Brieven aan de MinistersLetters to Ministers
Beste Lezers,
Op 29 juli van dit jaar schreven we een uitgebreid verzoek aan Karel de Gucht (Europees Commissaris van Handel) met cc. aan diverste Belgische en buitenlandse Ministeries en ambassades / consulaten. Alleen de Franse ambassadeur heeft tot nu toe hierop geantwoord (zij het het een jantje van leiden: dat hij verantwoordelijk is voor de ‘innocents Français’ die in Niger (!! Niet in Mali dus…) ontvoerd zijn. Men vraagt zich daarbij ook af of de kinderen die hier nu door het Franse negatieve reisadvies honger leiden, misschien niet evenzeer ‘innocents’ zijn). Maar afgezien daarvan hebben de Belgische autoriteiten er het zwijgen toe gedaan. Met één uitzondering: op 19 augustus werd ik thuis in Antwerpen opgebeld door de Heer Rik Wouters, kabinetschef van Minister Vanackere, Minister van Buitenlandse Zaken (en dus de verantwoordelijke voor het negatieve reisadvies over Mali.) De Heer Wouters heeft mij één zin meegedeeld: “U moet schrijven, dan zal ik antwoorden.” (Wat ik diende te schrijven, was mij niet zo duidelijk, want ik HAD net geschreven, maar goed, meteen kreeg de Heer Wouters en Minister Vanackere een nieuw schrijven. Maar van de tweede zin van de Heer Wouters is tot op heden (13.11.11) niets in huis gekomen.
Ik begrijp ook wel dat Mali niet bovenaan de agenda van onze bewindslieden staat, daarom heb ik ook behoorlijk wat geduld geoefend. Maar wanneer na 5 maanden er nog steeds geen teken van leven is, begint men zich toch de vraag te stellen of de Minister onze emails heeft ontvangen.
Hieronder vindt u kopieën van de net verzonden emails. Of er ooit een antwoord op komt? We houden jullie in ieder geval op de hoogte!! (En natuurlijk kun je zelf ook de nodige vragen aan de desbetreffende bewindslieden stellen….)
———————————–
Geachte Heer Vanackere,
Op 29 van dit jaar stuurde ik u in cc een kopie van een email met het verzoek om uw invloed te willen uitoefenen om een meer genuanceerd reisadvies voor Mali binnen de Europese Unie te verspreident. U vindt deze email onderaan te uwer attentie.
Op 19 augustus jl werd ik persoonlijk opgebeld door uw kabitnetschaf, de Heer Dirk Wouters, die mij verzocht: “U moet eerst schrijven, dan zal ik antwoorden.” Ik heb u dus onmiddelijk opnieuw de argumentatie toegestuurd (zie eveneens onderaan deze email), maar van de tweede helft van de zin van de Heer Wouters is tot op heden niets gekomen. In de desbetreffende email wordt verwezen naar naar de onderzoeksgegevens van het Freedom House, een onafhankelijke onderzoeksinstelling, die in haar jaarverslag steeds weer tot de conclusie komt dat Mali, naast Zuid-Afrika en enkele kleine landjes, het enige echt democratische land in Afrika is. Men zou dus verwachten dat u als beleidsvoerder er alles aan zou doen om de democratische instellingen in dit land te steunen en te verstevigen.
Precies omdat de Malinese overheid de voorbije jaren ingezet had op de ontwikkeling van een toeristische infrastructuur, die het land de nodige deviezen moest opbrengen voor verdere economische ontwikkeling, heeft echter het negatieve reisadvies van uw kabinet de hele Malinese economie een zware slag toegebracht, met als gevolg dat de armoede vrij spel krijgt.
Als tijdelijke bewoner van dit land ben ik uiteraard van dichtbij betrokken bij deze ontwikkeling die me naar de keel grijpt – temeer omdat deze maatregel eerder op angst lijkt gebaseerd dan op feitelijke gegevens. Daarom wil ik u nogmaals vragen of de inlichtingen waarover u beschikt betrouwbaar zijn… Zijn uw inlichtingen dan even goed als die van de CIA die zeker wist dat Irak over massavernietigingswapens beschikte? Waar zijn de feiten waarop het Belgische reisadvies (met betrekking tot Mali!) is gebaseerd?
Dat Mali niet tot Uw top-prioriteiten (daarom heb ik ook heel wat geduld geoefend: sind 29 juli!), ligt voor de hand, maar dat door het negatieve EU reisadvies, Malinese kinderen de hongerdood sterven, is ontoelaatbaar. Daarvoor schaam ik me diep, én als EU burger én als Belgisch ontwikkelingswerker in dit jonge, maar democratische land.
Ik wil u vragen of u mijn emails ontvangen heeft, en of u, als verkozene van het volk, bereid en in staat bent om op ernstige vragen van burgers (die u verkozen hebben) te antwoorden.
Met vriendelike groeten,
Prof. Willie van Peer, Ph.D.
