Bezoek aan Mali

Bezoek aan Mali

Van 3 tot 12 januari was ik in Mali. De algehele toestand in het land is zeker niet verbeterd – er heerst een behoorlijke lethargie. Maar Malinezen hebben het karakter om verder te doen, en blijven ook vriendelijk en aangenaam in de omgang. En blijven lachen. Maar ik ging natuurlijk in de eerste plaats om onze projecten te bezoeken.

Voordien bezocht ik echter samen met Linda, van vzw Kanaga, twee van haar projecten, in Noukoula en in Karawere, beide in de regio Konobougou, samen met Nouhoum van de Malinese NGO GAAS (zie: http://gaasmali.over-blog.com/article-21990284.html). In Noukoula kregen we eerst een daverende (en zoals je kunt zien ‘stoffige’) ontvangst van een honderdtal kinderen,

waarna een zeer officiële verwelkoming door het Schoolcomité en de ouderen van het dorp. Toespraken in het Bamanan, die meteen naar het Frans vertaald werden (en omgekeerd).

En er was ook een PR-man van de NGO bij die verslag en foto’s maakte. Daarna vond een inspectie plaats van de toiletten die door Kanaga waren gefinancierd. En ook de schoolklasjes werden bezocht.

Interessant in Karawere was voor mij de ‘formation’ die door de NGO aan het dorp werd verstrekt: een medewerkster komt gedurende drie maanden regelmatig zaken uitleggen over (vooral) gezondheid, b.v. het ontsmetten van het drinkwater met bleekwater, hoeveel men dient te gebruiken, enz.Mijn indruk was dat er aandachtig naar de uitleg geluisterd werd, en volgens de NGO is het aantal ziekten bij kinderen sindsdien merkelijk afgenomen. Iets om ook voor onze dorpen ernstig te overwegen. Wordt zeker vervolgd!

 

BEZOEK AAN FINTIGUILA

Vooreerst het goed nieuws! De bewoners van het dorp zijn zeer bezorgd om mijn welzijn. Tijdens de middagpauze (van 12 tot 15 u: te warm) werd ik door Souleymane en zijn vriend Drahmane (zoon van het dorpshoofd) meegetroond naar zijn geliefd plekje aan de oever van de Bani rivier. Idyllisch in dit seizoen. Daar dus meerdere uren in het zand doorgebracht, luisterend naar de conversaties in het Bamanan, waarvan ik zo goed als niets begrijp – alleen dat het vaak over vrouwen ging… Dus niets anders te doen dan naar de rivier en naar het zand te staren, de sierlijke prauwen over de rivier gade te slaan, en natuurlijk, in zo’n situatie: uren zonder GSM en zonder internet, zonder boek, krant of tijdschrift. En ik moet zeggen: het valt ECHT mee! @lach@

En dit was het tweede jaar dat ik alléén, zonder Mimi, in het dorp was. Natuurlijk moet ik telkens uitleggen waarom ze er niet bij is, heb ik vandaag wel 25 keren gedaan, waardoor ik nu het woord in Bamanan ken: “malafi-e”. Mimi’s afwezigheid heeft kennelijk voor grote kopzorgen gezorgd in Fintiguila, want op een bepaald vroeg Drahmane mij of ik een tweede vrouw ging nemen. Tja, bij zo’n vraag moet je even slikken. En proberen niet in lachen uit te barsten – wat ik toch gedaan heb, dank zij de aanwezigheid van Souleymane, anders had ik het niet gedurfd. Dat lachen kan namelijk wel beledigend zijn…. Want hun zorg was ernstig. Men was zelfs al op zoek naar een vrouw voor me!…

Toen ik Drahmane vertelde dat dat bij ons niet mogelijk, zelfs tegen de wet was, begreep hij dat totaal niet. Toen volgde natuurlijk een saldo van vragen: wat als je vrouw geen kinderen kan krijgen (dat het aan de man zou kunnen liggen, komt in Afrika natuurlijk niet op), wat als je niet overeenkomt, of wanneer de vrouw doodziek is… Dat laatste kwam mij goed uit: Ja, als je vrouw overleden is, mag je weer trouwen, maar pas dan. Hoofdschudden – die gekke westerlingen toch!… Onbegrijpelijk hoe ze moeilijkheden voor zichzelf scheppen. Probeerde uit te leggen dat dit nu eens een ECHT groot verschil tussen Islam en Christendom is. En dat was voor Souleymane aanleiding om te vertellen dat bij animisten een man 12 vrouwen mag hebben. En als hij koning is 90! (Ik had natuurlijk meteen de aandrang om mij tot het Animisme te bekeren!) (Tussen haakjes: over de keuzemogelijkheid van de vrouwen in kwestie wordt hier natuurlijk met geen woord gerept.)

