Maandag 12januari 2015

Maandag 12januari 2015

Maandag 12 januari 2015

Onze afspraak was om 8 u naar het dorp te vertrekken, maar natuurlijk niemand te zien. Om 9 u belt Souleymane: Nadie, zijn vrouw, heeft nog een ‘permission’ nodig om de school te mogen verlaten. Nadie blijkt uiteindelijk nog tot 11 u les te geven… Maar goed, 3,5 u later zijn we op weg. De zandweg naar het zuiden ligt er behoorlijk bij, zodat we toch om half twee aankomen. Souleymane vertelt onderweg dat de leverancier van het dak voor de vierde klas een verkeersteken (het énige op 50 km!) negeerde en in volle snelheid, véél te snel, over een overdwarse uitholling van de weg (een rivierbedding, die natuurlijk 9 maanden droog staat) reed – natuurlijk geen veiligheidsgordel en met zijn gezicht tegen de voorruit terecht kwam. Van zijn gezicht bleef niet veel over. Er komt daar maar eens af en toe een auto of brommer voorbij, dus hij heeft daar nog een hele tijd gelegen. Destijds in Algerije hoorden we ook voortdurend van dat soort verhalen.

Andere verhalen doen de ronde tijdens de lange (hobbelige) rit. Souleymane ziet een mogelijkheid om meer bogolans te gaan produceren. Kennelijk zijn er zo’n 3.600 ex-pats in Bamako neergestreken (betaald door de Wereldbank, heet het), die zich op het weekend steendood vervelen in Bamako, rijkelijk betaald worden om zich te installeren en wellicht graag het ‘Festival du Niger’ in Segou willen bijwonen begin februari. Dat blijkt te kloppen met een verhaal van Monique: zij heeft geïnvesteerd in een comfortabele pinasse, waarmee ze soms ex-pats ophaalt in Kourikouro, die ze na drie dagen boottocht op de Niger, gezond en wel afzet in Segou. Die klanten zijn (natuurlijk) razend enthousiast. Heel Segou werkt nu koortsachtig aan de voorbereidingen om naast de 10.000 of meer Malinezen, die het festival bezoeken ook die ex-pats uit Bamako te versieren.

Een ander verhaal is dat van de gierst-aanplantingen. Nu worden de zaden ingeplant niet in de voren van de omgegooide aarde maar er bovenop, waardoor die zaadjes slechts heel laat ontkiemen omdat het water in de voren blijft staan terwijl de grond daarboven, waar de zaadjes zijn geplant slechts veel later vochtig en dus vruchtbaar wordt. In Burkina Fasso heeft een tiental jaar geleden een man ontdekt dat deze methode geïmporteerd is door de blanken een 50 tal jaren geleden – mogelijk in een overstromingsgebied waar er een teveel aan water was – terwijl voorheen heel de Sahel net het omgekeerde deed: de zaadjes IN de voren planten volgens de zogenaamde ‘ZAI methode’. Eén van de medewerkers van Souleymane had nu deze methode toegepast en inderdaad een aanzienlijk betere oogst binnen gehaald. Alleen: hij is gehandicapt, mist zijn linker arm, waardoor hij volgens de Malinezen recht heeft op betere oogsten zodat hij geen armoede moet lijden en weer meekan in de maatschappij. Waarschijnlijk heeft Allah het zo gewild! Maar dat de hele Sahel geen honger meer zou moeten lijden met deze methode heeft Allah blijkbaar nog niet gewild of overwogen: in dat geval zou er immers opnieuw een onevenwicht zijn tussen de maatschappij en deze gehandicapte volgens de Malinese manier van denken….

We schieten heel goed op eigenlijk, de zandweg ligt er vrij goed bij, en voor we het beseffen zijn we in Samené, het laatste dorp. Van hier af is er hoegenaamd geen weg meer, en moet de jeep slalom rijden tussen de struiken en de karresporen. Zo’n 7 km duurt dit laveren, en zien we de weerspiegelingen in de golfplaten daken van Fintiguila!

