Tweede bezoek aan Fintiguila

Tweede bezoek aan Fintiguila

Dinsdag 3 januari 2017

Het is nog donker wanneer we vertrekken, en Aminata zou de bus van 6 uur naar nemen, maar de chauffeur was daarover heel verwonderd: “je n’étais pas au courant”, terwijl we zijn compagnon dat de avond voordien duidelijk hadden meegedeeld. Dus we zijn al vrijwel uit de stad wanneer Aminata merkt dat we al lang aan de bushalte hadden moeten zijn. Rechtsomkeer, en geen probleem – ze haalt de bus nog. Koen en ik verder naar het dorp, waar we om 6.45 u al aankomen. Nog geen beweging te zien – dus wandelen we maar even naar de rivier, waar we de prachtige zonsopgang boven de Bani bewonderen.

7.45 u komt Chaka op zijn brommer uit Segou aangestoven, en onderweg naar het schooltje treffen we Oumou met een nieuwe baby. Kadidja staat klaar om op het veld te gaan werken, en Mawa treffen we eveneens … met een nieuwe baby.

Er is wel een verschil in stijl: vroeger stonden de kinderen al om 7.30 u te trappelen om naar school te komen, nu is het al even na 8 u, ze zouden al in de klas moeten zitten, maar er zijn nog bijna geen kinderen. Maar dat verschil in stijl wordt duidelijk veroorzaakt door de leerkrachten: ook die maken geen aanstalten om aan de slag te gaan, er wordt een beetje gepalaverd, heel gemoedelijk, maar langzaam aan is kennelijk de boodschap. Er worden ook foto’s genomen van het nieuwe team van leerkrachten, met (vlnr) Oumou, Chaka, Oumar (nieuwe leraar Frans), Ouhoun (nieuwe leraar N’Go), Daouda en Moussa zittend. Uiteindelijk is het 8.45 u wanneer we in de klas zijn – iets waar wij westerlingen ons natuurlijk aan ergeren: school moet op tijd beginnen! Tja, maar omgaan met tijd verschilt nogal.

We bezoeken om te beginnen de eerste klas, waar Oumar les geeft, hoofdzakelijk dagen van de week, maanden van het jaar, etc. En het is weer opvallend hoe ongelooflijk enthousiast de kinderen mee doet. Oumar slaagt er duidelijk in om hen te motiveren. Dit kleine filmpje op Youtube geeft een goed beeld van de werksfeer in de klas.

In het 2de leerjaar, waar Moussa Arabisch geeft, wordt er samen met de kinderen gezongen. Fijne sfeer!

in de 3de klas geeft Daouda N’Go: ik had de indruk dat hij niet erg geïnteresseerd was, vroeg me zelfs af of hij misschien ziek was (palu?). Verontrustender vond ik zelf het gegeven dat er precies dezelfde oefeningen werden gemaakt als 2 jaar geleden in het eerste leerjaar. Maar over het onderwijs van het N’Go komen we dadelijk nog te spreken .

Het is PAUZE, en de kinderen verdwijnen grotendeels naar huis: de toiletten van enkele jaren geleden blijken verdwenen, dus moet iedereen naar huis. Waarom die toiletten geen dienst meer doen? Misschien waren ze vol, maar waarom dan geen nieuwe gemaakt. Naar het einde van de pauze komen de kinderen geleidelijk weer terug naar het plein. Koen is een geboren (scouts)leider en doet allerlei turnoefeningen met een 60-tal kinderen, die LAAIEND enthousiast zijn.

Het zou goed zijn wanneer we die spel-elementen opnieuw zouden kunnen activeren. Ik ben er zelf een beetje mee schuld aan, omdat ik niet gezorgd heb voor nieuwe input met andere oefeningen en spel-elementen. Maar Daouda leek weinig gemotiveerd om het nog te doen. Dat was een indruk die ik van de leerkrachten een beetje in het algemeen kreeg: dat ze het zich makkelijker maakten dan enkele jaren geleden. Meer een beetje zoals de leerkrachten op de staatsscholen. Maar goed, het gros van de leerkrachten bij ons in Europa blaakt waarschijnlijk ook niet van enthousiasme. Mochten we met een schooltje in Touena beginnen, dan wil ik dit wel opnieuw opstarten.

In de 4de klas doet Oumou Frans lezen en rekenen. Dat Frans blijft een ernstig probleem. De leerlingen leren eigenlijk alleen maar zinnetjes van het bord lezen – die ze natuurlijk al gauw uit hun hoofd kennen. (Er wordt ook weinig aandacht aan uitspraak besteed – vaak konden we zelfs niet verstaan wat gelezen werd.) Het dieper liggende probleem is een ernstig gebrek aan didactiek. De cursus methodiek die Souleymane enkele jaren geleden heeft georganiseerd met de directeur van de Mission Catholique heeft weinig aan het probleem veranderd. Eigenlijk wordt er helemaal geen Frans geleerd – alleen maar dingetjes van buiten opzeggen. Souleymane bleek zich een jaar geleden wel bewust van het probleem, en heeft toen enkele wenken gegeven – ik heb het er uitvoeriger met Chaka over gehad, maar de boodschap komt kennelijk niet over: de kern van hun opvoedingsmethode blijft toch grotendeels steken in het ‘opzeggen’ van dingetjes. Ik had nochtans de uitstekende materialen van Leraars Zonder Grenzen bezorgd, maar ze zijn nog steeds niet aan de leerkrachten bezorgd. Dat zijn stuk voor stuk lessen die gericht zijn op het praktisch gebruiken van het Frans in dialoog-situaties. Maar Souleymane verzette er zich in een gesprek tegen. Zogezegd omdat dit geen ‘Afrikaanse’ methode was. Wat de vermoedens bevestigt dat ook de mogelijkheid ontbreekt om op een aangepastere manier het onderwijs te geven. 