 

DE GESCHIEDENIS VAN DE KOFFER

Maar nu de klap op de vuurpijl! (Om jullie te vermaken.) Ik had uit Antwerpen een grote koffer meegenomen propvol met breiwol en –naalden voor de breilessen in het dorp. In Bamako kun je niet gewoon je koffers van de band nemen en ermee weg wandelen. Dat is het privilege van de kruiers, arme sloebers die op die manier proberen een centje te verdienen. Volledig betrouwbaar. Ze vragen je bagagetag en zij kijken het nummer na. Ik bekommer me daar normaal gezien niet om, want zij zijn ‘professionals’. Bovendien: alle tags worden nóg een keer gecontroleerd voor je het gebouw verlaat. Niks aan de hand. En ik had natuurlijk geen breinaalden en –wol nodig, dus …

Tot vanmiddag dus, toen ik de koffer als geschenk van Mali-ka-di aan het dorpshoofd ging overhandigen. Toen bleek er, in plaats van breiwol, een paar mannenschoenen, mannenonderbroeken en T-shirts, allerlei etenswaren, enz. in te zitten! Pas toen gekeken naar het label aan het handvat: Hayat Maïga! Hoe is het mogelijk!… Ze hebben op de luchthaven niet alleen twee keer het nummer verkeerd gelezen, maar mij bovendien voor een Malinees gehouden – van de stam van de Songhaï, bovendien, uit het noorden van het land, waar de Toeareg nu herrie maken… Maar voor de rest: zelfde merk van koffer, zelfde afmetingen, zelfde kleur. Ik stel me echter de ontgoocheling van Hayat Maïga voor, wanneer die in zijn koffer alleen maar breiwol vindt! DAT moet een shock zijn geweest, jonge jonge.

Na ja, maar ik zit nu hier in Segou met zijn koffer, en hij misschien in Gao (waar de Songhaï wonen), zo’n duizend km hier vandaan. Ik ga me de volgende dagen op de luchthaven in Bamako amuseren, vermoed ik. Dus, mensen: kom gauw naar hier, naar Afrika: hier beleef je altijd verrassingen, altijd avontuur!! (Volgende keer ga ik toch zelf de labels controleren…)

 

VERDERE ONTWIKKELINGEN IN HET DORP

Souleymane had tijdens het gesprek met Drahmane ook gesproken over de mogelijkheid om met de kinderen / school een kippenkwekerij te beginnen. Het leek hem een goed idee en hij zou het bij de volgende bespreking (ik neem aan van de ouderen-raad) voorstellen.

Bij elk dorp dat we tot nu toe bezochten, krijgt Souleymane een haan aangeboden. Die moeten de rit achter in de bagageruimte van de jeep doorbrengen. Vanochtend werden mijn cadeautjes voor het dorp daar ook gedeponeerd, waardoor ze eruit kwamen versierd met hanenkak… Maar goed, hij heeft er nu al drie! Misschien kan Souleymane nu zelf een kippenkwekerij beginnen: hij heeft er in ieder geval (behalve de kippen) nu de nodige ‘equipage’ voor….

Het weerzien met de mensen in het dorp was heel hartelijk. En het doet wel wat, een tweeling te zien, die je 6 jaar geleden het leven gered hebt…

(Hoewel, zo geweldig gezond zien ze er ook niet uit – reden om actie te ondernemen: blijf onze website volgen!) Uitvoerig de les naaien bijgewoond: ongelooflijk hoe goed de kinderen dit al kunnen, na slechts enkele weken les!

Alleen: VEEL te weinig naaimachines: 3 voor telkens 12 leerlingen. Dus dit wordt een actiepunt voor Mali-ka-di! Verder is er een groot tekort aan stof. Souleymane zal de volgende periode proberen te overbruggen, maar ik heb toegezegd dat wij een actie zullen ondernemen om stof in te zamelen.

Was ook wel mooi om te zien: jongens en meisjes moesten elkaar met de lintmeter opmeten, terwijl de meesten van hen volop in de puberteit zijn. Wel heel wat elektriciteit in de lucht, maar alleen statische. In ieder geval werd de oefening ernstig genomen.

Verder lessen Arabisch gevolgd: er werd weer veel gezongen, mooi! (Van het Arabisch zelf komt volgens mij niets terecht, al deden de leerlingen wel of ze het konden lezen), rekenen, lezen, moraal, en gezondheid.

Rekenen ging heel goed: optellen en aftrekken van grote getallen, omtrek en oppervlak van een vierkant berekenen, en … (had ik niet verwacht!): tekenen. Leerlingen tekenden een vis … en GOED.

Frans lezen (en begrijpen) volgens mij veel minder: ze lezen de zinnen zo dat blijkt dat ze de structuur van de zin niet doorhebben. Ik wil tegen volgende keer werk maken van een betere instructie.

De jongens spelen nu echt voetbal: dus ze hebben een bal – dat was vroeger niet het geval, alleen maar een bundel gras. Alleen: de meisjes doen dat niet mee: te ruw, waarschijnlijk. Ik droom nog altijd van een basketball-veld voor meisjes, dat zou echt ideaal voor ze zijn. En wat ik er in Ségou van gezien heb, zijn ze er heel goed in!

