vlam in de pan kan slaan…The political situation in Mali in 2011
We haven’t added much news to our website since last Summer. The reason for this was the chaotic situation in the country, where nobody really knew much of what was happening, and especially where nobody could predict the future of the country. Now, several months later, the situation looks ‚stable’ in its instability. At the same time, newer developments in our projects are taken place, so that we will start updating the website regularly again.
Friends regularly ask us how the situation in Mali now is – they have heard or read something about the trouble the country is in, but don’t know exactly what is the matter. In what follows, we try to provide a description of the current situation. (The situation is somewhat more complex, but for the sake of clarity, we present the major lines of development.)
If one wishes to summarize the situation in just a few sentences, it would run as follows:
– Islamist groups have taken the North of the country, introducing a harsh version of sharia, which is completely alien to the Malian version of Islam, and at the same time using this conquered territory as a safe haven for Al-Qaeda training camps;
– The overthrow of democratic civilian rule in the south by a band of middle-rank soldiers.
It all started in 2011, when the Qaddafi regime in Libya fell. The Lybian army contained significant contingents of Tuareg fighters who became acquainted with various forms of warfare. After the fall of Qaddafi, these Tuareg fighters returned to their homes in Mali, but taking with them their equipment (e.g. 4×4 jeeps) and their modern weaponry. They had no more income now, but carried in them the old desire to erect an independent Tuareg state (which they call Azawad). Because of their war experience and their heavy weapons, they believed this was the time to start a rebellion against the government in the south. (There is a racist element in this as well: in former times Tuareg – who are generally light-skinned, they are basically Berbers – employed black slaves from the south, but now they are ruled by what they consider their former slaves, which raises all sorts of racist attitudes in them.)
The Malian army, taken by surprise (because its soldiers never envisaged an armed conflict) and being extremely poorly trained, equipped and motivated, was no match for the Tuareg rebels. After initial skirmishes, in which the Tuareg fighters gained some territory, in March 2012 a coup d’état was carried out, ousting the president, Amadou Toumani Touré (called ATT in daily conversation), just one month before presidential elections, in which ATT was not a candidate. The motif cited by the mutinous soldiers was that the president had not done enough to stop the rebellion in the North. However, the coup d’état had a reverse result: because of the power vacuum created by the coup and the internal struggles that followed it inside the army, the Tuareg were able to conquer almost half the territory of Mali and now ruled over an area of (mainly desert) land approximately the size of France. The map here shows the current situation. The government has no say whatsoever in this area, and in the rest of the country the central command of the army has broken down and there is no real civilian government.
That was the situation in March-April 2012 – the country was effectively partitioned. But the area claimed by the Tuareg rebelled is populated also by other ethnic groups (Fulani, Songhai, …), and also several Tuareg clans did not agree with the rebels, so a massive exodus of fugitives (estimates run to almost half a million people) left the country – mainly for surrounding countries, some of which were already battling a famine on their own….
Meanwhile, other groups than the Tuareg (Ansar Dine, Mujao, …) with links to Aqmi, the branch of Al-Qaeda in North Africa, poured in and effectively defeated the Tuareg, establishing thereby a de facto state governed by Al-Qaeda.
Under pressure, the military group that had carried out the putch, restored power to a civilian government in theory, but in reality remained in control of the situation in the south very much. The former president, Dioncounda Traore, was even attacked by a group called Jerewoloton, who penetrated through the presidential guard and beat the president almost to death, even occupied the airport in Bamako for some time, to prevent him to be flown to Paris for medical treatment. This group, Jerewoloton, in all probability has links to the military renegades and acts as a gang of thugs against anyone not agreeing with the military. Recently they again blocked the airport, when the prime minister, Modibo Diarra, was arrested and taken from his home by the military and forced to resign, thereby in effect carrying out a second coup d’état in December 2012. The civilian government seems completely to dance to the tunes of the military.
As a result of all this, all foreign aid has been suspended, non-governmental organizations (NGO’s) and virtually all white people have left the country, tourism has dried up, and the economy as a whole has come to a virtual standstill.
There are talks in the international community to reunite the country, and at the end of December 2012 the United Nations have given a mandate for an African-led military intervention from outside. Nobody knows, however, how this is to be done: there are differences between the views of the US and France, and it is doubtful whether a multi-lingual African force with no clear central command could bring off the aims, which are not only reunification (to which the Tuareg might agree under certain conditions, i.e., acquiring more autonomy), but also the eradication of fundamentalist groups linked (in various ways) to Al-Qaeda.
Such is the current situation – how it will be resolved is clear to no one. That does not mean that the country is in complete disarray, but because of the lack of central control and the military largely doing what pleases them, the situation might become worse without much warning.