Donderdag 8 januari 2015
Donderdag 8 januari 2015
We zijn gisteren om 9 u thuis vertrokken, voor een eerste traject Brussel-Lissabon, daar 7 uur wachten, en aankomst in Bamako om 2 u. ’s ochtends. Meteen bij de ingang van het gebouw krijgt iedereen een soort wit pistool tegen het hoofd geduwd: is een nieuw soort thermometer om te meten wie een verhoogde lichaamstemperatuur heeft. Iets verder is een “Service Medical” ingericht en er lopen mensen in witte jassen rond. Op meerdere plaatsen geven video-schermen informatie over Ebola. Zo’n geavanceerde techniek is nieuw.
Door security en bagage duurt tot 3 u., dan blijkt één van onze koffers te ontbreken. En we zijn niet de enigen: naast ons nog een 7-tal mensen. Nooit paniek in Mali, nooit ergernis! Naar de ‘réclamation bagages’, duurt drie kwartier, maar de service is gewoon uitstekend. Zaterdagochtend komt onze koffer aan. Als allerlaatsten (zoals gewoonlijk) verlaten we het gebouw, waar we worden opgewacht door Koita, de jonge chauffeur van onze gastvrouw, die ons naar huis brengt. Eerste opvallend gegeven: het wegdek is overal in véél slechtere staat dan een jaar geleden, overal zijn diepe gaten. Het is 5 u. ’s morgens, de muezzin roept op tot het morgengebed! Een haan begint te kraaien, een ezel balkt.
We zijn in het huis van Sounkoura, de moeder van Amina, onze Antwerps-Malinese vriendin. Zelfs in het donker komen we onder de indruk van het huis, en we krijgen een super groot terras ter beschikking op de tweede verdieping met daarbij een heus klein appartementje – zo luxueus hebben we het in Mali nog nooit gehad! Alles tot in de puntjes geregeld: muskietennet, flessen water, zeep, douche met warm en koud water, schoon opgemaakt bed met geborduurd laken… alleen het toilet geeft soms wat problemen: we zijn uiteindelijk in een ontwikkelingsland!
’s Morgens is een tafeltje gedekt met heus Europees ontbijt: Frans brood, boter, aardbeienjam, koffie – en een GROTE mand met fruit: sinaasappelen, meloen, bananen, papaya’s, mango’s. Wat een luxe!
Sounkoura verschijnt plotseling op het terras, vergezeld van haar jongste zus, Bitou. Heel hartelijk weerzien na drie jaar. Heel oprechte gevoelens dat wij haar bezoeken. Ze is inmiddels met pensioen, en niet zo heel goed meer te been. En wij zijn ontzettend blij dat we hier mogen logeren. We houden het uiterst rustig vandaag. Mimi bezorgt haar pillen van de ‘Duivels klauw’ – ze is enthousiast om ze te nemen.
Tegen 18 u. worden we voor het avondeten uitgenodigd in de tuin. Drie jonge vrouwen zitten onder een gigantische boom op twee houtskoolvuurtjes de maaltijd klaar te maken.
We komen terecht in een grote familie. Wie er allemaal waren? Alminata, Hawa, Alice, Tete, Anna, Mariam, Fatoumata, Mohammed, Bakary, Soukiye, naast Sounkoura natuurlijk – en ik vermoed dat ik nog wel iemand vergeten ben. Met ons erbij zijn we dus met 13… Maar niet iedereen spreekt Frans. Wij hopen natuurlijk wel dat we hier buiten in het donker onder die grote boom rond de vuurtjes kunnen eten, maar onze gastvrouw troont ons mee naar de salon, beetje sjiek, waar we door Mariam, de oudste dochter van Sounkoura’s jongste zus, Bitou, aan tafel bediend worden. (Ze heeft net haar ‘Maîtrise en Lettres’ afgelegd, en begint nu aan een Master in Communications.) Dit is een familie waarin gestudeerd wordt onder het alziend oog van Sounkoura, zeg maar de ‘mater familias’ van ‘la grande famille’. Maar ook haar echtgenoot, Birama moet mee-eten, een self made man die het als jonge wees van 9 jaar uiteindelijk tot geoloog heeft geschopt. Hij is een boom van een man, keurig gekleed in wit hemd en elegant colbert jasje. Blijkbaar kan hij niet goed ophouden met werken. Mimi’s eerste studiekeuze was ook geologie, een studierichting die in die tijd eigenlijk niet paste in het leven van een meisje, vond men… Birama vindt het nog steeds een fantastisch beroep, geoloog, maar onmogelijk met een gezinsleven te verbinden…. Dus hadden die mensen destijds misschien wel gelijk: hij blijkt vrijwel altijd weg te zijn geweest. En ook zaterdag vertrekt hij voor 4 à 5 weken voor werk, zo’n 600 km hier vandaan met een Engelse firma.
We eten kip met gebakken banaan. Eerst begrepen we het niet goed, maar moeder Sounkoura roept voortdurend om “La Vieille” – en uiteindelijk blijkt dat Mariam te zijn, de jonge vrouw van nog geen 25!….
Blijkt dat zij de voornaam van haar grootmoeder heeft gekregen en men haar daarom “La Vieille” noemt. Ook Souleymane wordt in Segou trouwens steevast “Vieux” genoemd, terwijl hij net over de 30 is…