Heel opvallend in Fintiguila, zeker in vergelijking met de 2 andere dorpen: heel wat kinderen hier met kwashiorkor (verschijnselen van ondervoeding: kinderen met bruin of grijs haar). Heb er met Souleymane over gesproken en hem duidelijk gemaakt dat dit ERNSTIG is. Heb hem aangeraden gebruik te maken van de moringa-bladeren (groeit in het dorp, zegt hij, maar ik merk er niets van – anders kan hij het bij Yvonne in Mopti krijgen), of bananen en eieren: beide in overvloed aanwezig, maar niet gebruikt….

 

BEZOEK AAN TIOÏNA EN BOULITOMO

Ik was ook in Tioïna, het dorp dat al jaren vraagt om ook zo’n project bij hen te starten. De schrijfwijze van de naam vereist enige toelichting. Je vindt hem ook als Touena of Touana. Het gaat steeds om hetzelfde plaatsje. De schrijfwijze van plaatsnamen is bij ons al lang gestandardiseerd, maar in een jong land als Mali moet dat allemaal nog gebeuren. En zeker voor afgelegen dorpjes is het niet vanzelfsprekend hoe de naam wordt geschreven. Merk op: de uitspraak is ongeveer /twajna/ of /twejna/. De naam doet er natuurlijk niet zoveel toe. Het dorp vraagt al meerdere jaren of Souleymane niet ook een vergelijkbaar project bij hen kan opstarten. Wij zijn daartoe wel geneigd als we de nodige middelen ervoor vinden. Nu de financiële steun aan Fintiguila volgens afspraak geleidelijk vermindert, zouden we die middelen in een school in Tioïna kunnen investeren. Alleen: dat dorp is véél groter: er zijn daar zo’n 350 kinderen (tegenover hooguit 150 in Fintiguila). Dat betekent dat we meer gebouwen nodig hebben, meer leerkrachten en meer materialen (banken, borden, leien, schriften, ….) Op dit moment is er al een samenwerking met het dorp geweest voor de omheining van de moestuinen, waarvoor in de eerste plaats de vrouwen van het dorp gespaard hebben, en de association van Souleymane en Mali-ka-di de rest hebben bijgelegd.

Er was eerst een vergadering van de oudere mannen in de mannenhut. De vrouwen wachtten buiten, gelukkig onder een afdak tegen de Afrikaanse zon. Na zo’n uur ging het hele dorp op pad naar de tuinen – wel zo’n 20 minuten wandelen.

En iedereen ging mee, leek wel een feestelijke optocht: in de verte zie je 2 rijen van kinderen die ons verwelkomen en het nationale volkslied van Mali zingen – met de hand op het hart!

Die omheining hebben is inderdaad ongelooflijk stevig, en indrukwekkend: ze omspant een terrein van 2 hectare, en is op regelmatige afstanden versterkt met driehoekige versteviging.

Hoe belangrijke zulke omheining is bleek toen we terug naar het dorp gingen, en een grote kudde loslopende koeien onze weg kruiste. Op het terrein bouwt Souleymane met zijn stichting nu een waterput, die de moestuinen binnenkort van water moet voorzien. (De afstand tot de rivier is hier een stuk groter: zo’n kilometer.)

Aan het eind van het bezoek was er nog overleg met de vrouwenraad, redelijk opgewonden.

Het bleek dat een 10-tal vrouwen niet had willen mee sparen voor de omheining, maar nu wel gebruik wou maken van de moestuin. Eventueel tegen een betaling voor het hekken. Wat op heel wat verzet stuitte van de andere vrouwen: dit was immers een gebrek aan vertrouwen in de groep, en kon niet worden afgekocht…. Misschien zijn dergelijke processen van gemeenschapsvorming nog belangrijker dan een omheining: het gezamenlijk plannen en uitvoeren.

In het verlengde van het bezoek aan Tioïna hebben we ook deelgenomen aan het overleg in Boulitomo, een dorp een 5-tal km verder, weg  van de rivier. In het midden van het dorp weer een waterput, zonder afscherming.

Dat er af en toe een kind in valt, is waarschijnlijk onvermijdelijk. Ik was ook hier weer onder de indruk van de discipline in de vergadering: geen geklets tussen door onder elkaar!… Mannen rechts, vrouwen links, maar nogmaals: geen geklets onder elkaar, wat mij hier bij ons vaak behoorlijk ergert….

In dit dorp is al een school, dus daar ligt geen probleem. Zij willen wel leren uit het proces in Tioïna om de moestuinen te beschermen met een stevige omheining. Als ik het goed begrepen heb, voert dit naar een besluit dat men ook in dit dorp een spaar-actie op touw wil gaan zetten! Het lijkt allemaal zo voor de hand liggend voor ons, maar voor Afrika zijn dit echt grote stappen: sparen voor iets wat nog in de toekomst ligt. (En niet een brommer om mee rond te crossen, maar zo iets abstracts als de afscherming van de groentetuinen tegen loslopende kudden vee.) Opmerkelijk hier: een van de onderwijzers maakte een schriftelijk verslag van de vergadering – in het Frans!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *