Bijscholing leerkrachten!
Een heel nieuwe ontwikkeling: Souleymane heeft het initiatief genomen om onze leerkrachten pedagogisch en didactisch bij te scholen. En Mali-ka-di ondersteunt dit project financieel. In het atelier van Souleymane in Ségou worden nu lessen gegeven die door onze leerkrachten gevolgd worden. De inhoud van de lessen valt grotendeels af te leiden uit de teksten op het bord. En die zijn echt wel heel goed: het zijn stuk voor stuk wenken maar vooral ook inzichten waar de gemiddelde Malinese leerkracht nog nooit van gehoord heeft. Maar die wel heel belangrijk zijn voor het welslagen van het onderwijs. Hier het begin van de opleiding, dag 1, op de eerste verdieping van Souleymane’s Centre Soroble: (Als je op de foto’s klikt, worden ze vergroot, en kun je lezen wat op het bord staat). We zien onze leerkrachten hier op de rug bij het begin van de cursus.
Hier de directeur van het Katholiek Onderwijs, die samen met zijn assistent de cursus geeft. Nota bene: de directeur van het Katholiek Onderwijs geeft nascholing aan onze leerkrachten, die allen moslim zijn. Dat zegt weer iets over de wederzijdse tolerantie in Mali. Maar ook dat inzake onderwijs de katholieke scholen veruit superieur zijn aan alles wat de officiële (moslim) scholen te bieden hebben.
Nog steeds dag 1: over attituden. Mijn goede vriend Paul Wouters, die organisatie-adviseur is, hanteert een theorie van de 3 H’s: Hoofd, Hart, en Hand. Hij zal aangenaam verrast zijn dat hier in Mali zijn theorie ook wordt gebruikt. *lach* Alleen voegen ze hier nog ‘Pieds’ (voeten, dus mobiliteit) aan toe.
Dialoog met leerlingen:
Dialoog: theorie. In drie fasen: (1) de leerkracht presenteert de ‘beelden’ van wie in de dialoog mee doet: de personages, de dieren, de objecten. In een tweede fase leest de leerkracht de dialoog minstens 2 keer in een natuurlijke situatie, waarbij hij met de vinger naar de tekst wijst. In de derde fase wordt de dialoog verklaard: moeilijke woorden en uitdrukkingen, vergelijkingen, mimiek, concrete materialen, enz.
Dialoog: voorbeeld: ik neem aan dat leerlingen deze dialoog ‘spelen’ waarbij ieder één van de twee rollen inneemt.
Oefening met dialoog:
Dialoog van buiten leren. Dit kan op twee manieren gebeuren: door ‘onderdompeling’ en herhaling, waarbij de leerkracht als ‘regisseur’ optreedt en aanwijzingen geeft voor intonatie, ritme, verbindingen. Aan het einde van de oefeningen moeten de leerlingen de dialoog kunnen reconstrueren. Maar het kan ook door ‘dramatisch spel’.
Leesoefening: zowel stil als hardop, zowel individueel als in groepjes lezen van een ‘phrase clé’ die op een etiquette geschreven is. Aan het einde vervangen leerlingen één woord in de ‘phrase clé’.
Dag 4: toepassing schrijven, memoriseren, communiceren. Een eerste oefening bestaat erin, de kinderen te helpen bij de juiste uitspraak, een tweede in het aanleren van structuren die een spontaan taalgebruik vergemakkelijken (eerst van leerkracht —> leerling, daarna van leerling —> leerling) – waarbij het op snelheid aankomt. Een derde oefening gaat over het beantwoorden van vragen.
Groepswerk:
Dag 5: Letter- en woordontleding:
En nogmaals letter- en woordontleding: hier gaat het vooral om de herkenning van lettergrepen en klanken. Bijvoorbeeld: de leerkracht leest woorden, en leerlingen steken hun hand op telkens in een woord de letter “a” voorkomt.
Dag 6: vrije dialoog. Leerlingen reproduceren een dialoog die de leerkracht heeft voorgedaan. De leerkracht verdeelt de rollen. In een tweede instantie creëren kleine groepjes van leerlingen zelf een dialoog, uitgaande van een bestaande situatie.
Rondom de tekst: Eerst wordt de tekst in stilte gelezen. Dan volgt controle van het tekst-begrip door vragen. Vervolgens leest de leerkracht de tekst expressief, waarna de leerlingen dit nabootsen. Eindigen met een wedstrijd van de beste lezer.
Opstel schrijven: uitgaande van algemene ideeën en antwoorden op vragen die worden gesteld proberen de leerlingen een ‘discours’ te schrijven. Ze maken eerst een inleiding, gevolgd door de ontwikkeling van het thema en tenslotte een conclusie. Er wordt een voorbeeld-tekst gegeven, “La chasse au lièvre”, die als voorbeeld dienst doet.
2de leerjaar: fase 5: lezen en schrijven. Verbetering van het hardop lezen, weer afgesloten met een wedstrijd wie het het beste doet.
1ste en 2de studiejaar: memoriseren. In het 1ste en 2de leerjaar: de leerkracht zegt (niet: leest) de tekst met de gewenste intonatie, gebaren, enz. Vervolgens bespreking van de tekst, gevolgd door hem van buiten te leren en voor te dragen, eerst individueel, daarna in kleine groepjes. Voor het 3de tot 5de leerjaar krijgen de leerlingen de tekst, de leerkracht leest hem voor, lectuur in stilte door de leerlingen, bespreking van de algemene idee van de tekst, daarna verklaring van woorden en uitdrukkingen die men niet begrepen had, afgesloten met de expressieve lectuur van de tekst.
Uitspraak: presentatie van een echte of vertelde situatie. Leerlingen creëren een ondersteuning bij de situatie: begrip, verduidelijking van het thema, de tekst produceren, het thema verder uitwerken en tenslotte de productie van een mondelinge gestructureerde tekst.
Dit is waarschijnlijk de 7de dag. De gehele opleiding duurt een maand, maar we hebben verder geen foto’s meer ontvangen. Wellicht is Souleymane sindsdien voor zaken op reis. Van zodra er nieuws is, zullen we dit uiteraard op de website posten.