Weerzien met het dorp is zoals altijd ontroerend. De vrouwen zien er niet veel beter uit dan vorig jaar, eerder iets minder. Bij de kinderen zijn er grote verschillen, veel groter dan drie jaar geleden. Er zijn er die er nu echt goed uit zien, maar er zijn er bij die zijn blijven steken. Een voorbeeld. De hele dag loopt een klein ventje met ons mee, steeds een stok in de hand. Hij is ongeveer 50 cm groot. Dus ik vraag: waarom is hij niet op school, waarschijnlijk een jaar of 5-6? Nu ja, hij moet op de koeien passen…. En hij ziet er natuurlijk haveloos uit.

We gaan natuurlijk eerst naar het dorpshoofd, en daar is het een bestorming van kinderen (het is middagpauze). Mooi weerzien met de oude man, die nog steeds dezelfde rust en waardigheid uitstraalt.

Bezoek aan het dorpshoofd
Bezoek aan het dorpshoofd

Mimi en Nadie beginnen meteen met de brei-lessen – tientallen kinderen om ons heen.

Breien met Mawa
Breien met Mawa

Bij de oudere kinderen zie je wel véél meer schoeisel dan voorheen. Wel hebben heel veel kinderen nog steeds dezelfde afgrijselijke snotneuzen. Ik moet mijn neus snuiten: alle ogen gaan mijn richting uit, onbegrijpend. Zo iets hebben ze nog nooit gezien – en het is duidelijk dat ze ook niet begrijpen wat een zakdoek is. Daarom willen we volgend jaar een actie starten: elk kind een zakdoek, en geen snotneuzen meer! Die zorgen immers voor een nooit ophoudende cyclus van besmetting.

We horen dat de oogst goed is geweest (hamdoulileh) – de koeien zien er inderdaad dikker uit dan vroeger. Mawa zet zich naast Mimi en begint aan haar eerste breiles, enkele jonge vrouwen komen erbij zitten. Bintou zit op het erf, heeft een nieuwe baby: Djemina.

Bintou met Djemina
Bintou met Djemina

Ook Katidja heeft een nieuwe baby, ben vergeten naar de naam te vragen. Niet Mawa! Zij is kennelijk vast besloten om er geen meer te hebben. (Misschien een voordeel van het polygame systeem? Mawa stuurt haar man naar zijn andere vrouw….)

Na een poos gaat het naar het erf van Drahmane (de zoon van het dorpshoofd),

Drahmane, zoon van het dorpshoofd
Drahmane, zoon van het dorpshoofd

waar we altijd samen zitten. Ik geef de tas met medicatie (gift van Marguerite) aan Nafissatou, vraag haar wat is overgebleven van de medicatie die Mimi destijds aan Brigitte (onze kleuterleidster, inmiddels vertrokken) heeft toevertrouwd. De tas is vrijwel leeg – behalve een groot aantal doosjes. Zonder gêne zegt ze dat het de contraceptifs zijn. Souleymane had daarstraks nog gezegd dat er een groot taboe op rust voor een vrouw om hierover met een man te spreken. Als ik zie met welk gemak Nafissatou daar tegenover mij, bovendien een blanke vreemde man, begint, dan denk ik dat hij achter staat. Hij meende wel dat in het dorp meer aan ‘family planning’ gedaan werd en dat man en vrouw hierover meer overleg pleegden. In ieder geval is de voorraad contraceptiva nog ruim voldoende. ( In het verleden hadden Mimi, Eva, Hawa niet de minste moeite om hierover met de vrouwen te praten – zonder de mannen erbij, weliswaar.) De vervaldatum 2014 is voorbij, maar volgens onze huisarts kan men daar zeker een jaar of misschien zelfs meer overheen gaan. Ik wil alle medicatie aan Nefisatu toevertrouwen en haar verantwoordelijk maken voor de EHBO, maar dan komt een oudere vrouw langs met een ontstoken teennagel. Ik probeer Nafissatou te motiveren om de wonde samen te verzorgen, maar ze ziet dat niet echt zitten – niet goed voor de EHBO verantwoordelijke, natuurlijk… Ik begin de ingegroeide nagel te verwijderen, Mimi werkt het verband verder af, en Bintou (van de overkant) bezorgt een oude sok om over het verband te trekken. Nefisatu blijft op veilige afstand….