Het rekenen in de klas van Oumou ging veel beter: vooral praktische oefeningen zoals deze. Leerlingen moesten het antwoord op hun lei opschrijven en in de lucht steken, waarna Oumou rond ging om te controleren. Het filmpje laat zien dat er toch al behoorlijke rekensommen worden gemaakt. (Sorry dat ik de camera niet stiller heb gehouden.)

 

Maar het ernstigste probleem bleek in de 5de klas. De nieuwe leraar N’Go, Ouhoun, gaf ons, geholpen door Chaka, een heel uur een uitleg over waar het  N’Go schrift vandaan kwam, en hoe belangrijk dat was voor Afrika. Ook hier bleek weer hoe een soort Afrikaanse ideologie verandering blokkeert. De leerlingen vielen er bijna bij in slaap, en ikzelf ook! Tot er een meisje binnen komt met een ernstig bloedende hand. Ze had zich behoorlijk gekwetst bij het werken op het veld. Dus ik met haar op zoek naar de medische dingen die we eergisteren aan het dorpshoofd hadden gegeven. Door taalproblemen duurde het een hele tijd voor we die tas hadden gevonden. En bovendien vond ik er geen schaar in, waardoor je het verband bijna niet kon knippen. (En met een zakmes ging dat niet makkelijk.) Ik heb het meisje (6de klas, dus al een jonge dame) mee naar de klas genomen en dan maar een beetje uitgelegd wat je in dat geval moet doen: vooral ontsmetten met Iso-betadine (we hebben een behoorlijke hoeveelheid achtergelaten) en dan verbinden en regelmatig (liefst elke dag) het ontsmettingsmiddel en het verband verversen. Wie weet was dat nuttig, maar inmiddels merkte ik dat er bij Koen een behoorlijke spanning was ontstaan over dat N’Go onderwijs. Hij hield het weliswaar zeer diplomatisch, maar Ouhoun wond er zich wel wat over op. En het was ook duidelijk dat Koen het nut van dit soort schrift absoluut niet inzag. Terecht, natuurlijk. Later zei hij: “de kinderen worden hier het slachtoffer gemaakt van de dromen van een paar volwassenen.” Heel juiste analyse. Ouhoun deed toen nog een poging om ons wat boeken in het N’Go te tonen.

Maar dat waren er slechts een paar, en m.i. niet van hoge kwaliteit – maar boeken zijn sowieso zeldzaam hier. Kijk ook naar de houding van verveling van sommige leerlingen.

 

 

 

Met Chaka naar het veld, waar de leerlingen van 6de klas les kregen over aanplanten. De lesgever was Idrissa Djire, die vorig jaar de vorming in het Centre Songhaï in Portonovo (in Benin) heeft gevolgd.

Er werd duidelijk systematisch gewerkt bij het aanplanten van de aardappelen. Chaka gaf de kinderen (de meeste al groot) de kans om ons vragen te stellen. Veel kwamen er niet, maar een ouder meisje beklaagde zich erover dat ze elke dag zo lang gierst moest stampen, en dat ze daar zo ontzettend moe van was. Het was een aanleiding voor ons om toch ernstig werk te maken van de aanschaf van een gierstmolen voor de vrouwen.

Twee kleine meisjes roepen me de hele tijd van de zijkant van het atelier. Ze toont me haar onderbeen: een uitstulpsel met dikke korst. In de lies-streek heeft ze sterk gezwollen klieren, en dat blijkt ook pijn te doen. Ik weet niet hoe ik er iets over kan zeggen. En zelfs als ik het zou kunnen, zou ik ook niets kunnen doen om haar te helpen. Hartverscheurend, net als een jongen van een jaar of 16, ziet er vreselijk ziek uit. Chaka vertaalt zijn symptomen. Duidelijk: billharziose – dat blijkt wanneer hij het rapport van een medische controle laat zien. Want hij was in het ziekenhuis, heeft ook medicatie gekregen, maar dat heeft kennelijk niet geholpen. Maar er zijn allerlei secundaire complicaties mogelijk bij billharziose, zoals blaaskanker, dingen waar ik verder niets van af weet. Schrijnend, al die vreselijke medische problemen.

Op de terugweg nog wat zand meegenomen, in de hoop dat er eitjes van de roeipootkreeftjes in zitten. In het hotel om 17 u, en dan blijkt dat Ali er al zat van 6 u ’s ochtends tot 15 u, om op mij te wachten. Er is later een briefje aan de receptie van Ali, met zijn tel.nr. Midden in de nacht belt hij. Ik vraag hem morgen om 10 u langs te komen. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *