Dinsdag 7 januari 2014
Geleidelijk wordt duidelijk dat we samen ontbijten met Souleymane. De kinderen en Nadie vertrekken al naar school. We praten over de politieke situatie, maar vooral over plannen voor het dorp. Sommige dingen blijven moeilijk, maar voor andere is hij intussen gewonnen, o.a. voor het idee om dieren (ezels) in te schakelen bij zwaar fysiek werk (water uit de putten halen, en vooral: gierst pletten), werk dat nu uitsluitend door de vrouwen wordt gedaan. Hij belooft ons dat we door vele dingen in het dorp verrast zullen zijn. Souleymane vertrekt naar werk, wij ruimen op en gaan samen met Korika (hulp) met een moto-taxi naar Soroble. Weerzien met de werknemers en met Sekou, de broer van Souleymane.
Het centrum ligt er beduimeld bij: het restaurant is door een stormwind volledig weggeblazen,
er zijn zware barsten in muren en plafonds,
het dak van het textiel-atelier moet opnieuw met stro worden bedekt (na 3 jaar – er wordt aan gewerkt).
Het geheel ademt een sfeer van ernstige verwaarlozing, maar er wordt opnieuw gewerkt aan de reparatie.
Vera, een Duitse uit Erfurt, die probeert Souleymane’s stoffen in Duitsland te verkopen, is er – we hadden al van haar gehoord, dus dat is een aangename kennismaking. Dan verder naar Monique, die 200 meter verder in een mooi huis woont – weer met uitzicht op de Niger. Bijpraten over wat er de laatste twee jaar allemaal gebeurd is. Ibrahim is met Australische kennissen op trektocht in de Dogon. Monique heeft twee fietsen voor ons, dus doorkruisen we weer de stad. Onderweg overal aangehouden: “Aah, Willie et Mimi!” We eten in de Auberge en controleren er de email.
We zijn de ENIGE gasten! De kellner, zoals zowat iedereen hier, herkent ons, en verkoopt ons meteen een fles plaatselijke honing. Geld uit de muur halen lukt! Op weg naar de Niger stoppen we bij de gehandicapte Harouna, hij heeft de laatste dagen NIETS verkocht. We kopen al een en ander bij hem. Een Targi (enkelvoud van Toeareg) staat meteen klaar om ons naar zijn kraampje te tronen. Is voor een van volgende dagen. Ali duikt daar plots op. Zijn probleem met zijn tanden is helemaal opgelost. En hij klust nu in de tuinen van een eigenaar in de buurt – levert in ieder geval een beetje geld op, want er zijn vrijwel geen toeristen te bekennen.
Terug naar Soroble Centre, waar Vera nog foto’s maakt, en er zich een uitvoerige (Afrikaanse) discussie ontrolt met haar Malinese reisbegeleider (die maar liefst 9 talen spreekt!), vóór (Mimi en ik) of tegen (hij) ATT, de vorige president. Heel interessant hoe iemand die 10 jaar lang zijn land vrede en een beetje welstand heeft gebracht nu gedemoniseerd wordt – en officieel van hoogverraad wordt beschuldigd!… Maar nog interessanter is hoe de geruchtenmolen hier totaal ongecontroleerd als een ‘urban legend’ a la ‘broodje aap’ rond tolt: omkeringen, verschuivingen, ongegronde vermoedens, zwart-wit denken. We hopen dat de Malinezen uit de crisis geleerd hebben, maar ik ben daar niet optimistisch over: dergelijke discussies tonen hoe ze weer naar een zondebok zoeken….
Naar Souleymane thuis gefietst, onderweg wil Mimi appels kopen, maar ze blijken erg duur te zijn (voor hier). Een hele discussie ontspint zich, en voor we het weten staan er 20 mensen om ons heen, en niemand kan Frans. Een dikke vrouw van middelbare leeftijd doet een hele uitleg in het Bamanan tegen Mimi, die denkt dat ze met mij wil trouwen, maar het blijkt over de prijs van de appels te gaan!… Er wordt alom gelachen. Uiteindelijk kan een man naar het Frans vertalen. Een jonge vrouw met een héél kleine baby verschijnt, Mimi neemt hem op de arm. “Hoe oud?” “Twee weken?” “Nee, twee maanden.” Oh God: prematuur. Maar hoe! Afscheid is hilarisch.
Souleymane doet de inkopen veel te laat, de kinderen zitten half slapend op hun stoel. De tafel hebben ze speciaal voor ons laten aanrukken…
Het avondeten is gegeten en je denkt, nu kunnen we even bekomen. Maar dat is Mali niet! Telefoon van de mensen uit Fintiguila die op cursus waren in Bamako: er was zoveel belangstelling dat de organisatoren iedereen naar huis hebben gestuurd na 1 dag – latere dagen volgen. Onze mensen konden daar blijven overnachten (gratis), maar omdat alle andere groepen naar huis gingen, schaamden ze zich om te blijven. Maar die andere groepen woonden in de buurt en konden in ieder geval met de bus nog naar huis. Onze mensen arriveren rond 22 u in Segou, maar in plaats van in het busstation uit te stappen, verlaten ze de bus ‘ergens onderweg’. Souleymane en ik gaan ze zoeken…. Uiteindelijk vinden we Bou en een man die ik niet ken, gezeten op een bruggetje over een riool, de anderen zijn iets gaan zoeken om te eten. Wanneer ze terugkomen valt zelfs meteen in het donker op hoe totaal haveloos de mannen gekleed zijn. En bovendien is Sekou erbij: zijn ziekte lijkt totaal overwonnen. En niet te vergeten ook Mawa, die bovendien haar dochtertje Nana op de rug draagt. Die is nu niet bang meer voor me. Ze kunnen echter niet meer terug naar het dorp. Er is alleen een (open) vrachtwagen op maandag en donderdag. Dus morgen moeten we transport voor ze vinden, nu overnachting voor 6 volwassenen en een meisje van 4….
We gaan allemaal naar het Centre Soroble, Souleymane heeft zijn assistent 6 matrassen laten bezorgen (per bromfiets!) en na een uurtje installeert iedereen zich in het atelier (hopelijk stort vannacht het dak niet in!) Altijd avontuur in Mali! En iedereen lacht de hele tijd!