We kijken nog even binnen in de kamers van het dorpshoofd: de petflessen die Ali vorig jaar in zijn dak heeft gemonteerd, om de kamers overdag te verlichten, doen het nog steeds opperbest…

Verlichting door petfles in het plafond
Verlichting door petfles in het plafond

Maar blijkbaar is dit idee niet aangeslagen: het is ook van ons gekomen en was geen vraag van hen. Integendeel, het dorpshoofd heeft intussen een groot zonnepaneel geplaatst, dat zijn televisie van stroom voorziet, terwijl er geen verlichting is ’s avonds….

De timmerklas is inmiddels bezig. Zoals steeds in openlucht. De nieuwe leraar schrijnwerkerij, heet eveneens Chaka (links op de foto), is bezig met de 4de klassers.

Leraar Chaka met de timmerklas
Leraar Chaka met de timmerklas

Aan weerskanten van een tafel zijn meisjes en jongens bezig met het zagen van houten balken. (Jongens en meisjes gescheiden, maar spontaan – zou je overigens bij ons op die leeftijd ook zien.)

Meisjes bij het zagen
Meisjes bij het zagen

Grote verrassing voor ons: het zagen gaat in tegengestelde richting vergeleken bij ons: dus men zaagt WEG van het lichaam. Ik heb de indruk dat het minstens zo goed, misschien zelfs beter gaat. En het is natuurlijk veiliger. De balk die de meisjes doorzagen is perfect in de helft doorgezaagd, niks scheefs.

Perfect doormidden gezaagde balk!
Perfect doormidden gezaagde balk!

De jongens zijn inmiddels begonnen om kleine zitbankjes te fabriceren met de stukken hout die ze eerder gezaagd hebben.

Spijkers met koppen
Spijkers met koppen

Er wordt duchtig getimmerd en gehamerd, waarbij iemand natuurlijk onvermijdelijk op zijn vinger slaat.

Aiii Aiii
Aiii Aiii

Meester Chaka laat ze rustig begaan, houdt alles goed in de gaten, maar komt niet de hele tijd tussen. Is ook eigenlijk niet nodig, want de leerlingen hebben intussen al zo’n kleine 10 van die bankjes geproduceerd. Die verkopen ze later – waarschijnlijk in de stad, omdat ze er daar meer geld voor kunnen krijgen. De bedoeling is dat door dit soort inkomsten het dorp geleidelijk aan mee de kosten voor het onderwijs gaat dragen. Ook dit jaar hebben de kinderen uit dit soort inkomsten hun eigen schriften en balpennen betaald. (Wat wij tot nu toe deden.) De bedoeling is dat de eigen bijdrage aan de kosten voor de school geleidelijk aan toeneemt. Want als wij er niet meer zijn, moeten zij het werk van de school zelf kunnen verder zetten.

Tot slot delen we het gereedschap uit dat de vader van Jeroen heeft geschonken. De Meester is bijzonder blij met al deze dingen, die heel goed van pas komen zeker omdat ze van betere kwaliteit zijn dan wat nu op de Malinese markt beschikbaar is. We maken een foto waarin alle kinderen één stuk gereedschap in de lucht steken. Hommage aan Hans Verschuren!

Hulde aan Hans Verschuren en zijn gereedschap!
Hulde aan Hans Verschuren en zijn gereedschap!

We bezoeken de school zelf . Het dak van de twee oudste klasjes in banco ziet er bedenkelijk uit: het is duidelijk niet onderhouden.

Het gebouw met de oude klasjes. Het dak ziet er slecht uit.
Het gebouw met de oude klasjes. Het dak ziet er slecht uit.

En Souleymane heeft noch de speciale cement, noch de speciale ademende plastic die Mimi had meegebracht, gebruikt – dan was dit allemaal niet gebeurd. Maar die cement en die plastic staan al meer dan drie jaar ofwel in het atelier van Souleymane, ofwel in het berghok van de chef du village… ook hierom was niet gevraagd… Enkele huizen in het dorp hebben intussen een zeer mooie bepleistering met geometrische patronen op de muur gekregen, wat vroeger onbestaande was, duidelijk een aanwijzing van een verbeterde levenssituatie.