————————————-
Aan de heer Karel De Gucht
Member of the European Commission
BE-1049 Brussels
Antwerpen, 29 juli 2011
Betreft: Negatieve reisadviezen voor Mali
Geachte heer De Gucht,
Als Europees Commissaris voor Handel en voormalig Commissaris voor Ontwikkelingshulp en Humanitaire Hulp bent u meer dan wie ook op de hoogte van Europa’s politiek tegenover Mali. Ondergetekenden betreuren in het bijzonder de laatste ontwikkelingen dienaangaande.
Sinds bijna een jaar wordt het EU-burgers ten stelligste afgeraden Mali te bezoeken. Officiële reden is een verhoogd gevaar voor terrorisme. Dit reisadvies is op vrijwel alle officiële websites te lezen en een aantal reislustigen werd ook persoonlijk gecontacteerd door ambassadepersoneel van België. Toch waren er de voorbije maanden geen incidenten in Mali – wél in de buurlanden.
Mali heeft dan ook een bijzonder stabiele regering, met aan het hoofd een partijloze vrouwelijke eerste minister naast een liberaal en vooruitstrevend president, die anders dan alle andere Afrikaanse presidenten geen derde ambtstermijn ambieert. Dat pleit voor het democratisch gehalte van deze regering, die het toerisme aanmoedigde, in de veronderstelling dat hierdoor de Malinese economie zou aantrekken, de extreme armoede zou verminderen en tegelijk universele waarden en systemen ingang zouden vinden in de Malinese samenleving. Want Mali opteert voor progressieve hervormingen op verschillende niveaus van de samenleving.
Precies daarom is het bijzonder pijnlijk vast te stellen dat Europa geen oog heeft voor de goodwill van deze regering. Integendeel, Europa’s draconische reisadviezen treffen Mali’s prille economie in het hart. De grootste slachtoffers zijn de gewone Malinezen, en niet AQMI. Bovendien betekent een dergelijke internationaal gecoördineerde aanpak gratis promotie voor AQMI, dat in de verpauperde regio’s het gat vult waar de andere (westerse) werkgevers zijn weggevallen. De groeiende economische én culturele isolatie van het land vergroten immers de materiële en geestelijke verarming van de bevolking. Dergelijke ontwikkeling vond ook in andere regio’s plaats en dreigt zich hier te herhalen.
Vandaar deze vraag om – in Mali’s én in Europa’s belang – uw persoonlijke invloed aan te wenden om deze uit de hand gelopen situatie om te buigen in een meer verantwoorde samenwerking met Mali. Primordiaal daarbij is dat het international reisadvies voor Mali wordt bijgestuurd – zowel door België als door de andere Europese landen. Gebeurt dit niet op korte termijn, dan kan dit op langere termijn tot een historische negatieve ontwikkelingsspiraal leiden, die zowel de Malinese als de Europese samenleving treft.
Met de meeste hoogachting,
Prof. Dr. Willie van Peer
Mimi Debruyn
v.z.w. Mali-ka-di
Ferdinand Coosemansstraat 87
2600 Antwerpen-Berchem
België
Tel +32-(0)3 2185436
[—————
Geachte Heer Wouters,
Bijzondere dank voor uw telefoon van daarnet [op 19 augustus jl.]. Uw diensten hebben van mij / ons een kopie ontvangen van een brief aan de Heer Karel de Gucht dd. 29 juli jl., waarvan u onderaan in deze email een kopie vindt. Ik wou u net een email sturen met de vraag om een reactie van Buitenlandse Zaken op ons schrijven. Wij begrijpen dat u bezorgd bent om het welzijn van Belgische burgers in Mali en waarderen dit ten zeerste. Echter, de situatie ter plaatse lijkt van dien aard te zijn dat er eigenlijk geen gevaar is voor Belgische toeristen (tenminste zolang ze zich aan veiligheidsvoorschriften houden, zoals niet ’s nacht te reizen): er zijn tijdens het laatste jaar op het grondgebied van Mali geen aanslagen tegen Belgische toeristen gepleegd en ook hebben er geen ontvoeringen van Belgische burgers plaats gehad. Wij zijn regelmatig in contact met enkele dozijnen landgenoten in het land die ons telkens weer bevestigen dat er in Mali geen terroristische dreiging heerst. Er zijn zeker kampen van AQMI op Malinees grondgebied, vooral in de grensstreek met Mauretanië, Algerije en Libye, maar die vormen vooralsnog geen enkel gevaar voor de typische toeristische oorden die door Belgen bezocht worden. Veeleer wordt voortdurend door vrijwel alle collega’s verwezen naar het diplomatiek conflict tussen Frankrijk en Mali, waarbij eerstgenoemde probeert bovenmatige druk op Mali uit te oefenen door zijn burgers sterk te ontmoedigen om daardoor het toerisme naar Mali te ontwrichten.
Wij willen er graag op wijzen dat Mali naast Zuid-Afrika het enige Afrikaanse land is waar enige vorm van prille democratie heerst, aldus de rapporten van de onafhankelijke organisatie FREEDOM HOUSE in New York (zie onder meer: http://www.freedomhouse.org/template.cfm?page=22&year=2011&country=8086). Deze prille democratie wordt nu door dergelijke negatieve reisadviezen van Westerse landen, waaronder België (dat kennelijk geen onafhankelijke koers vaart, maar zonder meer de Franse lijn volgt), in zijn bestaan bedreigt: door deze negatieve reisadviezen is het aantal jaarlijkse toeristen in Mali van 150.000 naar ongeveer 4.000 gezonken, wat voor een land als Mali een economische catastrofe betekent, terwijl de regering juist bezig was om de toeristische sector te versterken en uit te bouwen.
Het moge duidelijk zijn dat landen die aan de rand van de economische afgrond staan en door Westerse landen in de steek gelaten (of beter: afgestraft) worden, zich zeker niet in de richting van tolerante samenlevingen naar Westers model zullen ontwikkelen, en dat door de huidige negatieve reisadviezen de armoede in het land toeneemt – een betere voedingsbodem kan AQMI zich nauwelijks indenken. Kortom, wij willen er bij uw diensten met klem op aandringen, deze negatieve reisadviezen op te heffen (behalve voor enkele probleemgebieden). Men houdt AQMi zeker niet tot stand door armoede te veroorzaken.
Wij waarderen uw inspanningen voor de Belgische burgers ten zeerste, maar betreuren dat deze grotendeels zijn ingegeven door een diplomatiek geschil tussen Frankrijk / Mali en door onjuiste informatie ten aanzien van de veiligheid van westerse burgers in de typische toeristische gebieden van Mali (Segou, Djenné, Dogon, etc.) Het persoonlijk telefonisch opbellen van potentiële reizigers in België door ambassade-personeel, of het opwachten van Belgische toeristen op de luchthaven van Bamako om hen te ontmoedigen het land te bezoeken, creëert een paniek-sfeer onder potentiële toeristen die totaal ongegrond is – en onzes inziens ook niet tot de verantwoordelijkheden van ambassade-personeel behoort.
Wij vragen u daarom nogmaal dringend, in naam van onze eigen organisatie en van vele anderen, deze uit de lucht gegrepen negatieve reisadviezen aan Belgische en Europese burgers te willen beëindigen. Wijzelf vertrekken over enkele weken voor ontwikkelingshulp naar Mali. Wij kunnen u verzekeren dat wij ons in Mali veiliger weten dan in bepaalde delen van grootsteden in België…..
Met dank voor uw aandacht, en vriendelijke groeten,
Prof. Willie van Peer, Ph.D.
Mimi Debruyn
namens v.z.w. Mali-ka-di
Dear Readers,
On 29 July of this year we sent an extended request to Karel de Gucht (European Commissioner for Commerce) with cc. to various Belgian and foreign Ministries and embassies / consulates. Until now, only the new French ambassador has replied (albeit acting as if his nose was bleeding: he was here in Mali, so he wrote, to ‘protect’ the innocentFrench citizens that had been kidnapped – in Niger, by the way – so NOT in Mali…) One also wonders whether Malian children who now go hungry as a result of the French quasi-prohibition to its citizens to visit Mali are not perhaps also ‘innocent’ ….
But apart from this hollow reaction, there hasn’t been a single reaction on the part of the Belgian authorities (nor of the Dutch of British, for that matter!) With ONE exception! On 19 August I received a telephone call from Rik Wouters, Secretary-General to the Belgian Foreign Office, and to Steven Vanackere, Deputy Prime Minister of Belgium and Minister of Foreign Affairs. It was quite a weird telephone conversation, which consisted only (after my expressing my gratitude and whether we could discuss these things) of one simple clumsy sentence: “You must write, then I will anser.” (My clumsy translation). Whatever I needed to write to him did not dawn on me, since I HAD just extensively given him all the arguments. But I immediately sent Mr. Wouters and Mr. Vanackere a new email with the repeated arguments against a negative travel advice for Mali. The second half of Mr. Wouters’s sentence, however, has to this very day remained unfulfiled….
Sure I understand that this god-forgotten land (Mali) is no top priority for politicians, and for that reason I exerted quite a good deal of patience. But when not a single reaction is forthcoming after more than five months, one starts wondering (at least) whether the emails have reached their destinations.
In the Dutch version on this website (of course the letters are in Dutch) you will find our latest email (as of today, 13.11.11), of 19 August and of 29 July – all in this very year. Whether we will ever get an answer? I have long thought I lived in a democracy, meaning that people in responsible posts are elected, and thus one would be willing (if only out of the urge for self-preservation) to provide informed answers to serious questions by interested citizens. I am not so sure any more… (about democracy). But maybe you yourself can have a go. Who knows you are more successful than we!…