Sékou voor zijn beschilderde huis
Sékou voor zijn beschilderde huis

Dit is in schril contrast met het erf, dat er nog steeds even chaotisch en onverzorgd bij ligt

Souleymane voor het schapenhok
Souleymane voor het schapenhok

En de broodoven is kapot. Niemand maakt aanstalten om hem te repareren, ook al betekent dit dat ze nu geen brood meer hebben…

De broodoven niet onderhouden...
De broodoven niet onderhouden…

Het toilet is wel voorzien van een soort ‘gordijn’ – waarschijnlijk ten behoeve van de blanke bezoekers.

Toilet met gordijn
Toilet met gordijn

En de meisjes mogen nog altijd het water halen en dragen:

Waterdragende meisjes
Waterdragende meisjes

 

Eerst naar de klas van Daouda , de N’go leraar. Het is nog steeds hetzelfde treurige rijtje met klinkers en medeklinkers in dit volledig onpraktische schrift. Onpraktisch in een dubbele betekenis. Enerzijds doordat je het niet cursief en dus niet snel kunt schrijven. Anderzijds doordat het NERGENS gebruikt wordt.

Daouda voor het bord met N'Go schrift
Daouda voor het bord met N’Go schrift

Maar voor Souleymane is dit een echt Afrikaans schrift – wat het absoluut niet is. Er zijn zulke autochtone schriften in Afrika, bijvoorbeeld het Vai, in Liberia. Het N’go is ‘ontwikkeld’ in de 40-er jaren van de vorige eeuw, door een kamergeleerde in Guinée. De kinderen dreunen om beurten de lijstjes met klanken af, maar ze komen nooit tot het lezen van een tekst in het N’go! Logisch, want zulke teksten bestaan nauwelijks. Ik denk dat je ze op de vingers van twee handen kunt tellen. Dat was het eerste leerjaar.

Anders in de klas van Nafissatou, tweede leerjaar, rekenen. Het gaat om de tekens <, >, =. Wij leren dat op de lagere school als ‘kleiner dan’, ‘groter dan’, ‘gelijk aan’. Maar niet in het Frans, oh nee: dat zou veel te eenvoudig zijn, ‘plus grand que’, ‘plus petit que’. Nee, dat moet heten ‘supérieur’ en ‘inférieur’. Mij niet gelaten, maar het zegt iets over het wereldvreemde van het Franse schoolsysteem. Voor kinderen in de savanne zou het m.i. wel helpen als ze die rare en voor hen ondoorzichtige Franse woorden konden vervangen door ‘groter dan’ en ‘kleiner dan’.

Tweede leerjaar: de leerlingen in de klas van Nafisatou
Tweede leerjaar: de leerlingen in de klas van Nafisatou

Nafissatou heeft wel een moeilijkheidsgraad toegevoegd. Het gaat om dingen als

9 + 6   …. 8 + 3

Een aantal leerlingen heeft het er daadwerkelijk moeilijk mee. Maar Nafissatou is geduldig, maar ook streng. De hele tijd zit een ietwat oudere man mee in de klas. Aanvankelijk weten we niet om wie het gaat, maar Souleymane maakt duidelijk dat hij de vertegenwoordiger van de ouders is. Een heel goed systeem, lijkt mij. Invoeren in Vlaanderen? @lach@

Gek genoeg heb ik geen goede foto’s van Nafisatou genomen. Vandaar het fotootje hier onder, precies een jaar geleden, samen met Brigitte, onze voormalige kleuterleidster, tijdens een uitstapje met een prauw op de Bani-rivier (een zijrivier van de Niger). Brigitte is inmiddels niet meer in dienst, maar heeft een baan gevonden in het dorp waar ze vandaan kwam. Het is heel vreemd, maar er zijn eigenlijk te weinig kleuters in het dorp om een klasje te vormen. Is er dan toch een beetje ‘family planning’? Of zijn de mannen het grootste deel van hun tijd verder op de rivier, richting Djenne? We behouden in ieder geval HEEL goede herinneringen aan Brigitte, die als christene zonder enig probleem de kleuters in het dorp heeft voorbereid op de lagere school – waar Nafisatou nu van profiteert!

Nefisatou en Brigitte een jaar geleden
Nefisatou en Brigitte een jaar geleden

 

Naar het derde leerjaar, o.l.v. Chaka. In het nieuwe schoolgebouw. Hij spreekt de klas toe dat we vandaag gasten op bezoek hebben, die een kijkje komen nemen in hoe zij werken. Hij vraagt om een welkomstwoord en uit volle borst klinkt het “Soyez bienvenus!”

Leerlingen van het derde leerjaar, in het nieuwe schooltje
Leerlingen van het derde leerjaar, in het nieuwe schooltje

Beginnen we met het echte werk, zegt Chaka: Welke dag zijn we vandaag? “Le douze janvier”. Van welke maand? Enz. Vervolgens komen diverse leerlingen aan bord om Franse zinnetjes te lezen. Gaat goed, eigenlijk aanzienlijk beter dan vorig jaar in de 3de klas. In volgende oefening moeten de leerlingen synoniemen in een tekst onderstrepen. Wat opvalt, is het ongelooflijke enthousiasme van de kinderen: alle handen gaan de lucht in, en het is of er een wervelwind door de klas gaat. Iedereen roept “Moi, Monsieur! Moi Monsieur!” Het lijkt wel of om een kermisattractie gaat waaraan ze mogen deelnemen.

Lezen en rekenen in het derde leerjaar
Lezen en rekenen in het derde leerjaar

Een piepklein jongetje mag van Chaka. Hij wil ‘vélo’ en ‘bicyclette’ onderstrepen, maar kan er niet bij. Een hilarische situatie: de vertegenwoordiger van de ouders springt recht en steekt hem de hoogte in! Tot groot jolijt van iedereen. Zowel grootte als leeftijd variëren trouwens sterk binnen elke klas. Er zijn in de derde klas kinderen van amper 8 jaar, maar er zitten ook jongens en meisjes van 12 – 13 jaar in dezelfde klas. Dat komt omdat wij met de school begonnen zijn terwijl er niets was. Sommige kinderen begonnen dus op de gebruikelijke leeftijd van 6/7 jaar, maar heel wat kinderen waren toen al 10 jaar, bijvoorbeeld. Die zijn gewoon mee begonnen, maar zijn nu natuurlijk een pak groter en ouder. Voor zover we kunnen zien, geeft dit geen enkel probleem.

Voor elke juist oplossing applaudisseren de kinderen voor elkaar. Tenslotte komen al wat ingewikkelder optelsommen aan bod, van het soort

37 + 45

waarbij ze dus de brug over tien moeten maken en dingen ‘onthouden’ om ‘mee te nemen’. Gaat niet altijd even makkelijk – soms wel – maar Chaka is heel geduldig en helpt steeds. En steeds volgens een identiek systeem, zodat geen verwarring ontstaat.

Meester Chaka voor de klas
Meester Chaka voor de klas

Het einde van ons bezoek nadert. Chaka vraagt welke leerlingen ons willen zeggen wat ze op de school doen. Een meisje, vervolgens een jongen, zeggen telkens hun naam en dat ze leerling zijn in het derde leerjaar. Chaka vraagt ze: Wat heb je ons te zeggen over de school in ons dorp. De antwoorden zijn natuurlijk van buiten geleerd, maar toch mooi: Dat ze heel tevreden zijn op de Fanga school in ons dorp, dat ze veel kunnen leren, en dat ze ”Monsieur Souleymane Coulibaly et ses partenaires, Mimi et Willie” bedanken. Chaka dankt ons nog voor het bezoek. Wat duidelijk geworden is: deze kinderen zijn verslaafd aan de school en verslingerd op hun leraar!

Vervolgens bezoeken we de moringa plantage. Het is een groot veld, één hectare groot.

Het moringa-veld
Het moringa-veld

Onder leiding van Chaka hebben kinderen hier in lange rijen moringa-zaden geplant, ongeveer een maand geleden. Irrigatie kunnen we van de watertoren gebruiken. Maar … er komt nog amper een plantje uit. We maken ons enigszins zorgen, omdat de (lemen) grond ongelooflijk hard is. We hopen dat de jonge moringa-twijgjes daar doorheen kunnen.

De heel vruchtbare maar ook keiharde leemgrond
De heel vruchtbare maar ook keiharde leemgrond

In ieder geval heerst een gevoel onder de kinderen: “Dit is ONZE moringa!” Dit is een hoofdstuk dat binnenkort zeker vervolgd wordt.

Het moringaveld nogmaals, met rechts de watertoren
Het moringaveld nogmaals, met rechts de watertoren

Hier nog een beeld van het moringa-veld, met rechts de watertoren, die Souleymane heeft gebouwd. Ook hier is een spectaculaire vooruitgang in het bewustzijn. Tot nu toe betaalde Souleymane de benzine voor de pomp (om het water uit de rivier naar de watertoren te pompen). Hij heeft nu te kennen gegeven dat de vrouwen geleidelijk aan de kosten daarvoor zelf moeten overnemen: doordat ze nu meerdere oogsten per jaar hebben, kunnen ze een beetje geld sparen. En als ze dat samen leggen, kunnen ze de brandstof voor de motor van de pomp betalen. Waarop de vrouwen spontaan op zuinig gingen: we gebruiken de watertoren alleen als we geen water uit de putten meer hebben….

Het jongetje midden op de foto (met stok) is een van de weinige kinderen in het dorp dat van zijn ouders niet naar school mag. Reden: hij moet de koe hoeden! Maar er is natuurlijk aan één koe niets te hoeden, dus hangt hij de hele dag rond in de buurt van de school – ook op zoek naar leeftijdgenootjes, natuurlijk, maar die wel allemaal in de klas zitten. En hij niet. Triest.

En hij krijgt dus ook nooit een ‘bulletin’. Waarop de leerlingen bijzonder trots zijn. Hier een exemplaar.

Bulletin van een leerling
Bulletin van een leerling

De leerkrachten houden nauwgezet de cijfers van de leerlingen bij. Merk op, onderaan rechts, waar de ouders hun handtekening moeten zetten. Dit is een probleem, want geen van de ouders kan lezen of schrijven… Dus worden er maar kruisjes gezet, net zoals bij ons Karel de Grote…. Dit betekent wel dat de kinderen in het dorp nu een heuse voorsprong op hun ouders krijgen. Bijvoorbeeld wanneer de vader iemand via zijn (ouderwetse) GSM wil bellen, moet hij zijn dochtertje of zoontje vragen om de cijfers te vormen. Mimi wil dit tegen-sturen door de breilessen, zodat de vrouwen binnenkort de kinderen ook iets kunnen bijbrengen.

Tegen 17 u moeten we op de terugweg: rijden in het donker op deze onregelmatige zandweg is niet bepaald aan te raden. Desondanks is het al flink donker wanneer we het silhouet van Segou in de verte zien. En nog steeds is de inkomst in de stad volstrekt ongewijzigd: door een gigantische vuilnishoop met een vreselijke, door geulen doorkloven helling, waar zelfs een 4×4 slechts meter voor meter doorheen komt. Geen mens die eraan denkt om dit pad even te effenen.

We zijn, zoals altijd na een dag in het dorp, DOODOP, maar tegelijk zeer voldaan. Wat zeg ik? We zijn hilarisch over wat we gezien en beleefd hebben!! Zo’n geweldige vooruitgang hadden we drie jaar geleden niet durven hopen. Ervan dromen, ja, en die droom is nu voor een deel waarheid geworden. Wat een ontwikkeling. We kijken nu al uit naar ons volgend bezoek.

Even verfrissen en we willen gaan eten in Restaurant Kora, waar onze man, Ce-kora (letterlijk ‘de nieuwe man’) er echter niet is, morgen overdag wel – we draaien terug. Vastbesloten om er morgen te komen lunchen.

Comments are closed.